De Jaarmarktcross in Niel zorgde voor een mooi deelnemersveld, ook bij de vrouwen. Uit Woerden kwam ook Julia Boschker (17) van het Merida Bassa Biking Team afgezakt. Zij behoort tot de 3 meest getalenteerde juniores van Nederland. We volgden haar tijdens de wedstrijd en maakten ook kennis met haar entourage.
Terwijl ze opwarmt in haar tentje keuvelen haar ouders Marcel en Thea lustig over de veldritsfeer in België. “Zoveel supporters hier, dat was een goede kans om nog eens in België te komen crossen”, vertelt moeder Thea – in knaloranje vestje van de ‘Nacht van Woerden’. “Wij zijn echte crossfans”, lacht ze. “Mijn echtgenoot zit in het bestuur van de ‘Nacht van Woerden’ en ook ik help jaarlijks mee met de organisatie.” De Belgische sfeer kan ze wel appreciëren. “Het is hier veel leuker dan in Dordrecht, waar vandaag ook wordt gecrosst.”
De cross wordt grotendeels gekleurd door Sanne Cant en Ellen van Loy, dat is al van meet af duidelijk. Na de 1e ronde komt Julia Boschker door op plaats 13. “Niet haar beste start”, vindt Thea. “Ze kan op alle parcours redelijk goed uit de voeten, maar zeker ook in deze Nielse modder. Normaal moet ze hier zeker top 10 kunnen rijden, ook al is het tussen de elite. In Nederland staat ze samen met Manon Bakker en Inge van der Heijden toch aangeschreven als het grootste talent van haar generatie. Ik vermoed dat ze verderop in de wedstrijd nog wat zal opschuiven.”
Voor dat vermoeden heeft Thea ook een plausibele uitleg klaar. “Julia wordt meestal sterker naarmate de wedstrijd vordert. Die kracht heeft ze uit het mountainbiken. Ze combineert MTB en veldrijden nog steeds en ze vindt het allebei leuk. Zolang het kan, wil ze ook beiden blijven doen.” Uiteindelijk zal Boschker 15e eindigen op ruim 7 minuten van Cant. Ook voor moeder Thea niet het verwachte resultaat. “Ik denk dat haar pols nog zal hebben opgespeeld, want de rensters hebben veel moeten lopen met de fiets op de rug.”
Na afloop kan Julia Boschker dat alleen maar bevestigen. “Ik liep eerder dit jaar een polsbreuk op: 6 weken gips en alles samen 10 weken uit roulatie. Ik heb nog niet voldoende ritme om echt goed te rijden. Vooral op de schuine strook was het erg zwaar. Mijn pols houdt de fiets nog niet zo lang omhoog, zeker niet op dit hobbelige parcours. Maar geen nood, die kracht komt wel terug, al zal het het nog even duren voor ik weer helemaal de oude ben.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck – WielerVerhaal.