Iedereen die de Tour ruim 3 weken lang mee volgt, voelt op het einde wel een bepaalde vorm van vermoeidheid. Maar voor de renners is de Tour natuurlijk het zwaarst. Zij moeten fysiek uitzonderlijke prestaties leveren, kunnen nauwelijks recupereren en moeten daarenboven nog zien te presteren onder druk. “De Tour is met niets te vergelijken”, zweert dr. Servaas Bingé van Lotto Soudal. “De inspanning die het lichaam van de renners moet leveren is bijna buitenaards.”
Wanneer we dokter Bingé vragen om eens uit te leggen waarom de Tour fysiek zo’n impact heeft op de renners, moet hij lachen. “Dat gaat een lang artikel worden!” Maar voor WielerVerhaal wil hij het graag beknopt uitleggen. “Er zijn heel veel redenen waarom het lichaam een zeer grote druk ervaart. Zowel fysiek als mentaal is de Tour daarom erg zwaar. Ook bijvoorbeeld door de voeding die renners tot zich moeten nemen. Dat zijn enorme hoeveelheden om voldoende energie te hebben om die fysieke inspanningen te kunnen leveren en dat is belastend voor het lichaam. Renners leven ook uit hun koffer, elke dag naar een ander hotel, 3 weken lang. Dat is eigenlijk al zwaar als je tussendoor niet moet koersen…. Centraal staan natuurlijk de bovenmenselijke inspanningen die de renners leveren. Je moet zelf maar eens 200 km fietsen. Kans is groot dat je geen zin hebt om dat de dag erna weer te doen. En de dag erna nog eens. En de dag daarna opnieuw. En dat 3 weken lang. Het is dus een samenkomst van verschillende aspecten die ervoor zorgen dat het lichaam enorm afziet.”
“Mentaal moet je vooral kijken naar de druk. Er moet gepresteerd worden”, vult Bingé aan. “Dat kan je vergelijken met studenten die te laat aan hun examens begonnen zijn en geregeld een nacht door moeten doen om min of meer rond te geraken met hun studiestof. Dan heb je weinig slaap maar moet je toch zien geconcentreerd te blijven. Dat is enorm belastend. Bij de renners komt er dan nog eens het fysieke aspect bij. De inspanningen in de Tour zijn dus eigenlijk met niks te vergelijken.”
Lachen is gezond
Enerzijds is er het mentale, anderzijds het fysieke. En dan komt er nog een aspect bij. “Renners hebben nauwelijks tijd om te recupereren. Je moet rekenen dat we meestal toekomen tussen 5 en 6; en de volgende dag moeten ze er al om 10 of 11 uur weer staan. De recuperatietijd is zéér kort. De vermoeidheid stapelt dus elke dag op. We geven aan elke rit een trainingsstresscode en die worden dan elke dag opgeteld. Zo berekenen we de trainingsload over een bepaalde periode. In een koers als de Tour zie je de curve die de frisheid voorstelt enorm snel naar beneden gaan en de chronische vermoeidheid de omgekeerde beweging maken. De chronische trainingsload blijft stijgen tot de Tour voorbij is en je moeten weten dat de fysieke frisheid toch al na 2 of 3 dagen begint af te nemen. Die ene rustdag per week is ook veel te weinig om te herstellen. Het doet wel eens deugd om een dagje gewoon te rusten en wat los te rijden, maar van een echte recuperatie kan je moeilijk spreken. Zo’n rustdag is onvoldoende voor de microscopische mechanismen in de spieren.”
Welke factoren kunnen er voor zorgen dat de impact van de inspanningen toch een beetje beperkt wordt? Bingé: “De offbike inspanningen moeten tot een absoluut minimum teruggebracht worden, dat is toch wel belangrijk. Tijdens de Tour mogen de renners naast de fiets gesoigneerd worden als koningen. Daarnaast moeten ze recuperatie en voeding optimaliseren en moeten we zorgen dat ze zoveel mogelijk kunnen slapen. Want tijdens de slaap herstelt het lichaam en wordt het gevrijwaard van toxines (giftige stoffen, red). En last but not least: de sfeer moet goed zijn. Het aloude spreekwoord zegt dat lachen gezond is en dat is ook effectief zo. Lachen activeert de spieren in het aangezicht en de buik.”
Lichaam = wrak
Maar hoeveel er ook wordt gelachen, na 3 weken koersen is het lichaam een wrak. “Dat kan je wel stellen”, besluit Bingé. “Zeker in de eerste dagen na de Tour. Daarna volgt er echter een supercompensatie: het lichaam is zodanig diep geweest dat er in de daaropvolgende weken een boost komt. Je ziet vaak dat renners die een grote ronde gereden hebben nadien heel goed presteren. Maar de week na de Tour moet een renner vooral mentaal ontspannen en fysiek rusten, al durf ik het ‘actief rusten’ noemen. Er moet wat beweging zijn om alle toxines uit het lichaam te krijgen.”