Ze heeft het niet getroffen, Jessie Daams uit Achel. De 26-jarige Limburgse staat geboekstaafd als de beste klimster die het Belgische vrouwenpeloton rijk is, maar afgelopen seizoen was – vanaf eind april – een drama voor haar. En de vraag is of Daams nog wel ooit op haar beste niveau zal komen. Een monoloog.
Jessie Daams: “2 jaar geleden maakte ik de overstap van Boels Dolmans naar Lotto Soudal Ladies. Bij het Nederlandse team heerste er een heel andere sfeer, voornamelijk door het feit dat er veel meer nationaliteiten waren. Engels was er de voertaal. De rensters kenden elkaar veel minder goed op menselijk vlak. Dat is bij het Lotto-team helemaal anders, maar ik kan beide stijlen wel appreciëren. Hier zijn we bijna vrienden, terwijl we bij Boels echt professioneel naar een doel toe werkten. Maar tijdens het laatste jaar was ik daar altijd nummer 6 of 7 in de selectie, waardoor ik nooit kon plannen en ook zelden mijn eigen kans mocht gaan. Ik moest er elke week vechten voor mijn plaats. Dat is de belangrijkste reden waarom ik toen voor Lotto Soudal Ladies heb gekozen. Hier kan ik mijn programma grotendeels zelf bepalen. Met die vrijheid kan ik beter focussen en dus ook beter presteren.”
Jessie Daams: “Eind april 2016 liep het heel stroef met mijn wielercarrière. Het duurde even voor ik wist wat er gaande was en ook toen de dokters vaststelden dat ik last had van een trombose kon ik aanvankelijk moeilijk inschatten hoe erg het was en wist ik ook niet hoe lang het me zou beïnvloeden. Ik probeerde me snel te herpakken, helaas zonder succes. 3 tot 9 maanden herstel werd me voorspeld. Als sporter dacht ik er wel van af te komen met 3 maanden. Ik had zelfs de goesting om nog sneller weer klaar te zijn om te koersen. Maar we zijn 8 maanden verder en nu pas gaat het langzaamaan weer beter met me. Het is dus zeker een moeilijke periode geweest.”
“Ik heb heel lang stilgelegen en ben de voorbereiding op het nieuwe seizoen iets vroeger begonnen dan mijn collega-rensters. In 3 maanden tijd ben ik wel wat geëvolueerd. Ik hoop op trainingskamp in januari bij de groep te kunnen aanpikken. Geen flauw idee echter hoe ver ik van mijn beste niveau zit. Ik heb al bijna een jaar geen koers gereden en kan echt niet inschatten hoe goed of slecht ik nu ben. Ik heb zelfs geen idee waar ik me moet gaan testen. Ik kijk vooral uit naar het trainingskamp, dat wordt een grote waardemeter. Dan zal blijken wat ik kan en wat niet. Pas daarna is het doel om weer goed genoeg te zijn voor een wedstrijdselectie. Eens een koers te hebben gereden, zal ik weer weten of ik nog ooit mijn beste niveau kan halen.”
Jessie Daams: “Natuurlijk heb ik bij Lotto Soudal Ladies ook goede momenten gekend. Het voorbije voorjaar was het beste dat ik ooit gereden heb. Ik reed een 12e plaats in de Ronde van Vlaanderen. Helemaal niet mijn parcours, maar ik deed wel mee met de beste renster ter wereld. In een Olympisch jaar, dus het niveau was zeker niet te onderschatten. Het was mijn doel om via de Ronde op te bouwen naar de Waalse Pijl, maar die heb ik helaas niet meer gehaald. De laatste wedstrijd voor mijn trombose was de Durango-Durango, 1 van de zwaardere vrouwenkoersen. Het werd mijn beste wedstrijd ooit en ik werd mooi 5e. Jammer genoeg heb ik niet meer kunnen laten zien dat ik nog beter kon.”
“Het liefste zou ik alweer top zijn in het drieluik in de Waalse Ardennen. Ik weet echter niet of dat een realistisch doel zou zijn. Maar deze wedstrijden behoren ook op langere termijn tot mijn grote doelen, net als Durango en bijvoorbeeld de Giro Rosa. Ik heb hier in het verleden al meermaals goede prestaties laten optekenen. In die rittenwedstrijden moet ik in principe ook het eindklassement kunnen rijden. Eigenlijk moet ik nog ene stap vooruit kunnen zetten ten opzichte van begin vorig seizoen. Maar de waarheid is dat ik niet weet of ik ooit nog mijn beste niveau zal halen. Als ik 100% gezond was, zou dat zeker mijn ambitie zijn. Maar nu moet ik nog even bang afwachten. En dat is heel vervelend.”
We wensen Jessie Daams het allerbeste toe!
Fotomateriaal: Lotto Soudal Media.