Ik zag hem voor het eerst in Hove Malpertuus. Hij had de haren kort geschoren. En van die heldere blauwe kijkers waarmee hij amper de ploegmakker aan de andere kant van de tafel durfde aankijken. Laat staan dat hij de meisjes van het hotel in de billen kneep. Ergens is een knopje gedraaid. Ondertussen is hij wereldkampioen en ligt de wielerwereld aan zijn voeten. De rijzende ster wordt zo stilaan een god.
Het is makkelijk fietsen als je het zo goed kan. Als wat je wil doen, gewoon lukt. Ook al is winnen er uiteindelijk niet bij. Hij is de man waar we het meest van genieten. In een kopgroep waar de kwaliteit afdruipt. Daar is hij de renner die onze ogen aantrekt. Die onze glimlach doet ontwaken. Die ons doet ontspannen na een werkdag. Door het zo eenvoudig te laten lijken, maakt hij van zichzelf een idool. Waar jongeren naar opkijken. Waar een volwassene van onder de indruk geraakt.
‘Je m’en fous’
Het is makkelijk werken als je er gewoon plezier aan beleeft. Als je anderen plezier doet beleven aan je kunsten. Een gave die hij waarschijnlijk deels genetisch aangeboren heeft gekregen. Maar die hij ook ontwikkeld heeft. Door hard te willen werken. Door in de winter niet stil te zitten, maar zijn lichaam tot het uiterste te drijven. En dat graag doen. Zijn grinta is een voorbeeld. Het is wat hij en Greg Van Avermaet waarschijnlijk het meest gemeen hebben. De overvloedige drang naar koersen.
Het is makkelijk lachen als je van nonchalance je overtuigende levensstijl hebt gemaakt. En het werkt. Zijn lange haren hangen voor zijn ogen. Hij duwt ze telkens weer naar achter. Geduldig. Op de fiets zitten ze strak in een staart. En schittert vooral de regenboog op zijn witte blok van een bovenlichaam. Maar eenmaal van de fiets, neemt de nonchalance het helemaal over. En zijn het niet alleen zijn handelingen die vol ongeloof doen toekijken. Maar ook zijn frisse snoet, waar de lokken langs lopen. Hij geniet. Van het leven. Van zijn leven. Van zijn talent. En hij doet dat met de juiste dosis ‘je m’en fous’.
De jongen is een man geworden
Het is makkelijk verliezen als je zo goed kan relativeren. Een zuur gezicht trekt hij zelden. Emotie kan hij bijzonder goed verbergen. Als hij al een emotionele jongen is. Goedlachs. Op de fiets, op 1 wiel. Op het podium, op 1 been. Of niet op het podium. Hij ligt er zelf vooral niet al te hard van wakker. En dat is maar goed ook. Want zijn fratsen zijn knap genoeg om zelfs zonder overwinningen van een knallend seizoen te spreken. Het is nu al jammer dat hij in oktober die regenboog weer moet afstaan. Ze staat hem zo verdomd goed. En hij laat ze zo verdomd hard schitteren.
De jongen die amper ‘grazie’ durfde zeggen als je hem een bord pasta voorschotelde, is uitgebloeid tot een van de meest boeiende persoonlijkheden die het peloton rijk is. De jongen is een man geworden. Zijn beentjes zijn ondertussen een perfecte mix aan pezen en spieren. Zijn lokken hangen nonchalant in het gezicht. En zijn charme is een oneindig vat aan verrassingen.
Peter Sagan, gij coureur van wie ik hou.
Mi fai venire la pelle d’oca…
Fotomateriaal: Davy De Blieck.