Meer dan 2.600 fietsliefhebbers zullen zondag in Italië de mythische Passo dello Stelvio beklimmen. De Granfondo Stelvio Santini blijft zo ook in zijn 6e editie groeien met 10%. De fietsers komen uit 46 landen – iets meer dan de helft zijn Italianen. Van de andere landen zijn Denemarken en het Verenigd Koninkrijk het beste vertegenwoordigd. Wat de Stelvio zo speciaal maakt, kon u hier (klik) deze week al lezen op WielerVerhaal.
Wie Stelvio zegt, denkt natuurlijk meteen aan Bormio. Slechts 4.000 zielen, maar o zo mooi in een dal in de provincie Sondrio, regio Lombardije, op 3 uurtjes rijden van Milaan. Bormio is een belangrijke verkeersader. De Stelviopas vormt de verbinding met het Duitstalige Südtirol, de Gaviapas verbindt het Valtellina met het zuidelijker gelegen Val Camonica en de Foscagnopas leidt naar Livigno, waar veel profs op hoogtestage komen, denk maar aan Yves Lampaert of Louis Vervaeke. Het centrum van Bormio heeft zijn middeleeuwse karakter goed weten te behouden. Enkele belangrijke gezichtsbepalende gebouwen zijn de stadstoren met zijn zwaluwkantelen, de kerk San Gervasio e Protasio, het Palazzo de Simoni waarin het stadskantoor gevestigd is en de 12e eeuwse kerk San Vitale met zijn ranke klokkentoren.
Maar de Granfondo Stelvio Santini dus. Er zijn 3 routes die allen hun vertrekpunt in Bormio hebben. En allemaal met dezelfde bestemming: de top van de Passo dello Stelvio, op 2.759 meter boven de zeespiegel. Er wordt gefietst op wegen die bol staan van de wielergeschiedenis. In mei reden de renners nog een deel van het parcours tijdens de Giro d’Italia. Maar ook bijvoorbeeld Marco Pantani won hier een bloedstollende etappe in de Giro. In 1965 werd in de Ronde van Italië de Cima Coppi ingevoerd, een bonusprijs voor de 1e renner die het hoogste punt van de ronde bereikt. Elke keer de Stelvio sindsdien in het parcours zat, was het ook het hoogste punt van de Giro en dus het toneel van de Cima Coppi.
3 afstanden, 1 doel
De Granfondo-renners die voor de langste afstand kiezen, starten om 7 uur in de ochtend en rijden 151,3 km. Ze krijgen eerst de Teglio-beklimming voorgeschoteld, gevolgd door de Mortirolo. Daarna gaat het terug naar Bormio en volgt de Stelvio-klim, waardoor het totale aantal hoogtemeters op 4.058 uitkomt. 1.548 fietsers – 60% van het totale deelnemersveld – hebben gekozen voor deze langste route. “Bewijzen dat je deze uitdaging succesvol kunt aanpakken, is nog steeds een sterk motiverende factor voor de meeste deelnemers”, weet Paolo Santini van naamsponsor Santini.
Meer dan 730 fietsers geven de voorkeur aan de middelste route van 137,9 km. Zij hoeven de Mortirolo niet te bedwingen maar moeten zich uiteindelijk ook baas zien te blijven over 3.000 hoogtemeters. De 60 km lange route is ideaal voor fietsers die hun klimbenen willen testen tussen Bormio en Sondalo en als toetje ook de Stelviopas voor de voeten krijgen geschoven. Ook zij moeten 2.000 hoogtemeters overwinnen.
De truien
Deze editie kent de Granfondo Stelvio Santini 2 verschillende rangschikkingen. 1 vormt de basis van de verstreken tijd tussen start en finish. De 2e classificatie wordt berekend over de 3 verschillende routes en afgestemd op de totale tijden van de individuele fietsers. De tijd van de fietsers van de lange afstand wordt berekend aan de hand van de beklimming van Teglio, Mortirolo en Stelvio, terwijl voor de middellange route de resultaten de som zijn van de tijden op Teglio en Stelvio. Ten slotte wordt de korte route uitsluitend berekend op de klimtijd van de Stelvio. De 3 snelste fietsers per age group zullen worden beloond en de winnaars krijgen op het podium de exclusieve bollentrui. Bovendien zullen de 3 ‘Kings of The Mountain’ en 3 ‘Queens of The Mountain’ voor de beste tijden op de 3 beklimmingen ook een trui krijgen: de snelste tijd op de Teglio (gesponsord door CST), de snelste tijd op de Mortirolo (gesponsord door Trek) en de snelste tijd op de Stelvio (gesponsord door Santini). En last but not least zullen de 3 teams met het grootste aantal deelnemers ook prijzen ontvangen, evenals het team met de meeste finishers. Op die manier wil de organisatie het belang van recreatief gezamenlijk fietsen benadrukken.
Fotomateriaal: Matteo Cappé.