Het is nog een jongen. Die man moet worden. Ook al lijkt dat op z’n fiets misschien anders. En ook al laat zijn tandwiel anders uitschijnen. Een 55 begot. Daarmee draaide hij in de afsluitende tijdrit van De Panne rond. Zijn mecanicien moet zelf glimlachen bij het vertellen van die anekdote. Terwijl Stefan Küng, dat andere Zwitserse talent dat ze bij BMC sinds een jaar uitspelen, het met een 54 deed. Ja, jongens!
Tom Bohli. Wees welgekomen in het wielergeheugen van de Vlaming. En dat van mij. Het is een naam die wel bleef hangen na die 3-daagse van West-Vlaanderen. Nu hij afgelopen vrijdag in Herderen vertoefde voor de vroegere Hel van het Mergelland (wat nog steeds beter klinkt dan de Volta Limburg Classic, right?) kan ik er eindelijk een gezicht op plakken. Zeg maar smoeltje. De voorzichtige glimlach, de jongensachtige schittering in de ogen. Nee, Tom Bohli is niet de man met het body waar je schrik van zou krijgen.
Eerder dat vriendje van Tiny. Uit de boekjes. Van kinderen. Niet die van paparazzi.
Hij lijkt vooral zelf nog wat geïntimideerd door het hele gebeuren. Uiterst beleefd opgevoed trouwens. Het is een van de weinige renners die zijn stoel netjes weer onder tafel schuift als hij opstaat. Terwijl hij zich ook nog eens excuseert omdat ik, met 4 borden op de arm, ook probeerde zijn servet van de grond te rapen. Hij voelde zich vooraf al schuldig in mijn plaats, mocht dat servies tegen de grond tuimelen.
Wat trouwens niet gebeurde. Tom fietst erg goed, maar hij mist de mannelijkheid van een pakweg Bernie Eisel.
Het is altijd zo fascinerend hoe de renner op zijn fiets achteraf helemaal niet is wat je ervan verwacht, eenmaal zonder zijn fiets. Veel frêler, veel minder geblokt. De pure kracht die hij uitstraalt op zijn 2-wieler verdwijnt als sneeuw voor de zon. Het is alsof hun lichaam één is met dat vehikel. Alsof ze zonder hun fiets veranderen in slechts de helft van wat ze op dat beeldscherm lijken te zijn. Ze berusten. Ze slenteren door een hotelgang. En ze vullen hun calorieën weer aan.
Fascinatie
Hun leven lijkt eenzaam, maar ze zitten in een familie. Eentje waar iedereen dezelfde stiel beoefent. Eentje waar iedereen hard moet werken. Een familie waar gezamenlijk gegeten en gelachen wordt. Waar samen gefeest en getroost wordt. Daar waar de volwassen garde de youngsters op sleeptouw neemt. Naar een toekomst die hopelijk rooskleurig is. Bij BMC lijken ze die combinatie goed gevonden te hebben. En ik weet niet of het aan Piva en Peiper ligt, maar het huidige zwart-rood doet verdomd hard denken aan HTC.
Tom Bohli. Een renner die me nu al fascineert. Omwille van zijn stijl en omwille van het nu al historisch verliezen. Met minder dan een seconde. Je voelt het van ver. Geef hem een tijdritfiets en hij gaat misschien wel toveren. Oh ja, en de winnaar van de Volta Limburg Classic? Floris Gerts. Nog zo’n jong veulen dat in de stal staat. Maar wel weet hoe hij zich moet klaarstomen om z’n eerste profkoers te winnen. Pasta. Steak. En niet te vergeten: 4 stukken taart. Met eigen ogen gezien.
Stevige boys zijn het. Al zien ze er nog zo fragiel uit. De toekomst.
Fotomateriaal: BMC Racing Team.