1 keer in de geschiedenis van het professionele wielrennen werd België wereldkampioen in de ploegentijdrit. Daarvoor moeten we terugkeren naar het jaar 1971. Niet iedereen was er toen al van op de hoogte, maar doping was in sommige geledingen van het milieu al fameus ingebugerd. Van de wereldkampioenen van toen stierven 4 van de 7 renners nog voor ze hun 33e verjaardag konden vieren.
1971, het is ook het jaar waarin Eddy Merckx zich tot wereldkampioen kroonde tijdens de wegwedstrijd voor profs in het Zwitserse Mendrisio. Bondscoach Lucien Acou selecteerde daarnaast 7 renners voor de ploegentijdrit: Gustaaf Hermans, Gustaaf Van Cauter, Louis Verreydt en Ludo Van Der Linden zouden uiteindelijk de wedstrijd rijden. Als reserven behoorden ook Freddy Maertens, Marc Demeyer, en Pierre Bellemans tot de selectie voor de 100 kilometer tegen de klok. Dat de Belgen uiteindelijk wereldkampioen werden, was tegen alle verwachtingen in. Ze reden de 100 kilometer in 2:12:31,72 en klopten zo Nederland, dat één van de favorieten was. De Nederlandse ploeg – met onder andere specialist Fedor den Hertog, op dat moment veruit de beste amateurrenner van de wereld, Frits Schür, Aad van den Hoek en Adrie Duyker – reed 1.30 trager. Vragen bij de Belgische prestatie werden niet meteen geplaatst, die kwamen pas later.
Het begon één jaar na Mendrisio om precies te zijn. De wielerwereld werd toen opgeschrikt door de plotselinge dood van Pierre Bellemans (23). Hartfalen. In 1977 volgde Louis Verreydt (26). Hartfalen. Marc Demeyer (31), met als fantastische bijnaam ‘de Beul van Outrijve’ legde in 1982 zijn laatste loodje. Hartfalen. Nog een jaar later zakte Ludo Vanderlinden (32) ineen, eveneens met fatale gevolgen. Hartfalen. Het waren één voor één nog steeds wilskrachtige kerngezonde jonge atleten. Ze stierven allemaal door een hartstilstand. Freddy Maertens, die dat jaar 2e werd in de individuele wegrit bij de amateurs, weet wel hoe dat kwam. Hij schreef daarover een niets aan de verbeelding over latende passage in zijn boek ‘Niet van horen zeggen’.
De aap en de pil
“Om in aanmerking te komen voor de ploeg voor het wereldkampioenschap in Mendrisio moest ik van de wielerbond deelnemen aan een stage in De Haan. Het 4-tal dat wereldkampioen werd, verbleef er ook. 2 van de 4 zijn inmiddels overleden. Dat kan ik niet zomaar een toeval noemen. Het is een feit dat het 4-tal op een speciale wijze voor de titelstrijd geprepareerd werd. Ik heb een en ander met eigen ogen gezien. De vroegtijdige dood van Verreydt en Vanderlinden vindt daarin zijn wortels, daar ben ik van overtuigd.”
Maertens zet zijn zinnen kracht bij. “In het hotel waar wij verbleven, hotel Lylita, had de eigenaar Henri Bouwens een grote aap in een kooi zitten. Op een dag wierpen wij hem een peppilletje toe. Het dier rook eraan en gooide het weg. Toen verstopten we een pilletje in een stuk chocolade, maar de aap was niet van gisteren en haalde het pilletje eruit. Onze derde poging was raak. We verpulverden het pilletje tot poeder en mengden dit in de crème van de chocolade. Nietsvermoedend werkte de aap nu alles naar binnen. Onder onze aanmoedigende kreten werd het dier superactief in zijn kooi. Het is hem echter niet goed bevallen, want de aap is gestorven. Net als de vissen waaraan we het hadden gevoederd.”
Hormonale producten
Staf Hermans en Staf van Cauter zijn de enige 2 renners uit de ‘actieve’ ploeg die in normale omstandigheden overleven. Jaren later zou Van Cauter het stilzwijgen vebreken. “Als ik niet gestudeerd had, was ik misschien ook niet zo voorzichtig geweest”, zei hij ooit. “Dan had ik ook stommiteiten begaan. Ik had als student veel gelezen over ACTH, ik vertrouwde het product niet. In die tijd werd in de sportwereld echter vrij zorgeloos met hormonale producten omgesprongen. Mijn dokter zei tegen mij dat ik van dat spul moest afblijven, want we wisten niet wat de gevolgen op lange termijn zouden zijn.”
2 comments
Hallo,
Ik ben Leopold Verboven, ex-renner. Ik won in 1972 de jeugdronde van Oostenrijk, in 1973 werd ik kampioen van België voor amateurs, in 1975 won ik Gent-Wevelgem in de sneeuw en bijkomend 17 koersen, alvorens over te gaan naar de profs. Dr Dries Claes was een grote believer in mij.
In 1976 werd ik tegen mijn zin prof bij Gero-Eurosol-Van Looy (de keizer van Herentals…). Ik zag toen hoe profs ongegeneerd allerhande producten in blote billen spoten en er onderling een gevaarlijk spelletje van maakten. Ik ben vrij snel gestopt datzelfde jaar met wielrennen en zijn alom gekende en geprezen Omerta en heb zelfs via een brief de wantoestanden aangekaart bij de toenmalige BRT, zonder respons. Journalisten kakken niet in eigen speeltuin. Ondertussen zijn de problemen van de baan……. Ze rijden nu nog sneller dan de amfitamines en epo pakkers destijds.
ps: Ik heb trouwens één van deze unieke tijdrijders gekend. Hij fungeerde destijds als proefkonijn
in het peloton. Succes beroepsrenners, helden van de fiets. Groet, Pol.
Hallo pol verboven ,
Hier Marcel Dillen ,zat met jou in het college in Westerlo. Heb.nog.tegen de zoon (Toon) Claes gelopen, die was ook heel sterk op kampioenschappen!
Groeten en tot horens