Een panna van Lionel Messi, een snoeiharde ace van Roger Federer, een solo van start tot finish van Sven Nys, een machtsvertoning van Usain Bolt… In de sport zijn het de glansprestaties die van een topper een legende maken. Ik vraag me af of Christopher Froome nu echt in dat rijtje moet worden gezet. Is deze Vuelta niet meer het afscheid van een legende, dan een meesterwerk van topper?
Wat Froome doet, is natuurlijk fantastisch: in 1 jaar tijd én de Tour én de Vuelta winnen. Ongezien en fysiek een huzarenstukje, want de tegenstand nu is een compleet ander gezelschap dan de tegenstand in juli. Maar het is allemaal zo roemloos, zo berekend, zo koeltjes en zo doodgewoon. Is er nog ergens een jongetje dat op zijn fiets kruipt en zich Froome waant? Het hoofd en de benen volgen het metertje en de andere zwarthemden. Hij won de Tour zonder maar 1 etappezege. Dat is pijnlijk. Het gaat toch om dat gelukzalig momentje dat je de handen omhoog kan steken?
Dat hij geen solo van 120 kilometer uit zijn hoed tovert, vind ik compleet begrijpelijk. Maar hij tovert helemaal niet. En dan heb je die ploeg… Het is vast een fantastische kerel en het is met zekerheid een steengoed renner, maar als ik Wout Poels zie, keert mijn maag om. Hij lost het altijd maar op voor zijn kopman, terwijl hij zelf grote koersen kan winnen, grote koersen heeft gewonnen. Hetzelfde geldt voor de onvermoeibare Nieve, het supertalent Moscon en al die andere knechten, wiens naam we binnen 5 jaar toch vergeten zijn.
En dan rijdt er daar vooraan 1’tje rond die niets anders doet dan aanvallen van zodra de weg omhoog loopt. 1’tje die op zijn 34e alles al gewonnen heeft, maar nooit genoeg heeft. Hij heeft deze Vuelta al een keer of 7 definitief verloren, maar toont zich zo ongelofelijk taai dat hij ook ‘s nachts in nachtmerries blijft demarreren. Wat zou het prachtig zijn, moest het pistooltje zaterdag nog 1 keer de lucht ingaan en de grijze muis neerschieten. De ene Froemloos ten onder, de andere voor altijd een legende.