Op 1 juli is het weer zover: dan gaat het grootste wielerevent van het jaar van start! Dan kunnen we opnieuw 3 weken aan een stuk genieten van de Tour de France. En iedereen heeft wel zijn eigen geliefkoosde manier om de koers te volgen. Of je bekijkt de ritten live op tv, of je pikt ‘s avonds nog snel Vive le Vélo mee, of je laat de radio spelen op de achtergrond…. Wat je natuurlijk ook kan doen, is gewoon 3 weken lang meereizen met de Tourkaravaan. Of er enkele mooie locaties uitkiezen om de renners live aan het werk te zien. En om die keuze iets te vereenvoudigen, selecteerden wij alvast 8 locaties die zeker de moeite waard zijn voor een kort reisje, Tour de France inbegrepen!
1. Düsseldorf: beginnen met een tijdrit
Of het nu Londen, Utrecht, Antwerpen of de Mont Saint-Michel is, de Tourstart is altijd een enorm spektakel. En die reden moet al voldoende zijn om op 1 juli naar de Duitse stad aan de Rijn af te reizen. Bovendien start de Tour dit jaar met een tijdrit van 14 km, dat wil zeggen dat je elke renner individueel kunt zien passeren. Misschien wel dé kans voor Tony Martin om nog eens de gele trui aan te trekken, iets dat hem ook al lukte in 2015, zij het met heel veel moeite. En terwijl je wacht tot de 1e renner van het startpodium rolt, kan je genieten van een terrasje in het prachtige historisch centrum van de stad, gaan winkelen in de Köningsallee of de moderne architectuur in het omgebouwde havengebied gaan bezichtigen.
2. Luik: op de 2e dag komt de Tour naar België
Voor wie de Tourrenners maar 1 keer live aan het werk wil/kan zien, vormt de 2e etappe meteen de perfecte gelegenheid. Op een zondag dan nog, er is dus wel tijd voor een ritje naar Luik en terug! Op de Boulevard de la Sauvenière wordt er trouwens een massasprint verwacht, dus je zal de adrenaline zeker voelen stromen. De aankomst wordt verwacht rond 17u15. Kortom: ideaal voor een blitzbezoek aan de grootste koers van het jaar!
3. La Planche des Belles Filles: 1e echte aankomst bergop
Op dag 5 mogen we meteen een eerste krachtsmeting tussen de klassementsrenners verwachten. Die naam alleen al maakt ons nieuwsgierig. Volgens de legende dankt de berg zijn naam aan de Zweedse huurlingen. Die zouden in 1635 de mooie meisjes uit de omgeving met hun handtastelijkheden naar de top van de berg hebben gejaagd. Maar de klim is ook voor de renners niet te onderschatten: 5,9 km bergop met een gemiddeld percentage van 8,5%. Vlak onder de top gaat het zelfs 20% omhoog! Het was daar dat Froome in 2012 zijn kopman Wiggins (en Cadel Evans) een 1e keer los uit de wielen reed. Krijgen we dit jaar opnieuw spektakel? WielerVerhaal zal er alvast bij zijn!
4. Station des Rousses: Aankomst in skioord
In de 8e etappe klauteren de renners door het Jura-gebergte, een rit die wel perspectieven biedt voor een vroege vlucht. Dus misschien mag er wel een Belg juichen? Denk maar aan Thomas De Gendt, Tim Wellens, Serge Pauwels of Greg Van Avermaet. Sowieso is het gebergte op de grens tussen Frankrijk en Zwitserland de moeite om een bezoekje te brengen. In de 1e plaats krijg je er een prachtig landschap voorgeschoteld, maar er zijn ook talloze activiteiten en een groot aanbod aan streekproducten, zoals kaas en wijn. Bovendien zijn de beklimmingen er niet superlastig, dus kun je ook zelf eens op de fiets springen. Na een week Tour komen de renners dus aan in het skioord van Les Rousses. Voor sneeuwpret zal het nu wel te warm zijn, maar aan het meer kan je wel verschillende watersporten beoefenen. Ook de mountainbike- en wandelroutes zijn een mooi alternatief.
5. Rusten in Dordogne
Na 9 dagen mogen de renners genieten van een 1e rustdag. En er zijn slechtere plaatsen te bedenken dan Dordogne om die door te brengen. Het loont zeker de moeite om even halt te houden in het zuidwesten, waar je kan genieten van La douce Fance op zijn best. Een adembenemend landschap, gezellige marktjes in karakteristieke dorpjes, kastelen en grotten, fietsroutes, campings, een overheerlijke keuken,…. En ook de wielerfans moeten niet treuren, want ook op de rustdag kruipen de meeste renners op de fiets. Als je geluk hebt, kan je een eindje met hen meerijden. Of je kan ze spotten op een terrasje waar ze genieten van een koffiepauze.
6. Aankomst én vertrek in Pau
Wie de renners 2 dagen na elkaar aan het werk wil zien, reist het best af naar Pau, de grootstad in het zuidwesten van Frankrijk. Het is al de 68e keer dat Pau gastheer mag spelen voor de Tour. Deze editie vormt de stad de aankomstplaats van de 11e etappe. Die is overwegend vlak, dus mogen we opnieuw een massasprint verwachten. En 1 dag later is het opnieuw feest in de straten van Pau: dan vertrekken de renners voor een loodzware etappe van meer dan 200 km met onderweg 4 cols en een aankomst boven. Dus je kan in Pau de renners zien aankomen, ‘s avonds nog de stad gaan verkennen, overnachten in een mooi hotel, ‘s morgens rustig wakker worden en dan de renners zien vertrekken. Een mooie 2-daagse, toch?
7. Tijdrijden in Marseille
Op de voorlaatste dag mogen de renners nog eens afzakken naar de Zuid-Franse kuststad. Niet om aan het strand te liggen, maar om nog eens 22 km tegen de klok af te werken. Voor ons is dat alvast ideaal. Marseille hoeft eigenlijk geen verdere uitleg meer: een prachtige stad, mooi weer, gelegen aan de Middellandse Zee en de renners 1 voor 1 zien passeren. Meer moet dat niet zijn.
8. Parijs
De Tour eindigt, zoals het hoort, ook dit jaar in Parijs. Na een korte etappe, amper 103 km, mogen we ons terug opmaken voor een koninklijke sprint op de Champs Elysées. Zoals gebruikelijk zal het in een slakkengangetje richting Parijs gaan, waar er nog eens 8 ronden zal worden gevlamd. Tussen een massa volk in een denderende sfeer. Na de koers krijgen we ook nog eens de hele podiumceremonie te zien met de verschillende truien, met de Arc de Triomphe op de achtergrond. Een adembenemend zicht! En iets dat elke wielerliefhebber wel eens moet gezien hebben.