Een kleine verrassing toen hij in 2014 naar de zege in de Omloop snelde, en een nog grotere verrassing toen Ian Stannard een jaar later een ware hold-up pleegde in diezelfde Omloop met 3 ploegmaats van de Quick-Step formatie. Sindsdien is duidelijk dat de in Milton Keynes – vernoemd naar de ‘Nieuwe Stad’ – geboren Stannard gemaakt is voor de Vlaamse voorjaarsklassiekers. “Roubaix winnen zou een echte jongensdroom zijn.”
Ian, je bent al een paar keer in absolute topvorm geweest in het begin van het Belgische seizoen. Vanwaar de interesse?
Ian Stannard: “Ik ben een ietwat kleinere meer geblokte renner. Mijn postuur is perfect gemaakt voor het Vlaamse werk. Al die kasseien en korte hellingen, dat is stuff voor mij. Er kan serieus wat wind staan en het kan regenen, dat maakt het niet altijd makkelijk. Om dat in de frontlinie te overleven heb je bepaalde karakteristieken nodig, en die heb ik. Ik heb er als jonge knaap van gedroomd om hier op een dag op de kasseien te kunnen rijden. Het spreekt me echt aan. I love it!”
Als ik de Omloop 2014 zeg, wat zeg jij dan?
Ian Stannard: “2014 was geen geweldig seizoen (door een gebroken wervel na een val in Gent-Wevelgem werd Stannards klassieke voorjaar voortijdig afgebroken, red) maar het begon inderdaad wel met een enorme knaller. Een wedstrijd met aanzien als de Omloop winnen als 1e Brit ooit, dat is speciaal. Het was ook mijn 1e e grote overwinning. Voor het eerst kon ik de wereld laten zien wat ik waard ben als coureur. Die wedstrijd heeft mijn carrière gelanceerd.”
Wat schiet er door je hoofd als je terugdenkt aan de memorabele editie van 2015, toen je 3 ploegmaats van Quick-Step op een hoopje reed?
Ian Stannard: “Zo 3 jongens van een gerenommeerde ploeg als Quick-Step kloppen is superspeciaal. Eerst moesten Boonen en Vandenbergh eraf en nadien klopte ik nog Terpstra in de sprint…. Super, toch? Tijdens de koers zelf dacht ik aan een 2e of 3e plaats, maar winnen kwam nooit in me op. Dat hield ik voor onmogelijk in die situatie. Zeker het feit dat ik Boonen eraf kreeg, doet me veel. Ik koers al met Boonen sinds we juniores zijn en heb hem enorm zien groeien. De manier waarop hij trapt en beweegt, een zeer straffe coureur. Hij heeft me vaak geïnspireerd tijdens mijn carrière.”
Wat spreekt je zo aan in de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne? Want in die laatste koers reed je ook al eens podium…
Ian Stannard: “Sowieso is de Omloop iets aparts. De 1e echte koers van het jaar, dat is ook voor mij als buitenlander steeds weer likkebaarden. En nu natuurlijk des te meer. (lacht) Als je daar wint, kan je met een zeer relaxt gevoel de rest van de klassiekers aanvatten. Dat zorgt ervoor dat je echt kan genieten van de koers. Het feit dat ik die koers kan winnen, speelt natuurlijk in mijn voordeel.”
Welke karakteristieken heb je als renner nodig om in de voorjaarswedstrijden op Vlaamse bodem aardig voor de dag te komen?
Ian Stannard: “Je moet stug genoeg zijn, de kasseien makkelijk én graag verteren en je moet ook goed op je fiets zitten. Dat is niet voor iedereen weggelegd, zoveel is wel duidelijk.”
Vorig jaar stond je ook in Roubaix op het podium. Is de Helleklassieker opnieuw een doel?
Ian Stannard: (zonder aarzelen) “Absoluut. Als er in 2017 een koers is waar ik echt goed wil zijn, dan is het Parijs-Roubaix. Winnen op de velodroom staat bovenaan mijn favorietenlijstje, het is het grote doel voor dit seizoen. Zeker na mijn 3e plaats van vorig jaar. Dat heeft de goesting om daar te winnen zeker nog versterkt. Het is een jongensdroom om ooit die kassei in de lucht te steken in Roubaix. Al kan ik met de Ronde van Vlaanderen ook wel leven.” (lacht)
Is de beste Ian Stannard yet to come op zijn 29e?
Ian Stannard: “Dat zullen we moeten afwachten, maar ik hoop daar zelf wel op, ja. Ik heb alvast een goede winter gehad en ben helemaal klaar voor de rest van het klassieke voorjaar. Laat de lente maar komen!”
Fotomateriaal: Davy De Blieck.