Ondanks z’n jeugdige 22 jaar reed Dylan Groenewegen vorig jaar een niet helemaal onzichtbare Tour de France en in eigen land toonde hij zich onklopbaar op het Nederlands kampioenschap in Ouddorp. Er staat de komende weken dan ook heel wat op het spel voor de sprinter van LottoNL-Jumbo.
Dat hij een resolute topper in wording is, weten we al lang. Dylan Groenewegen was pas 20 toen hij achter Rick Zabel (nu bij Katusha) 2e werd in de Ronde van Vlaanderen voor beloften. En een jaar later pakte hij daar gewoon de overwinning. Het jaar erop liet hij als renner van Roompot Oranje Peloton in de spint van de Brussels Cycling Classic ervaren rotten als Roy Jans en Tom Boonen achter zich, wat hem mede een contract opleverde bij LottoNL-Jumbo en dus een plaatsje in de WorldTour. Groenewegen is er het speerpunt van de sprinttrein, waaraan de Nederlandse ploeg zoveel aandacht en belang besteedt.
De investering van de Nederlandse ploeg werd snel beloond: Groenewegen sprintte in Ouddorp naar de Nederlandse titel en deed enkele weken later heel wat ervaring op in de Tour, met onder meer een knappe 4e plaats in de rit naar Limoges. Het worden dus weer belangrijke weken die er aan zitten te komen voor Groenewegen, maar die blijft er zelf rustig onder. Hij kiest voor een gelijkaardige NK-voorbereiding als vorig jaar? “In aanloop naar het Nederlands kampioenschap rijd ik opnieuw Rund um Köln en de ZLM Toer. Het NK is dit jaar in Montferland en het klopt dat het in het laatste stuk wat in stijgende lijn gaat, maar ik heb in het verleden al bewezen dat ik zo’n aankomsten best wel aankan. Ik heb er zeker geen schrik van, mijn titel verdedigen is het grote doel. Het zou mooi zijn mochten we de tricoloretrui opnieuw een jaartje in de ploeg kunnen houden.”
Tour…..
In de Tour moet Groenewegen laten zien dat hij de voorbije 12 maanden opnieuw wat gegroeid is richting het niveau van de echte wereldtoppers in zijn discipline, namen als Andre Greipel, Marcel Kittel, Mark Cavendish, Fernando Gaviria, Caleb Ewan, en uiteraard ook Peter Sagan. “De Tour is voor mij en voor het team even belangrijk dan voor alle andere deelnemers, en dat is héél belangrijk”, windt Groenewegen er geen doekjes om. “Er staan al een paar kruisjes op de rittenkalender. Te beginnen met de 2e etappe van Düsseldorf naar Luik, meteen een 1e kans voor de sprinters. Daar ga ik al meteen knallen. Het wordt belangrijk om daar al goed te zijn, ook al zie ik uiteindelijk wel 8 of zelfs 9 ritten waar sprinters de plak zouden kunnen zwaaien. Welke ritten precies? Die ken ik niet uit mijn hoofd. Laat ons maar beginnen met die in Luik en dan zien we het wel van dag tot dag.”
1 keer winnen zou van de Tour al een succes maken voor Nederlands beste wielerformatie, maar evident wordt dat niet, beseft ook Groenewegen. Vorig jaar een keer 4e, dus is alles wat beter is goed? “We moeten als ploeg het beste van onszelf geven en kijken hoe ver we geraken”, blijft de Amsterdammer wat op de vlakte. “Dat geldt in de 1e plaats voor mezelf. Ik wil altijd winnen, maar als iemand anders beter is, kan ik me daar ook bij neerleggen.” Zijn ervaring van vorig jaar neemt hij alvast mee. “Het bergop fietsen was vorig jaar toch een minpuntje. Dat had ik wat onderschat en moet dit jaar beter.”