“Je moet er de ballen voor hebben”, zei Sky-manager David Brailsford na de onorthodoxe afdaling van Chris Froome. Klopt helemaal, maar vraag is wat bij Chris Froome van die ballen nog overschiet. Afdalingen al zittend op de buis zijn we al een tijdje gewend, maar in diezelfde houding ook nog kilometers trappen tegen 80 à 90 kilometer per uur? Een ongeziene techniek die heel wat balans, training, een flegmatiek benenstel en zin voor risico vraagt.
Op zich leuk dat plots ook in het wielrennen een ongeziene beweging opduikt. In het voetbal gebeurt het regelmatig dat iemand met een geniale of stompzinnige bevlieging een sneeuwbaleffect van copycats en wannabes uitlokt. Een ‘Panenka’ is het meest bekende voorbeeld van een tot soortnaam verworden beweging: een stiftertje bij een penalty en dan bij voorkeur op een belangrijk moment. Een ‘Zidaneke’ is ondertussen ook bekend, de onweerstaanbare ‘dubbele voetzooltrekbal’ – kan dat eenvoudiger? – waarmee je de opkomende verdediger gracieus in de wind zet en eigenlijk belachelijk maakt. Tegenwoordig zijn ook de ‘Knuckleballs’ in trek, de zwabberballen die Ronaldo, Bale en De Bruyne tijdens een vrije trap op de keeper afvuren. En wie kent nog de Blanco-bounce, ooit geïntroduceerd door een Mexicaan die zich al springend tussen twee verdedigers wurmde door de bal met twee voeten te klemmen. Doe toch maar niet, want het ziet er een beetje schlemielig uit.
Met die schlemielige houding kom ik opnieuw bij Chris Froome uit. Hij beseft het misschien niet, maar hij is sinds de afdaling van de Peyresourde de uitvinder van een ‘Froomeke’. De stijl ziet eruit als een pas fietsend kind dat alle zeilen moet bijzetten om niet te vallen, maar er is een groot verschil. Froome blijft recht en hij gooit meteen een totaal nieuwe knuppel in het debat rond aerodynamica en snelheid. Als voormalig afdalingssukkeltje van het peloton met zijn breeduitstaande pootjes en zwengelende armen, Froomede hij nu downhill een halve minuut bij mekaar. We kennen de dalerscapaciteiten van Nibali en Sagan – die zomaar eventjes achter hun zadel gaan hangen tegen waanzinnige snelheden – maar vanaf nu mag Froome er zijn voet naast zetten, in een geheel nieuwe stijl dan nog.
De Keniaanse Brit is een vernieuwer. Hij verheft de sport tot een kunst die gebaseerd is op een wetenschappelijke benadering. Hij treedt daarmee in de voetsporen van andere Angelsaksische renners. Greg Lemond bijvoorbeeld, eind jaren ’80. De Amerikaan kwam plots met een triatlonstuur af waarmee hij de beruchte 8″-Tour won voor Fignon. En Graeme Obree in de jaren ’90, de Schot die met een bijna identieke houding als Froome een paar keer het werelduurrecord verbeterde.
Obree deed het op een vlakke piste tegen bijna 53km/u en hij zat nog op zijn zadel. Froome haalde 90km op een bergflank en zat op een buis… Hoe zeggen ze dat bij de Lotto?… No balls, no glory? Froome weet er alles van…
Fotomateriaal: Davy De Blieck.