Peter Van Petegem is de ware ontdekker van Laurens De Plus, België’s grootste klimtalent. En het is met dank aan ‘de Peet’ dat de Ninovieter – net terug van een trainingstocht met Tiesj Benoot bij min 6 graden Celsius – nu voor Patrick Lefevere rijdt. Dat moesten we toch even verder uitspitten, en dus bracht WielerVerhaal hen samen. Afspraak: de mythische Haaghoek, een kasseistrook om U tegen te zeggen. Geen spek voor de bek van De Plus, maar Van Petegem – die net om de hoek woont – weet er na een grandioze carrière elke steen liggen. “Maar trainen deed ik hier niet graag”, zegt hij. “Eer je bij de Leberg bent, sta je al plat.”
Toch is de Haaghoek een mooie locatie. De Plus beaamt dat. “Als de voorjaarsklassiekers eraan komen”, kreeg ik als klein ventje enorme kriebels. “En als junior heb ik hier nog de Ronde van Vlaanderen gereden.” Het is echter veel te koud om het interview aan het tafeltje bij de kruising met de Buikberg te doen. Een snelle fotoshoot en we trekken naar taverne Cappucino in Nederbrakel. “Ik kom hier al járen”, zegt Van Petegem. “De eigenaars zijn supporters van mij.” En dus krijgen we ook nog lunch voorbij de klok van 2. 2 keer koninginnenhapje en een kippensoepje. U mag raden wat voor wie. In ieder geval werd het een uitgebreide en boeiende babbel tussen de ontdekker/meester/supporter en zijn poulain.
Tenerife
Van Petegem: “De 1e keer dat wel elkaar ontmoet hebben, was in Tenerife. Ik was er met mijn vrouw en kinderen in de kerstperiode op vakantie en Laurens zat met zijn ouders in hetzelfde hotel. ”
De Plus: “Ik was met zijn kinderen aan het pingpongen en keek heel erg op naar Peter. Ik koerste nog niet echt, maar ik vond het wielrennen wel leuk. Door het contact met Peter en zijn fantastische verhalen – hij ging in Tenerife 4km in de zee zwemmen als training! – is die wens om zelf te gaan fietsen in sneltempo toegenomen. Ik mocht aanvankelijk nog niet van mijn ouders, want wielrennen is geen evidente sport en bepaald goedkoop is het evenmin. Maar Peter heeft wat gepusht.” (lacht)
Van Petegem: “Ik begrijp dat, zijn ouders zijn zakenmensen en school was belangrijk. Langs de andere kant, een kind moet iemand hebben naar wie hij opkijkt, ik deed dat destijds ook naar Ferdi Van Den Haute. Dat was niet de beste, maar hij had iets. Dat geeft je ook de drang en de wil om verder te geraken. Het is mooi dat ik er zo voor Laurens kon zijn. Na die eerste keer zijn we contact blijven houden. Maar ik zag direct dat hij het wel in zich had. Een goeie kop, voetjes op de grond. En een smal en stevig postuur. Geen kerel om op de kasseien te rijden, maar een perfect lijf voor het klimwerk. Hoewel…”
De Plus: “Bij de jeugd ging mij dat nog wel af, op kasseien dokkeren. Ik heb als belofte ooit nog Gent-Staden, de eerste voorjaarskoers, gewonnen. En in de Omloop was ik ook nog goed. Maar bij de profs is het een ander verhaal. Amai! Eigenlijk stelt dat weinig voor. Het is niet omdat je veel wint in de jeugdcategorieën dat je het ook maakt als prof. Daar zijn genoeg voorbeelden van.”
Enorme evolutie
De Plus: “We zijn altijd contact blijven houden, en als ik wat raad nodig had, kon ik altijd bij Peter terecht. Ik ben dan begonnen via Thompson en de ploeg van Geert Van Bondt uit Denderhoutem. Als 1e jaars belofte kwam ik bij de Lotto-ploeg (U23) terecht.”
Van Petegem: “Hij is de voorbije jaren heel snel gegroeid. Dat kunnen er weinig zeggen in België. Laurens is nooit een echte winnaar geweest en dat maakte het hem niet makkelijker. Want vaak tellen alleen de resultaten. Maar chapeau dat hij er altijd alles voor gedaan en gelaten heeft. In het voetbal verlies je en het volgende weekend win je. In de koers werkt het zo niet. Je moet mentaal harder zijn. Hij reed al snel veel in het buitenland en als je dan vaak als 1e Belg eindigt, valt dat op.”
De Plus: “Vanaf de beloften ging het eigenlijk behoorlijk goed, zag ik echt dat ik ook vlot omhoog ging en verteerde de winterstage makkelijk. Mijn testen waren ook zeer goed. Dat geeft moral voor een jonge gast. Als het dan de 1e koers meteen bingo is en niet op eens op mijn parcours, dan weet je dat je beter bent dan veel van je leeftijdsgenoten. Ik heb dat 2e jaar altijd en overal top 10 gereden, zelfs in koersen die niks voor mij waren.”
Tour de France
Van Petegem: “Iedereen wil prof worden, Laurens wilde dat ook. Je móet dat hebben, anders gaat het niet lukken. De vibe moet er ook zijn en je moet kunnen afzien. Je moet leren winnen en verliezen, een belangrijk proces. Je moet na een nederlaag direct de knop kunnen omdraaien. Laurens kan dat omdat hij nooit veel gewonnen heeft – en nooit veel zal winnen. Maar om een grote coureur te worden, moet je maar een paar keer raak schieten. Op het juiste moment en in de juiste koers. Voor mij was dat de Ronde van Vlaanderen. Voor Laurens kan dat iets zijn in de trant van de Ventoux, of top 5 in de Tour.”
De Plus: “Een goed klassement rijden in een grote ronde, dat is mijn ultieme droom. In het huidige wielrennen staat dat toch hoog aangeschreven. Veel renners willen dat, maar het is er weinigen gegeven. Om 3 weken lang te presteren in zo’n grote koers moet je veel op hoogte trainen. Dat doe ik graag. En als er 1 ronde mij aanspreekt, dan is het de Tour, met al zijn mythische cols en aankomsten.”
Van Petegem: “Mocht hij de Vuelta zeggen, zou niemand nog wakker liggen van De Plus. Natuurlijk wil hij presteren in de Tour. Als ik ooit had gezegd dat ik Gent-Wevelgem zou willen winnen, dan zouden ze mij weggelachen hebben.”
De Plus: “Toen De Gendt won op de Ventoux vorig jaar was ik op stage in Girona. Ik heb het pas achteraf gehoord, maar was natuurlijk heel blij. Ik heb ‘s avonds wel naar ‘Vive le Vélo’ gekeken, maar de etappe heb ik niet meer gezien. Je bent elke dag met koers bezig, dan ga je niet meer naar urenlange heruitzendingen kijken.”
Van Petegem: “Hij heeft gelijk. Je moet met jezelf en je eigen job bezig zijn. En de goesting hebben om dat zelf ook ooit te kunnen presteren. De rest maakt allemaal niks uit. Het enige wat je van een koers kan leren, is hoe je je tegenstander moet afmaken.”
De Plus: “Maar de Ronde en Roubaix zie ik altijd graag. Als ik op stage ben, probeer ik mijn training of rustdag zo te plannen dat ik de koers kan zien. Want dat blijven hoogdagen voor mij. En nu zeker met Tom die zijn laatste koersen rijdt…. Dat leeft trouwens. Je voelt binnen de ploeg dat het team altijd rond Boonen gedraaid heeft. Maar of hij nu wint of niet, hij zal altijd een icoon zijn. Ik geloof dat hij 21 klassiekers gewonnen heeft. Dat zegt genoeg.”
De grote keuze
De Plus: “In mijn 2e seizoen bij de beloften kreeg ik aanbiedingen van 5 of 6 ploegen uit de WorldTour. Het maakt nu niet meer uit welke teams dat zijn, maar Quick-Step was er uiteraard 1 van. Ik kon ook bij Lotto Soudal blijven. Op dat moment heb ik Peter gebeld en ben ik bij hem langs geweest voor advies.”
Van Petegem: “Ik heb Laurens niets opgedrongen, maar ik had wel een duidelijke mening. Ik vond dat hij moest vertrekken bij Lotto – al heb ik absoluut niks tegen die ploeg. Hij zat er in een groepje met allemaal leeftijdsgenoten en hoe je het ook draait of keert, dan ga je bij de profs naar elkaar kijken en vergelijken. Zo’n onderlinge strijd is nooit goed. Laurens moest alleen aan zichzelf denken. Hij had nood aan een nieuwe en meer internationale omgeving waar hij progressie kon maken. Maar hij was toen ook maar 19 en had nood aan een familiale omgeving. Dat heeft te maken met zijn karakter, familie is belangrijk voor hem. Dan moet je die jongen niet naar pakweg Katusha sturen. Quick-Step was ideaal.”
De Plus: “Het is niet zo dat ik de keuze voor Quick-Step die avond bij Peter al bepaald heb. Ik heb er 2 maanden over gedaan om de beslissing te nemen. Maar ik had wel een goed gevoel bij Patrick Lefevere, ook in ons gesprek samen met mijn manager Dries Smets. ”
Van Petegem: “Als jonge gast moet je openstaan voor je omgeving, bij welke je ook zit. Je moet kijken en luisteren. Ik heb van die jongeren gezien die met een air binnenkwamen van… Tja, dat komt nooit goed. Je moet weten dat je er alleen nooit komt, dat je je ploeg nodig zal hebben op bepaalde momenten. Een ploeg kiezen is trouwens 1 van de belangrijkste dingen die je als renner te doen staan. Financieel ligt dat bij alle ploegen in dezelfde schaal op die leeftijd, maar je moet in het juiste klimaat terecht komen. Je moet plezier kunnen hebben om goed te kunnen rijden.”
Babyvet
Van Petegem: “Laurens heeft goeie benen, een gouden hart en een verstandige kop. Dat is belangrijk. Koers leren lezen is heel belangrijk voor hem. Ik heb veel coureurs gekend die veel beter waren dan ikzelf, maar ze hebben nooit iets gewonnen. Je moet het zíen. Én doen! Zit er maar eens, aan de voet van de Saint-Nicolas. En dan nog naar boven met de besten. Koersen is niet zo simpel als het er op tv uitziet. Je moet met weinig inspanningen zo hard mogelijk koersen. Stap voor stap ervaring opdoen en Laurens komt er wel.”
De Plus: “Dit is het jaar van de bevestiging voor mij. Zo zie ik het wel. Zeker na mijn Olympische Spelen kan ik van 2016 een succes spreken. Nu wil een grote ronde rijden om sterker te worden. Het babyvet moet er nog wat af. Voor een klassement is het echter nog te vroeg. Dat hoeft ook nog niet. Al wil ik in de Ardennenklassiekers wel opnieuw de finales rijden. Maar zonder stress. Eigenlijk kan ik nog bij de beloften rijden, maar het wordt nu mijn 2e seizoen bij de profs. Ik sta al heel ver om 21 jaar te zijn. Dat geeft veel gemoedsrust.”
Van Petegem: “België blijft een land van ééndagskoersen, dus het zou mooi zijn als Laurens ook zijn stempel daar kan drukken. Zoals in Luik-Bastenaken-Luik. Zeker met de nieuwe finale wordt het daar nog lastiger voor de Belgen. Vorig jaar zat hij mee voorin. De enige Belg in de kopgroep en de commentatoren hadden hem niet erkend. Dat is toch een beetje jammer. Ja, tuurlijk doet het me wat als ik Laurens zie aanvallen. Het zou jammer zijn dat ik mijn tv zou afzetten, hé. (hilariteit) Als liefhebber heb je altijd wat een voorkeur voor iemand. Ik wens hem een goed seizoen zonder ziekte en valpartijen. Voor de rest moet hij gewoon fietsen en genieten.”
Fotomateriaal: WielerVerhaal.