Een spraakwaterval krijg je niet wanneer je Kevin Pauwels (32, Marlux-Napoleon Games) interviewt, maar je kan er wel van op aan dat de veldrijder eerlijk als goud is. En hij is gastvrij, je bent altijd welkom. “Al is die aandacht voor mijn persoon helemaal niet nodig”, zegt de timide Kalmthoutenaar bij de hervatting van zijn trainingen voor een nieuwe crosswinter. “Eigenlijk zou het veel makkelijker zijn als ik gewoon zou kunnen crossen en daarna meteen naar huis kon.” Onbewust populair, heet dat.
Al terug aan het trainen, Kevin?
Kevin Pauwels: “Na het crossseizoen ben ik een weekje thuis geweest en nadien met Bart (zijn mecanicien Bart Risbourg, red) en een paar maten – altijd met dezelfde groep, een man of 5, 6 – naar de Ardennen geweest. Trainen hebben we daar niet gedaan, maar we hebben wel veel op de fiets gezeten. Downhillen! Puur voor het plezier. Af en toe zijn we ook iets gaan drinken, maar niet overdreven veel. (lachje) Vorige week ben ik weer beginnen trainen en maandag voor het eerst weer 4 uur gaan fietsen. In Nederland, want daar zijn de fietspaden veel beter en het is er ook rustiger. Het is wel nog op het gemakje, ik had 121km, maar de volumes nemen de komende weken stilaan toe. Binnen 2 weken ga ik misschien een week naar Mallorca, maar ik heb nog niets vastgelegd. Als het in België goed weer is, worden het waarschijnlijk weer Ardennen.”
Hoe kijk je terug op het voorbije crossseizoen? Heeft het gebracht wat je ervan verwacht had?
Kevin Pauwels: “Toch iets te veel 3e plaatsen. Ik ben wel tevreden, maar ik had graag eens gewonnen. Dat had ik vooraf ook wel verwacht. Het had niet eens uitgemaakt waar, een cross is een cross voor mij. Ik heb veel goede wedstrijden gereden, maar de uitschieter ontbreekt. Al heb ik op BK en WK toch podium gereden, meer zat er ook daar niet in op die parcoursen – zeker niet omdat ik daar op de verkeerde momenten plat reed. Vroeger had ik het er wel lastig mee, dat Van Aert en Van der Poel alles naar huis reden. Maar intussen kan ik me neerleggen bij hun meesterschap. Ik heb er mee leren leven, kan ook niet anders. En ik heb getoond dat ik the best of the rest ben.”
Hoe zie je jouw rol binnen de ploeg?
Kevin Pauwels: “Daar wordt intern nooit over gesproken en eigenlijk kan ik daar weinig over kwijt. De resultaten bepalen alles. En dus mag ik zeggen dat ik de kopman ben. Al is Michael Vanthourenhout ook wel goed, en hij heeft nog marge om te groeien. Michael was in het begin van het seizoen iets beter, en ik kom altijd wat trager op gang. Maar de rest van het seizoen was toch voor mij, als je puur Marlux-Napoleon Games bekijkt. Ik weet dat Jurgen (Mettepenningen, red) wil dat er gepresteerd wordt, anders wordt hij toch wat zenuwachtig. Dat voel je ook als hij voor een wedstrijd langs komt in de camper voor een klapke. Dan weet je ook meteen hoe laat het is. Maar eigenlijk ben ik daar voor de rest weinig mee bezig en doe ik gewoon mijn best.”
Hoe ga jij eigenlijk om met druk van buitenaf? Het lijkt dat je makkelijk van je af kan schuiven, dat je je er weinig van aantrekt… Of heb je het er soms toch lastig mee?
Kevin Pauwels: “Bwah, dat valt wel mee. Als ik aan de start sta, heb ik altijd wel wat zenuwen, maar misschien is dat eerder gezonde spanning. Ik probeer mezelf op scherp te zetten en wil er altijd het maximale uithalen. Voor de rest trek ik mij dat allemaal niet zoveel aan. Met Bart praat ik daar zelfs nooit over. Wij hebben het alleen over materiaal en de stages. (lachje) En de voorbije weken ook over de wegkoersen.”
Om daar op in te pikken: hoe ziet jouw voorbereiding er uit?
Kevin Pauwels: “Een beetje gelijkaardig als andere jaren. Ik rij wellicht 3 rondjes, te beginnen met de Triptyque, dan Slovakije en ten slotte de Ronde van Luik. Voor de rest nog een reeks losse wedstrijden, maar ik heb nog geen idee waar of wanneer. Sowieso ga ik ook weer wat mountainbiken, want dat is er de laatste jaren weinig van gekomen. Ik mik wel op het BK in Ottignies, maar ik ben er nog niet te fel mee bezig. Als voorbereiding zal ik ook nog 1 MTB-wedstrijdje rijden.”
Met Kalmthout heb je een uitermate mooie en perfect geschikte locatie om te trainen. Een echt trainingsbeest?
Kevin Pauwels: “Ik train wel voldoende, maar nu niet dat ik me zelf moet afremmen. Eigenlijk ben ik minstens evenveel met materiaal bezig. Om iets te noemen: ik rijd weer met 2 Rotor-bladen vooraan, terwijl andere renners vaak voor 1 enkel blad kiezen. Pas op, dat binnenste blad gebruik ik bijna nooit. Misschien eens in een zwaardere cross als Gavere, maar dat is het dan wel. Zaak is: als je met 2 bladen rijdt, kan je in de start al 2 tanden groten zetten. Bij single bladen is het grootste 44, en ik kan nu 46 gebruiken. Dat scheelt een stuk. Ook in de sprint geeft me dat trouwens voordeel. Daarnaast ben ik wel een voorstander van schijfremmen, al verslijten de remblokken wel veel te snel. Zeker op een natte omloop. Op het WK voelde je elke ronde dat het minder goed remde. Dat was wel behoorlijk vervelend.”
Train je nu meer of minder dan pakweg 5 en 10 jaar geleden?
Kevin Pauwels: “Toch wel ietsje meer. Gewoon omdat ik voel dat mijn lichaam dat nodig heeft. Maar voor de rest hebben de jaren weinig vat op mij, voorlopig moet ik ook niet méér recupereren van zware wedstrijden dan vroeger. Dat zal wel te maken hebben met het feit dat ik mij goed soigneer, zowel qua voeding, training als rust. Ja, schrijf maar dat dat het geheim is achter de onverslijtbare Kevin Pauwels.” (grijnst)
Je denkt dus nog niet aan stoppen?
Kevin Pauwels: “Als ik voel dat het achteruit begint te gaan, zal ik wel tijdig mijn conclusies trekken. Als het podium geen optie meer is, zal het mooi geweest zijn voor mij. Wat ik dan ga doen? Iets in het veldrijden hoeft voor mij niet echt. Er is toch veel show en druk gedoe. Dat is niet aan mij besteed. De laatste jaren neemt het steeds grotere proporties aan, met handtekeningen en selfies. Iedereen kent me nu, hé. Dat is soms wel eens leuk, maar geregeld is het me ook te veel. Het zou gemakkelijker zijn als ik gewoon kon gaan crossen en erna direct weer naar huis kon.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck – WielerVerhaal.