De laatste Belgische eindzege in Parijs-Nice dateert van 1998. Ene Frank Vandenbroucke domineert dat jaar de koers: VDB wint de 1e etappe, verovert de leiderstrui en staat die niet meer af. Tussendoor pakt hij ook nog eens een 2e ritzege. 65 jaar voor Vandenbroucke wint Fons Schepers de allereerste editie van de ‘Koers naar de Zon’. Ook hij is de beste in de 1e rit en blijft leider van begin tot eind.
“De pastoor uit den bloeienden wijngaard”, zo wordt klasbak Fons Schepers wel eens voorgesteld in de media van toen. “Stel u eens voor: een boom van een vent, altijd lachend, steeds even minzaam, vriendelijk en stil in de omgang, eerlijk en behulpzaam in koers, voorbeeldig van gedrag in alle opzichten…. Enfin, Fons Schepers is de braafste jongen van heel Haspengouw en een zeer schoon figuur in de Europeesche wielerwereld!”
Dat Schepers een boom van een vent is – om en bij de 80 kg voor 1m80 – levert hem echter evenveel de bijnaam ‘de Dikke’ op. Dat deert hem allerminst, want de Neerlintenaar toont al bij de jeugd zijn aangeboren talent voor de koers. Schepers rijgt de zeges aaneen maar werkt ‘s winters in een huidevetterij, want “thuis zijn er nog 4 broers en 2 zusters die allemaal met hetzelfde lief en vriendelijk voorkomen hebben en allemaal met dezelfde goeie maag!” Bij de juniores groeit hij uit tot ‘De Schrik der Kermiskoersen’.
Niet alleen in Haspengouw maar ook in het nabijgelegen Wallonië. Als onafhankelijke – zeg maar het ultieme opstapje naar de profs – gooit Schepers hoge ogen door naast Luik-Bastenaken-Luik ook de Ronde van Vlaanderen te winnen. Bij de profs maakt Schepers een ijzersterk debuut: hij wordt meteen Belgisch kampioen, is de beste in het Franse Circuit de Morbihan en wint nu ook de ‘echte’ Luik-Bastenaken-Luik.
Parijs-Nice
In 1933 toont Schepers opnieuw wat hij in zijn mars heeft. Dat jaar wordt de 1e editie van de Franse rittenkoers Parijs-Nice verreden. De wedstrijd komt er op initiatief van een aantal Franse kranten. Nieuw is het gegeven van een rittenkoers uiteraard niet. Revolutionair is wel de datum: van dinsdag 14 tot en met zondag 19 maart. Voor het eerst in de wielergeschiedenis staat dergelijke rittenkoers zo vroeg op de kalender. Parijs-Nice wordt daarom ook meteen aanzien als dé internationale opener van het wielerseizoen.
In totaal verschijnen 144 renners aan de start van de eerste etappe met vertrek in Parijs. Na 312 km is Schepers in Dijon de snelste van een selecte kopgroep. Hij is meteen ook de leider en staat die plek niet meer af. Schepers pakt ook nog eens 3 2e plaatsen en wint uiteindelijk met meer dan 2 minuten voorsprong op streekgenoot Louis Hardiquest. Na Parijs-Nice wordt de Haspengouwer prompt tot favoriet voor de Ronde van Vlaanderen gebombardeerd én weet die rol ook waar te maken. Verder pakt hij nog etappezeges in diverse Franse rittenkoersen en wint hij ook nog een etappe in de Tour. Schepers rondt zijn topjaar af met een zege in de hoog aangeschreven criteriums van Genève en Turijn.
Fruitkweker
Ook in 1934 presteert Schepers goed. Hij wint een etappe in Parijs-Nice en wordt 2e in de Ronde van Vlaanderen, na Gaston Rebry. Naar eigen zeggen had Schepers voor een 2e opeenvolgende keer moeten winnen in de Ronde. “In de kontrool van Roeselare nam ik geen etenszak en toen het zielkundige ogenblik gekomen was om de ontvluchte Gaston Rebry bij te halen, kwam ik force tekort”, zo blikt hij jaren later terug tijdens een interview. Schepers kan ook uit de voeten in de Ardennen: in 1935 wint hij opnieuw Luik-Bastenaken-Luik. Maar daarna gaat het bergaf. “Schepers staakte het rijden en plaatste zich als beenhouwer. Na een jaar stroomde het koersbloed weerom te onstuimig en Fons nam begin 1936 het entraînement weer op om puike uitslagen te verwezenlijken”, klonk het. Vooral in de Vuelta presteert de Haspengouwer sterk: hij wint 3 etappes, finisht 3 keer 2e en pakt uiteindelijk de 7e plaats in het eindklassement.
Na een eerder intermezzo als beenhouwer, hangt Schepers in de loop van 1938 zijn fiets nu definitief aan de haak. Hij vestigt zich in Tienen en wordt fruitkweker. Daar zoekt journalist Achiel Van Den Broeck hem in 1952 op voor een reportage. Hij concludeert dat Schepers “met een weinig meer nijdigheid 1 van de machtigste wegrenners uit de wielergeschiedenis zou geweest zijn.” Te veel pastoor zijn is ook weer niet goed….
Fotomateriaal: Wielermuseum Roeselare.
Bronnen (Wielermuseum Roeselare): Geïllustreerde Sport1wereld, SportRevue, archief Charles Aerts, Coups de Pédales