Ze leren het je al in de kleuterklas. De vierkantjes bij de vierkantjes en de driehoekjes bij de driehoekjes. Sorteren. In vakjes en hokjes. Alles een plaats geven zodat je het makkelijk kan terugvinden. Orde moet er heersen. En toch. Niet alles valt te categoriseren onder 1 enkel etiket. Niet alles kan maar juist 1 label krijgen. En al zeker Mathieu van der Poel niet.
Crosser, hoor ik u zeggen. Correct. Maar terwijl u het zegt, beseft u ongetwijfeld al dat dat antwoord te beperkt is. En toch. Het grootste deel van het jaar is Mathieu van der Poel crosser. Ploetert hij door velden, glijdt hij door zandbakken en jumpt hij over balken. Of bergjes. Of bruggen. In ieder geval, hij amuseert zich rot. En wint ook. Uiteraard. Spelenderwijs je geld verdienen.
Wij, de gewone mensen, voelen ons nu al instant depressief.
Toch is er meer. Mountainbike, hoor ik u zeggen. Correct. Maar terwijl u het zegt, beseft u ongetwijfeld opnieuw dat dat antwoord te beperkt is. Af en toe gaat hij mountainbiken. Dan neemt hij deel aan een Wereldbeker en rijdt hij podium. In een discipline waar hij geen volledig seizoen aanwezig is. In een discipline waar hij het, opnieuw, gewoon plezant vindt. De rest van het peloton vloekt en puft dat het niet meer mooi is.
Hij komt spelen. Zij zien af.
Hij wordt 2e. Zij staan niet op het podium.
Ook op harde ondergrond is Van der Poel een winnaar. Als oneffenheden op de weg geen boomwortels zijn, maar plaatselijke vluchtheuvels. Als de snelheid hoger ligt en de duur van de inspanning langer wordt. Ook op het asfalt is Van der Poel een geboren kampioen. Dat begon al in Firenze. Fiesole, of waar was het weer. Waar Van der Poel als crosser wereldkampioen wielrennen werd bij de junioren in een seizoen waarin hij tot 30 crossen won.
Wat lijkt het leven makkelijk voor een alleskunner. Zijn hoofd moet zorgenvrij zijn. Schijn bedriegt. Die knie zal voor genoeg onzekerheid hebben gezorgd het voorbije jaar. Tot plots alles van een leien dakje ging lopen. Nu moet ze alleen standhouden, die knie, want hij heeft ze nodig. Om zijn weg naar succes met de nodige dosis lef tot een goed einde te brengen. Of naar een Olympische medaille in het mountainbiken. Wie weet…
Van der Poel is dan ook nog eens een prater. Je kent het wel. Zo’n type dat voor een microfoon altijd wel iets te zeggen heeft. Volledige zinnen, met het juiste evenwicht tussen inhoud en humoristische knipogen. Maar niet alles loopt altijd zoals gehoopt. Gisteren won hij niet in Limburg. Wel een Belg.
Ook Wout van Aert is een kanjer. Die zelf toegeeft dat de prestaties van Van der Poel hem scherper maken. Attenter. Bewuster bezig met het winnen op zich.
Ze tillen elkaar naar een hoger niveau, maar hoe hoog precies?
Tokio 2020? En dan knallen op de weg?
Het is maar 1 van de vele opties voor een man die met 1 label niet te categoriseren valt.
Al volstaat 1 woord: talent.