‘Drinken?’, vraagt Chantal terwijl ze een la opentrekt, zo vol bidons dat die doet denken aan de klerenkast van de gemiddelde vrouw.
‘Graag.’ Zoals altijd als ik ergens kom, kijk ik de kamer rond. Op de grond liggen wat spullen om core stability te kunnen trainen, aan de muur twee grote foto’s op doek. De ene van haar vriend, zwoegend op een col tijdens een cyclo. De andere van haar, juichend in een koers. Op de tafel staat een schoenendoos met nieuwe koersschoenen, een Lotto Soudal-petje en 2 tijdrithelmen.
‘Ik had Jungels nog gevraagd of hij mee ging, maar hij vond het te vroeg.’ Chantal slaat linksaf de hoofdstraat op in Bridel.
‘Ik had het niet erg gevonden om wat later te komen’, antwoord ik, ‘dan had ik niet om kwart over 4 mijn bed uit gehoeven.’
‘Dat was voor mij niet mogelijk, vanmiddag moet ik werken.’ In die ene zin maakt Chantal duidelijk wat het verschil is tussen het wielrennen bij de mannen en de vrouwen. Ontspannen rijden we een plateau op waar de zon voorzichtig door het donkere wolkendek breekt.
‘Isabelle Beckers vertelde me dat je in de koers ook hard werkt. Als jij aan kop gaat rijden, dan gaat het rap.’
Verbaasd kijkt Chantal me aan. ‘Wat zei ze dan?’
‘In de koers is ze een beest.’ Ik kijk opzij en probeer een beest in haar te zien. Een pitbull of een Noorse veelvraat misschien. Beide niet groot, maar o zo volhardend.
‘Ik doe gewoon mijn werk, in de koers kan ik mij goed wegcijferen voor het team. Als er dan iemand wegrijdt, dan rijd ik het gaatje dicht. Zelfs als ik zelf net in een ontsnapping zat.’
‘Maar dan heb je in de finale niet veel meer over’, merk ik op.
‘Je kent het’, lacht ze, terwijl ze me net te laat waarschuwt voor de lastige afdaling. Op het natte wegdek slipt mijn achterwiel weg en schuif ik de berm in bij Steinsel, waar Chantal opgroeide. Alsof het een koers is en ik geen tijd wil verliezen, kijk ik snel naar mijn fiets en stap op. Chantal laat me passeren. Vandaag ben ik onderdeel van haar team en dus werpt ze een bezorgde blik op mij en mijn fiets.
‘Je viel mooi’, klinkt het als ze weer naast me rijdt, ‘een prachtige pirouette. Hopelijk heb je geen erg.’
‘Niks aan de hand.’ Op mijn rug voel ik de natte plek van de banaan die mijn val gebroken heeft. ‘Wist je eigenlijk dat je anderen zoveel pijn deed in de koers?’
‘In de Giro kwam Cecchini vorig jaar naar me toe na een zware rit. Ik had veel gaten dicht gereden en lang op kop gesleurd. Ze zei me dat ik die dag heel sterk was geweest en dat ik iedereen pijn had gedaan. Zelf had ik het eigenlijk niet in de gaten.’ Toeterend worden we gepasseerd door een grijze SUV. Een keurig ogende dame van middelbare leeftijd steekt geïrriteerd haar middelvinger op. ‘Ze zijn hier niet gewend aan fietsers’, zucht Chantal. ‘Weet je, nu nog als ik aan de start van een koers sta, komt Elena weleens naar me toe en begint ze over die dag dat ik zo sterk was.’
‘Was, voltooid verleden tijd dus?’
‘Ja, was.’ Even buigt Hoffmann haar hoofd.
‘Het is psychologische oorlogsvoering’, stel ik haar gerust. ‘Eigenlijk zegt ze dat ze bang voor je is. Bang dat je haar weer pijn zal gaan doen, dat ze je niet zal kunnen volgen.’ Als we Steinsel achter ons laten, begint het langzaam maar zeker wat op te lopen.
‘De Rue de Bridel, de laatste 5 kilometer van mijn training gaan altijd omhoog.’ Nagenoeg tegelijk ratelen onze kettingen op zoek naar een lichter verzet.
‘Als je goed kunt afzien, dan zal de tijdrit je vast ook wel liggen.’
‘Je zou het verwachten, maar op de een of andere manier kan ik vooral goed afzien in een groep. Het is duidelijker waarvoor je het doet. Een kopman die naar voren geloodst of uit de wind gehouden moet worden, een gaatje dat gedicht moet worden. Dat soort dingen.’ Aan de top passeren we een snelheidsmeter.
‘Wel motiverend, zo’n lachebekje aan het einde van je training.’ Ik wijs naar de knipperende smiley.
‘Echt motiverend is het eigenlijk pas als hij boos kijkt.’ Terwijl ze het zegt, steekt ze vriendelijk haar hand op naar Jungels, die aan de andere kant passeert. ‘Dan weet ik dat ik te hard rijd.’
Als we onze fietsen bij Boulangerie Popov parkeren, voelen we de eerste druppels. Alsof de eerder doorgebroken zon slechts een ontsnapping was die door een jagend peloton wolken tenietgedaan werd.
Fotomateriaal: WielerVerhaal.
Lees hier Op bezoek bij een knappe madam in Luxemburg: “Ik droom van een Parijs-Roubaix voor vrouwen”