Ondanks ze naar eigen zeggen wel een goed seizoen heeft gehad, is Pia De Quint (28) maar wat blij om de komende maanden opnieuw voor Sprinters Malderen te kunnen koersen. Bij Lares-Waowdeals werd te veel van haar gevraagd. “Ik moest constant professioneel zijn, maar geld om mij een loon te betalen, hadden ze niet. Dat is geen verwijt, wat koersen kost handenvol geld voor een startende ploeg. Maar dan moet je ook niet te veel willen van je rensters.”
Hoe evalueer je vorig seizoen op sportief vlak?
Pia De Quint: “Ik heb heel wat ervaring mogen opdoen in grote koersen en dat heeft me sterker gemaakt. Ik heb zeker niet slecht gereden en ik denk dat de resultaten best wel goed waren. Ten allen tijde heb ik ook alles gegeven in het teambelang, ploegorders opgevolgd en geholpen waar ik kon. Het was een mooi seizoen op dat vlak. Best leuk. Ik mag niet klagen.”
Maar je bent wel blij om weg te zijn bij Lares-Waowdeals?
Pia De Quint: “Dat is het minste wat je kan zeggen. Het was redelijk snel duidelijk dat ik niet in de juiste omgeving was terecht gekomen. Als je niet betaald wordt, ben je amateur, liefhebber, of hoe je het ook wilt noemen. Maar ik moest daar constant een professionele attitude aannemen dat het niet leuk meer was. Op het einde van het seizoen werd ik gewoon ziek van alle stress. Dan weet je dat je weg moet. Spijt dat ik nu op een zogezegd lager niveau fiets, heb ik dus niet.”
Dat klinkt zwaar.
Pia De Quint: “Professioneel zijn, wat is dat? Het is niet omdat je de UCI betaald hebt om grote wedstrijden te mogen rijden, dat je professioneel bent. Dat vind ik een totaal verkeerde perceptie. Professioneel zijn, betekent dat je je rensters kunt betalen om rond te komen zonder dat ze nog ander werk moeten doen. Ik wil mijn gal niet spuwen op Lares-Waowdeals, maar dit zijn de feiten bij veruit de meeste WorldTour-teams in het dameswielrennen. Er bestaat bij de vrouwen zelfs geen minimumloon, onbegrijpelijk.”
Waarom Sprinters Malderen?
Pia De Quint: “Ik krijg hier vrijheid en respect. Ik kan koersen met vrienden en er is geen druk. Ik ben een liefhebber, ik fiets omdat ik dat graag doe. Hier krijg ik de kans om dat ook in een leuke sfeer en op een deftig niveau te doen. Er zijn wel een aantal gesprekken geweest met andere teams, ook op UCI-niveau, maar een voltijds loon zou ik niet krijgen. Dan heb ik daar geen zin in. Eigenlijk stond het meteen vast dat ik zou terugkeren naar Sprinters Malderen, waar ik al die jaren heel goed ben geweest. Ik was ook meteen weer welkom.”
Je bent sinds kort verloofd met Mark McNally, die prof is bij Wanty Groupe-Gobert. Biedt het voordelen om met een renner samen te zijn?
Pia De Quint: “Dat heeft zeker zijn voordelen. We begrijpen elkaar. Als ik hongerig terugkom van een trainingsrit, dan weet hij dat hij niet eerst lastige vragen moet stellen. Bovendien kan ik veel leren van hem op vlak van training en voeding. De omkadering bij zijn team is van hoog niveau.”
Trainen jullie samen of kan je hem niet bijbenen?
Pia De Quint: “Nee, dat niet. Je moet trainen op hartslag en wattages. Mark fietst op een heel ander niveau dan ik. En we zijn al elke dag samen. Als je dan ook nog eens samen gaat fietsen, dan wordt het te veel van het goede, vrees ik.”
Mis je hem als hij lang van huis is?
Pia De Quint: “Ja, heel hard zelfs. Hij is veel en soms lang in het buitenland en dan voel ik me wel eenzaam. Ik heb speciaal een klein katje gekocht, zodat ik toch een buddy heb als Mark weer weg is. Dat doet veel. Dan weet je waarom je naar huis moet komen.”
Wanneer zal 2017 een succes zijn voor jou?
Pia De Quint: “Eigenlijk is mijn jaar nu al geslaagd, want ik kan doen wat ik graag doe: buiten zijn en fietsen. Daarom wil ik me niet vastpinnen op bepaalde resultaten.”
Fotomateriaal: Paul Hinninck.