Ze is er een tijdje tussenuit geweest, maar daar is ze terug. Marianne Vos heeft duidelijke doelen gesteld en wil na haar vervelende blessure weer van zich laten spreken. De Nederlandse veelwinnares van Rabobank-Liv laat komende maanden wel de rittenwedstrijden aan zich voorbijgaan. Rio 2016 speelt immers al in haar hoofd.
Marianne, het seizoen begon goed maar dan kwam er die blessure. Vertel eens.
Vos: “Het jaar begon heel goed. Ik zat volop in het crossseizoen en kon mijn goede vorm verzilveren op het Nederlands Kampioenschap, dat ik won. Vanaf toen begon het minder te gaan. Ik kreeg last van overbelasting en zoals dat met dat soort blessures gaat, merk je dat eerst niet. Er zat iets scheef in mijn lichaam, wat wellicht voortkwam uit een val. Ik sukkelde januari door en kwam op halve kracht aan de start van het WK in Tabor. Dan kan je natuurlijk niet winnen en zo’n situatie maakt het heel lastig voor mij. Uiteindelijk werd ik nog derde. Die bronzen medaille was echt het hoogst haalbare. Dat had ik van tevoren niet eens durven dromen.”
Daarna was je lichaam echt wel toe aan rust.
Vos: “Twee weken heb ik plat gelegen. In die fase werden de klachten zelfs nog erger. Voor een topsporter is dat mentaal heel moeilijk, want je weet niet wanneer je weer kan gaan opbouwen en trainen. Ik mocht me ook niet forceren, want dan kon ik hervallen en zou het proces nog veel langer aanslepen. Na die twee weken ging ik weer heel voorzichtig op de fiets. In het begin schoot het voor geen meter op. De ene dag was ook duidelijk de andere niet. Eerlijk gezegd is de revalidatie nog steeds aan de gang. Gelukkig kon ik de voorbije maand wel al trainen zoals ik dat in normale omstandigheden zou doen.”
Je voorjaar was wel voorbij.
Vos: “Dat was een harde klap. De allermooiste wedstrijden van het wegseizoen kwamen er aan: Strade Bianchi, Trofeo Binda, Ronde van Vlaanderen, Waalse Pijl. Ik had geen echt hoofddoel gemaakt van die klassiekers, maar ik had er me wel graag laten zien. En dat kon nu niet. Vreselijk, maar ik kon niet anders. Een blessure duurt altijd langer dan je eigenlijk zou willen.”
Hoe was het om terug in competitie te komen?
Vos: “Ik begon met een mountainbikerace in Nieuwkuijk, een thuiswedstrijd, en nam half april deel aan de Ronde van Gelderland. Dat ging prima, maar in de finale voelde ik wel dat gebrek aan ‘koersgevoel’. De conditie ging steeds beter, maar door die ribbreuk vorige week stagneert het een beetje. Veel belasting kan ik momenteel niet aan, maar ik kan toch mijn duurtrainingen doen. Van vorm is voorlopig nog geen sprake, maar met de opbouw die ik achter de rug heb, weet ik wel dat ik met een aantal koersen en fysieke prikkels snel weer topfit kan worden.”
Welke hoofddoelen heb je nu gesteld?
Vos: “De Europese Spelen in Baku komen er in juni aan, net als het nationaal kampioenschap op de weg. Dat zijn toch hartstikke mooie wedstrijden. Via de wereldbekers mountainbike hoop ik me ook te plaatsen voor het EK en WK. Ook het WK op de weg in Richmond wordt een hoofddoel.
Wat met La Course, die je vorig jaar won?
Vos: “Dat is geen doel. Het was wel een overwinning op zich dat we die wedstrijd vorig jaar konden rijden. De sfeer in het peloton was uitgelaten en er was bijzonder veel media-aandacht. Dat ik daar dan nog kon winnen, maakte het helemaal af. Het blijven wel rondjes rond Parijs, maar de setting is uniek. Het gaf een speciaal gevoel, maar ik heb niet de behoefte daar dit jaar opnieuw uit te blinken.”
Ook de Giro Rosa, die je al drie keer achter je naam schreef, laat je dit jaar schieten. Waarom?
Vos: “Ik richt me dit jaar op de eendagswedstrijden. Het is belangrijker dat ik wat meer op de mountainbike kan zitten. Ik moet punten behalen en nog verder bijleren in deze discipline. Het lijkt nog ver weg, maar de Olympische Spelen in Rio zitten al in mijn hoofd, ja. Ik focus op mijn comeback, maar af en toe denk ik er wel eens aan.” (lacht)
Wat verwacht je van het WK op de weg in Richmond?
Vos: “Door die blessure zal ik misschien langer fit zijn. Dat spreekt in mijn voordeel, al is het zeker geen garantie. In ieder geval kijk ik er hard naar uit. Ik ben supergemotiveerd.”
Foto’s: Rabobank-Liv / Marianne Vos