Was het nog vroeg op Zaventem? Greg stond er vrolijk interviews te geven, maar de schorre stem liet uitschijnen dat hij zijn bed nog niet zo heel lang geleden vaarwel had gezegd. Dat hij in Ninove aan de toog was blijven plakken na die overwinning in het na-Tourcriterium is weinig waarschijnlijk. België gaat met ambitie naar Rio. Of dat parcours ook te zwaar zal zijn, moet zaterdag blijken. Dan al gaan ze aan de bak. Amper twee weken nadat de Ronde van Frankrijk in Parijs strandde. Drukke tijden.
Voor de ene wel alleszins. Anderen komen uit een verdoken zomerslaapje, waarin ze vooral hard werkten, met trots hun land verdedigen. Geef toe. Dit jaar mogen we zelfs 3 keer (er is ook nog een Europees kampioenschap in Nice, weet u wel…) van die helblauwe truien met onze nationale strepen genieten. Apart is het altijd. Het zijn de momenten waarop de grootste triomfen te scoren vallen. De koersen met het grootste aanzien. Oké, los van de Tour. Maar een olympische plak. Dat is puur sportief gezien het magistrale succes. Ook al is wielrennen niet de meest olympische sport der sporten.
Je zou denken dat je zaterdag voor een televisiescherm plakt als een kind in een snoepwinkel: loerend naar drop, smullend van zuur en likkend aan zoete lekstokken. Alsof de Valentino wordt afgelost door de Dolce & Gabbana, met een Gucci in zijn zog en een Dior als kers op de taart. Zou je denken. Misschien, heel misschien moeten we u teleurstellen. Peter Sagan rijdt niet mee.
Hop. Prompt verliest het wielrennen de helft van zijn kijkcijferaandeel.
Op entertainment van Rodriguez en Valverde zitten we niet te wachten. Die doen toch niet anders dan elkaar onder de voeten rijden. Op een dalende Nibali hoeven we onze hoop sinds de jongste Tour ook niet met volle overtuiging te stellen. Hij lijkt wel met de billen dicht op z’n fiets gekropen. Terwijl Aru dan weer niet aan de verwachtingen voldeed/-doet. Hij hoeft alvast niet te vrezen dat zijn enorme haardos onder die helm hem hitteproblemen veroorzaakt: in Rio blaast momenteel een winters windje.
Supporteren voor Nederland…
Waarom dan wel kijken? Omdat Nederland met een sterk 4-tal van start gaat. Van de ranke Poels tot de op z’n fiets gekromde Briek Schotte. Euh, Bauke Mollema. Sorry, de gelijkenis is te treffend. Jongens die bewijzen dat het wielrennen je niet (altijd) zomaar in de schoot geworpen wordt. Dat een carrière werk vraagt. En dat loon naar werken uiteindelijk toch komt. In de sneeuwvlokken van Luik. Tussen de gekke Basken in San Sebastián. Of op een parcours met uitzicht op Copacabana.
… of voor België!
Ook omdat wij best wel wat vuurwerk aan de start laten komen. Met Van Avermaet kunnen we rekenen op een flinke dosis grinta. Met Gilbert kijken we uit naar sluwe ervaring. Met Tim Wellens hopen we op een geniale dag in het niet-regenachtige Brazilië. Met Serge Pauwels weten we dat we een man van de lange aanval hebben. En voor Laurens De Plus, naar hem moet je gewoon heel nieuwsgierig zijn. Die jongen kan wat!
En toch. Vooral uitkijken doe ik stiekem naar Colombiaans geweld dat op de loer ligt. Esteban Chaves heeft mijn olympische aandacht opgeëist sinds zijn etappewinst in de Giro. Ze komen, de Colombianen. En ze komen niet om een toptienplek te versieren. Niet als ene Pantano de Colombiaanse heerser Quintana vervangt. Dat zegt veel. Heel veel.
Maar Chaves… Hij sprint. Hij klimt. Hij heeft alles om goud te pakken. Alles.
Maar de Belgen hebben de mooiste truitjes. En Phil. En Greg. En Tim. En Serge. En Laurens. En de Nederlanders rekenen op Bauke. Op Wout. Op Tom. En op Steven.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.