Het afscheid van Sir Bradley Wiggins stond al een tijdje genoteerd. Hij deed er – Wigginsgewijs – wat meewarig over maar eigenlijk wist iedereen dat zijn kunststukje in Rio het laatste zou worden, met nog een leuk verlengde op de baan in Gent. Zijn fietssnelheid is legendarisch, zijn beslissingskracht Brits flegmatisch. Het duurde tot eind december vooraleer hij de woorden uitsprak: ‘Ik stop’.
Het is een drukbezette haak, daar waar alle fietsen van afscheidnemende kleppers aan ophangen. Het exemplaar van Cancellara en Rodriguez hangt al een tijdje te bengelen. Het carbon van Wiggins komt er nu bij en volgend jaar volgen Boonen en vermoedelijk ook Contador. Een hele generatie van toprenners geeft er collectief de brui aan. Uren hebben we genoten van hun oerkrachten maar ook deze gezegende talenten voelen ooit de omarming van topsport aan als een omknelling. Dat is het moment om een gepaste afrit te kiezen.
Wiggins dus: de vleesgeworden ‘Brits-heid’, Noel Gallagher op een fiets, getalenteerde arrogantie op 2 velgen, onaantastbaar in taal en tijd. Meester-controleur in carrièreplanning, dromer, ziener en doener. Het supertalent heeft werkelijk alle wensen waargemaakt waar hij voor in de wieg gelegd was. Geboren als begenadigd pisterenner en tijdrijder, 2 talenten waar de gemiddelde topper zijn hele loopbaan mee vult. Maar niet Wiggins: een ronderenner was hij helemaal niet, maar hij werd het op karakter wel toen hij eenmaal de smaak van de gele trui te pakken kreeg. Uitblinken op een terrein dat niet het jouwe is, dan ben je groot. Op dezelfde wijze stak hij ook Parijs-Roubaix, een kasseiklassieker godbetert, in zijn hoofd: 1 keer knallen en rekenen op een superdag. Het zou de enige droom zijn die hij (net) niet kon waarmaken, maar hij was wel op de afspraak. Straffe renner!
Als hij maar geen gestrafte renner wordt. Wiggins wordt al een tijdje geplaagd door de Fluimucil-affaire, een zaak rond een verdacht pakje dat hem werd geleverd een maand voor zijn Touroverwinning in 2012. Op zich geen man overboord, tot Sky-manager Brailsford zich op onhandige wijze verborg achter een waas van nietszeggende dooddoeners, om uiteindelijk te verklaren dat het onschuldige Fluimucil – een slijmoplosser – was geleverd. “Wie zoveel moeite doet om een onschuldig medicijn te verzwijgen, heeft hoogstwaarschijnlijk een schuldige dopingpraktijk te maskeren”, gaat de redenering. Tja, het helpt natuurlijk niet. En wat ook niet helpt, is de verpletterende overmacht die Sky al jaren aan de dag legt in de Tour.
Het doet – of je nu wil of niet, voor of tegen bent – automatisch denken aan het US Postal van Lance Armstrong. Die ploeg reed achteraf bekeken op andere benzine, die op wetenschappelijke en gestructureerde wijze werd aangeleverd. Als er 2 kwaliteiten zijn die je Sky moet nageven, is dat ze ultrawetenschappelijk en hypergestructureerd werken. Dat is absoluut geen beschuldiging, maar daar waar flinke happen budget naar medische begeleiding en onderzoek gaan, worden logischerwijze ook de grenzen van het toelaatbare en het lichamelijk haalbare afgetast. Als er dan ‘wat veel’ verdachte pakketjes aankomen die moeten doodgezwegen worden, zien alle dopingjagers de volgende vette kluif binnen handbereik.
De openheid die Sky en hun huidige kopman Chris Froome huldigen in bloedwaarden en medische testen is ongezien. Op zich is dat nobel en denk je meteen dat alles clean is. Hopelijk is dat zo, maar elke goochelaar kan in 1 handomdraai en enkele hocuspocussen verder de realiteit heel anders laten zien, terwijl die 5 seconden ervoor nog onmogelijk leek. Naïviteit en goedgelovigheid zijn de échte wielerliefhebber – mezelf incluis – niet vreemd. Gelukkig maar, want anders konden we niet meer van deze mooie sport genieten. Alleen mogen die wielerzieke harten niet nogmaals gedoofd worden door onverkwikkelijk bedrog op grote schaal, want dan zou de schade onherstelbaar kunnen zijn.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.