Door al dat voetbalgeweld leek het plots zo lang geleden dat ik nog koers gezien had. De oren gespitst. Het journaal. 21 kopjes voorop. Zeg ons wie, Michel. Wie? De glimlach verscheen. En werd breder. Bij iedere naam die Michel aan zijn lijstje toevoegde. Knappe kopgroep. Interessante kopgroep. Vlinders in de buik. Schittering in de ogen. Het voetbal kon me voor het eerst in 2 weken even gestolen worden.
Oké, heel af en toe. Ik moet het toegeven. Zapte ik naar Frankrijk-Ierland. Mijn zus was vooral spelbreker in dat koersverhaal. Want de wedstrijd zat op slot. Waarom daar dan naar liggen gapen? Dat deed ze trouwens letterlijk. Na een weekendje met de afstuderende bio-ingenieurs in de Ardennen, was de vermoeidheid groter dan haar drang naar het Europees voetbal van Griezmann en co. Even dubbelchecken of ze echt naar dromenland vertrokken was en de afstandsbediening dwaalde af naar Les Lacs de L’Eau d’Heure.
Tiesj weg. Tom weg. Sep weg. Wat is er in godsnaam aan de hand? Een kopgroep. En een bijna even groot peloton. Het was zijn naam nog amper waardig. Heel kort kwamen ze. Dan toch nog. Maar net niet kort genoeg. Gilbert achtte het moment gekomen. Hij is een geslepen kampioen. Hij heeft ervaring zat om koerssituaties aan te voelen. Van Avermaet twijfelde. Even. Net lang genoeg. Phil was weg. En Greg mocht niet rijden. Valerio Piva had het zijn manschappen ongetwijfeld dik ingepeperd. Benen stil. Rijden als ploeg. Gedisciplineerd.
Oh, wat is Gilbert slim. Sluw. Intelligent. Met Wellens en De Plus in zijn zog kon de organisatie achterin onmogelijk groot genoeg zijn. Dat hij dan nog eens door de figuurlijke kilo’s boter trapte, maakte zijn euforie mogelijk nog groter. Hij was weg. Had de juiste mannen mee. Kon dat parcours perfect aan. En wist dat de manschappen van Wanty al verder dan het zwarte gat gereden waren. Dood zaten ze. Terwijl hij freewheelde. Spelenderwijs. Vrij van stress, zo leek het haast. Doen wat hij graag doet en vertrouwen in een nieuwe driekleur. Dominant.
Genieten. Dit was de Gilbert uit zijn beste dagen. Met een pedaalslag die pure schoonheid uitstraalt. Met benen die ontploffen van de kracht. Met een hoofd dat de situatie helemaal onder controle heeft. Met ervaring die de jonge Wellens mentaal kon uittikken. Door er even naast te gaan rijden. Als leider van het Belgische legioen. Zonder arrogant te worden. Zonder het publiek in zijn harnas te jagen. Kalm. Beheerst. Koel.
Hij stormde naar de driekleur met een stervende Wellens in zijn wiel. Lijken waren het. Maar hij nog zo fris. Het leek alsof de koers gerust nog een kilometer of 15 had mogen doorgaan. Dan nog had hij zichzelf zegezeker geweten. De armen in de lucht. Piva in de wagen helemaal ontketend. Want. Daar kwam Greg. 3e. Ach Greg, zelfs met een 3e plaats weet je je zelf op de handen van de televisiekijker te zetten. Hoe intelligent de move van Gilbert ook was, zo prachtig is de wil van Van Avermaet. 1 en 3. BMC, on top of the Belgian world.
En toch. Het was zo’n weekend met een dubbel gevoel. Uitzonderlijke euforie op zondag. Stil verdriet op zaterdag. Toen het nieuws ons bereikte van Stig. Daarom heb ik zondag gedaan wat ik graag doe en lag ik urenlang in de zetel. Niets te doen. Gewoon. Doodeenvoudig koers kijken en supporteren voor een nationaal team. Met vlaggen op de wangen. Eten en drinken waar ik zin in had: eerst frituurse frietjes en later bubbels. Die al binnen de tien minuten gebruikt konden worden om te klinken. Op de nieuwe titel van Gilbert. Op de Duivels en hun kwarfinale. Maar vooral op het leven. Dat voor sommigen onder ons veel en veel te kort is.
Leuk weekend. Passief sportief weekend. Emotioneel weekend. Voor Vorst, voor Vrijheid, voor Recht en voor Stig. Verdomme.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.