BMC Development Team stopt er na dit seizoen mee. De ploeg investeert al sinds 2013 in de opleiding van jeugdige talenten om ze zo te laten doorgroeien naar hun WorldTour-ploeg BMC. Andere ploegen plukken de grootste talenten weg en de UCI laat ze maar begaan. Voor BMC is het genoeg geweest en ze trekken de stekker uit de ploeg. Ploegleider Klaas Lodewyck aan het woord over de 10 grootste talenten van de laatste lichting van 1 van de meest succesvolle belofteploegen van de voorbije jaren.
Jasper Philipsen – 1998, Belg
Klaas Lodewyck: “Jasper won dit jaar onder meer een rit en de puntentrui in de Baby Giro. Daarnaast werd hij ook 2e in de Ronde van Vlaanderen. Knappe prestaties voor een 1e jaars belofte. Hij is 1 van de talentrijkste beloften. Jasper heeft een goede tijdrit, klimt vlot en heeft een goede sprint. Ondanks de successen blijft hij met beide voeten op de grond staan. Wel een werkpuntje voor hem is zijn vergeetachtigheid. In de Baby Giro vergat hij na de dopingcontrole zijn schoenen. Iets kleins, maar het bezorgt je wel onnodige stress. Dat is nog een klein werkpuntje, maar er wacht Jasper een mooie toekomst.”
Steff Cras – 1996, Belg
Klaas Lodewyck: “Steff is 1 van onze klimmers en komt het best uit de voeten in etappewedstrijden. We haalden hem vorig jaar weg bij Lotto, waar hij in de schaduw reed van renners als Lambrecht en Vanhoucke. Hij heeft wat meer tijd nodig om er te raken en moet vooral meer geloven in eigen kunnen. Een veelwinnaar zal hij niet worden, maar hij kan ongelofelijk hard bergop rijden. Een renner die iedere ploeg wel kan gebruiken.”
Pascal Eenkhoorn – 1997, Nederlander
Klaas Lodewyck: “Pascal is een heel sterke renner, maar wint moeilijk. Hij heeft een speciaal karakter. Hij kan op alle parcoursen uit de voeten en is een echte teamplayer. Door hem winnen we dit jaar de Valle D’Aosta en de Ronde van de Isard. Pascal heeft een mooi toekomst voor zich, maar heeft nog een beloftenjaar nodig om sterker te worden.”
Bram Welten – 1997, Nederlander
Klaas Lodewyck: “Bram is een toekomstig veelwinnaar. Hij heeft een sterke sprint in de benen. Dat bewees hij dit jaar nog eens in de Ronde van Bretagne, waar hij Mareczko klopt. Ik vergelijk hem met een type Kittel. Dit jaar stelden we Bram op in wedstrijden of etappekoersen met een zwaarder parcours. Zo moet hij nog meer inhoud kweken. Bram is een harde werker en teamplayer. Bram werd voor zijn knappe prestaties beloond en mag stagiair worden bij BMC.”
Pavel Sivakov – 1997, Rus
Klaas Lodewyck: “Winst in de Ronde van de Isard, Baby Giro en de Valle d’Aosta. Pavel is 1 van grootste talenten waar ik al mee gewerkt heb. Hij klimt goed, heeft een sterke tijdrit en is een gemakkelijk renner in de omgang. Hij plant alles tot in de details en verwacht dan ook van zijn omgeving dat ze hierin meegaan. Hij lijkt me een type Dumoulin. Rittenkoersen als Parijs-Nice en de Ronde van Romandië moeten hem liggen. Daarna moet hij zijn grenzen aftasten in de grote rondes. Pavel heeft nu al interesse van een aantal grote ploegen. Volgens de geruchtenmolen gaat hij naar Team Sky. Ik zou hem adviseren om nog een jaar te rijpen bij de beloften, maar het is aan hemzelf om dat te bepalen.”
Tanguy Turgis – 1998, Fransman
Klaas Lodewyck: “Tanguy kende een mindere winter en is later in competitie getreden. In de Baby Giro reed hij uitstekend. Hij kwam goed uit de Giro en bewees dat met winst in de Omloop Het Nieuwsblad. Tanguy is een allrounder. Hij is nog jong en moet zich nog wat leren ontdekken.
Callum Scotson- 1996, Aussie
Klaas Lodewyck: “Broer van profrenner bij BMC Miles Scotson. Callum is een talent, maar ontdekt nu pas zijn mogelijkheden op de weg. In Europa word je renner. Callum besefte dit te laat en hij bleef te lang plakken in Australië. Hij werkt momenteel hard om zijn achterstand in te halen. Hij mist nog wat ervaring en zijn positionering kan nog beter. Toch werd hij onlangs 12e in de Omloop Het Nieuwsblad. Callum klimt goed en kan misschien een klassiek renner worden. Nu werkt hij toe naar het WK tijdrijden in het Noorse Bergen, waar hij misschien wel een kandidaat wereldkampioen is.”
Patrick Müller – °1996, Zwitser
Klaas Lodewyck: “Patrick is enorm veelzijdig en kan op alle parcoursen uit de voeten. Zijn tijdrit was dit jaar wel wat minder. Patrick is enorm gemotiveerd en een harde werker. In de winter moeten we hem vaak intomen. Hij traint graag en durft vaak te veel te doen. Hij kan zich volgens mij later het best ontplooien tot een goed klassieke renner.”
Marc Hirschi – 1998, Zwitser
Klaas Lodewyck: “Vorig jaar een veelwinnaar bij de junioren. Hij rijdt goed bergop en hierin ligt ook zijn toekomst. Marc is klein van gestalte en hij heeft nog wat tijd nodig om zich aan te passen. In vergelijking met het begin van het seizoen zette hij al een serieus aantal stappen voorwaarts. Marc moet nu vooral meer vertrouwen hebben in de mensen rondom hem en blijven doorwerken.”
Pierre Barbier- 1997, Fransman
Klaas Lodewyck: “Pierre rijdt vaak dezelfde wedstrijden als Bram Welten. Bram is een iets completer renner, terwijl Pierre meer een pure sprinter is. Vroeger reed hij niet zo veel wedstrijden per jaar. Dit seizoen hebben we hem een drukker programma gegeven. Zo moet hij wat meer body krijgen. Hij moet in de toekomst wat meer koersen om zo in een kansrijke positie te komen om zijn sprintersbenen te tonen. Pierre heeft nog wat tijd nodig om zichzelf volledig te ontwikkelen, maar dat komt nog.”
Fotomateriaal: BMC/ Michael Zanghellini