Podiumplaats in een sterk bezette Clásica San Sebastián en dat 2 weken na zijn Tourtriomf in Le Puy-en-Velay. Bauke Mollema zit in topvorm en wil die via enkele criteriums vasthouden om vervolgens vanaf september zwaar uit te halen. De koersen in Canada moeten hem naar eigen zeggen liggen en ook voor het WK trekt de Fries – uiteraard – zijn neus niet op. Op zijn 30e lijkt Mollema beter dan ooit. “Ik zou niet kunnen kiezen tussen die ritzege en die 6e plaats in de Tour van 2013”, klinkt het op een houten stoeltje in een achteraflokaaltje van een Belgisch NaTourcriterium.
Het is in Putte, regio Kempen, dat we Mollema vissen voor een interview. Met graagte. “Wat ie vraagt om een criterium te rijden, hebben we niet gecheckt. Maar hij had er de lol wel in. “Ik vind het best wel leuk, die criteriums. Elk jaar rijd ik er een paar omdat je na de Tour toch wat beweging nodig hebt. Van helemaal niets te doen komt je lichaam toch maar in een soort slaapstand. Voor San Sebastián gebruik ik ze zelfs als training. Maar het is natuurlijk vooral amusement.”
Natuurlijk blikken we nog eens terug op de Tour. “De rolverdeling was goed, ik wist perfect wat me te doen stond en hoe ik Alberto Contador moest bijstaan. We gingen in se voor het podium, maar hij was al vroeg in de 1e week gevallen en dat is hem parten blijven spelen. Heel jammer voor de ploeg. Of de ploeg mijn kaart sneller had moeten trekken? Zelf had ik daar niks in de pap kunnen brokken, om eerlijk te zijn. Na de Giro (waarin Mollema 7e werd, red) was het helemaal op. Knechten kon nog wel, maar niet meer zelf een klassement rijden (uiteindelijk werd Mollema toch nog 17e in de Tour, red). De laatste week was ik echt wel heel goed, maar dat kwam misschien ook omdat ik het de 1e week rustig aan had gedaan. Ik had geen stress en had niet moeten vechten voor elke seconde. Dan kan je al meteen heel wat energie sparen.”
En toch blijft het vermoeden dat hij met zijn vormpeil in San Sebastián meer had kunnen doen in Frankrijk. “Moeilijk te zeggen. Ik ben altijd goed in San Sebastián en had de week voordien ook heel gefocust geleefd om daar goed te zijn. Als je als klassementsrenner 3 weken alles gegeven hebt in de Tour lijkt me dat misschien toch net iets moeilijker. Maar achteraf gezien is het helemaal mooi voor mij, met de 7e plaats in de Giro, ritwinst in Tour en podium in Spanje.”
Hoe dan ook, zijn overwinning in de etappe naar Le Puy-en-Velay maakt zijn 7e Tourdeelname – hij reed er 6 uit en finishte daarvan 3 keer in de top 10 – meer dan geslaagd. “Het is prachtig om in de Tour een rit te winnen, daar dromen heel veel renners van. Ook de manier waarop was natuurlijk geweldig, met die lange solo. Pas de laatste kilometer besefte ik echter dat ik zou gaan winnen. Ik liep eerst 45 seconden uit en dacht, nou lekker. Maar dan kwamen ze weer terug tot 20 seconden en was het wel effe tanden bijten. Met nog 10 seconden verschil werd het plots lastig, maar de laatste 2 à 3 km kon ik toch weer wat meer versnellen. Dan wist ik bijna dat het ging lukken, zeker omdat ik nog wel behoorlijk tempo vasthield. Mijn vaste verzorger Josué Arán stond aan de meet, dus dat was wel speciaal.”
Mooier dan zijn 6e plaats in 2013 en zijn 7e plaats in 2015? “Ik kan het niet goed vergelijken, want het was allebei mooi. Ik rij ook echt graag voor een klassement en zal dat in de komende jaren nog wel doen in de Tour. Maar ritwinst is wel bijzonder voor het moment zelf.”
Nu volgt even rust. “Klopt, 4 weken lang doe ik het wat rustiger aan. Giro en Tour samen zijn toch best zwaar. In de GP Plouay hervat ik weer de competitie en ik rijd ook Lombardije. Dan trek ik naar Canada voor die 2 wereldbekerwedstrijden, de Grote Prijs van Quebec en die van Montreal. Daar zou ik zeker een goeie uitslag kunnen rijden, winnen of tenminste podium. En dan is er het WK nog. Ja, er mag best nog wat bij.”
Fotomateriaal: ASO.