Laurens De Plus vierde pas zijn 22e verjaardag maar hij heeft er op het WK in Bergen wel een mooie ervaring bij. Het klimtalent uit Ninove reed als een wervelwind Mount Floyen op, het laatste deel van de 31 kilometer lange tijdrit voor mannen elite. Resultaat: De Plus mocht anderhalf uur lang blijven zitten in de hot seat. “Ik kreeg er kippenvel van”, zei hij. Figuurlijk… en op het eind zelfs letterlijk.
Wanneer we Laurens De Plus spreken, is hij al serieus afgekoeld van zijn zware inspanning. De regen had hij niet moeten trotseren, dat was voor de renners in de 2 laatste golven. De Plus mocht niet eerder naar de perszone komen omdat hij in de hot seat moest plaatsnemen. Je weet wel, het stoeltje voor de beste 3 renners van het moment, in de koers zelf. De Ninovieter zat in de 1e van 6 golven, samen met jongens uit landen als Pakistan, Singapore en Albanië. En ook aan het Oekraïense talent Aleksey Lutsenko en de verrassende Deen Lasse Norman Hansen had De Plus geen kind.
Daar zat hij dan, op 1 van de 7 grote bergen rondom de Noorse stad Bergen – Bryggen in het Noors. Het fabelachtige zicht op de stad – 300 meter lager – werd hem al die tijd ontnomen. In plaats daarvan hordes toeschouwers, fotografen, witte tenten en sanitaire cabines. “De hot seat was wel een unieke ervaring, maar het was er niet echt warm”, lacht De Plus. “Ik had nog nooit eerder in een hot seat gezeten, en al zeker niet op een wereldkampioenschap bij de elite. Dat is dus wel mooi.” Het is al klappertandend dat hij het zegt, van zweet geen sprake meer na al die tijd. En hij heeft ook Sporza en VTM al te woord moeten staan sinds hij uit die hot seat werd gebonjourd. “Ik sta hier al lang, hé”, kan er wel nog een lach van af.
Als een komeet
Voor de ploegentijdrit was hij nog als reserve geplaatst door zijn team QuickStep Floors, maar de Belgische bondscoach selecteerde hem wel als derde man voor de individuele tijdrit, naast Victor Campenaerts en Yves Lampaert. Die laatsten zijn echte tijdrijders, terwijl De Plus een klimmer is. “Het 1e vlakke deel was dan ook erg lastig voor mij”, zegt hij. “Ik heb meteen op de power gereden, ben niet te snel van start gegaan. Maar de bochten lagen glad, dus daar heb ik wel wat tijd verloren. Ik kon niet voluit gaan in de bochten, maar dat is nu eenmaal zo. Als het straks begint te regenen, dan zal het voor de laatste renners nog erger zijn.” Een voorspelling die even later bewaarheid werd. Bergen is de natste stad van Europa, het kon dus niet uitblijven.
Er was veel te doen ronde de fietswissel aan de voet van Mount Floyen. En ook De Plus wilde aanvankelijk overschakelen op zijn wegfiets. “Maar onderweg vertelde Kevin (bondscoach De Weert, red) dat de mecanicien de renner niet opnieuw in gang mocht duwen, dus dat had dan weinig zin. Ik had er nochtans op geoefend en dat wisselen leek me nog redelijk af te gaan. Ik heb zeker geen spijt van mijn keuze, want het ging eigenlijk nog vrij vlot om met dat tijdritstuur naar boven te knallen. De wattages waren goed, maar klimmen is dan ook mijn grootste kwaliteit. Van indeling was weinig sprake, want in het begin waren er veel scherpe bochten. Daar kan je niet vol door fietsen. En eens die bochten weg, heb ik het gashendel vol open gedraaid.”
De max!
De Noorse vlaggen op Mount Floyen waren niet te tellen en het publiek schreeuwde alsof er brand was uitgebroken. “Het was echt fantastisch”, glundert De Plus. “Gewoon de max, ik kreeg er kippenvel van.” Op het eind stak hij zelfs nog een deelnemer voorbij die voor hem gestart was. “Die jongen inhalen gaf niet meteen een boost, ik was gewoon met mezelf bezig en wilde een scherpe tijd neerzetten. Dat is me goed gelukt. Ik heb echt een supergoeie tijdrit gereden”, besluit De Plus. “Ik kan met een tevreden gevoel naar huis.”