Het is zo erg geworden dat we niet meer schrikken als er weer eens een fietser is aangereden in het drukke autoverkeer. Meer en meer wielrenners – zowel recreatief als professioneel – krijgen het moeilijker om veilig te trainen in België. Een fenomeen dat de sportieve kanjers van de Telenet Fidea Lions onder de neus geschoven krijgen door 1 van hun sponsors, verzekeringspartner Fidea. Toon Aerts beseft dan ook als geen ander wat de gevaren zijn van trainen op de weg. Of hoe de wereld op zijn kop is gaan staan.
In welke buurten train jij zoal op de weg?
Toon Aerts: “Ik woon in de Kempen, hé, dus ik ga wel vaak richting Nederland fietsen. Ik rijd wel eens richting Vlaams-Brabant maar van de 7 dagen in de week zijn er toch 5 in Nederland. De wegen zijn er langer en vaak rechtdoor, dat maakt het makkelijker om te trainen. Het is niet leuk als je om de zoveel kilometer in de bebouwde kom komt, en al zeker niet om een sprint te trekken. Plus, de fietspaden zijn in Nederland kwalitatief beter.”
Waar let je het meeste op tijdens het trainen?
Toon Aerts: “Rode lichten en voorrangsstraten. Die zijn in het Vlaamse binnenland schering en inslag en dat maakt het moeilijker om op hartslag en wattages te trainen. In Nederland moet ik soms maar 5 keer in de remmen gaan tijdens een training van 3 uur.”
Wat vind je zelf het gevaarlijkst aan het verkeer?
Toon Aerts: “In de 1e plaats de spits. In de ochtend is het zeker tot 9 uur druk op de baan, met bovenal veel fietsende schoolgangers. Zo is het ‘s avonds opnieuw. Die piekperiodes probeer ik te vermijden door ‘s morgens wat later en ‘s middags wat vroeger te vertrekken. Gelukkig weet je na een tijdje ook wel op welke wegen je veiliger fietst en welke je beter links kan laten liggen.”
Hoe gevaarlijk vind je het zelf op de weg in het algemeen?
Toon Aerts: “Het gebeurt wel vaker dat ik achteraf denk ik: ‘Oei, daar ben ik goed weggekomen’. Als profs beheersen wij onze fiets doorgaans redelijk goed en kunnen we goed inschatten wanneer er wat kan fout gaan. Ik vind het vooral gevaarlijk als ik ergens kom waar ik nog nooit geweest ben, want dan weet je niet wanneer er plots een zijstraat is of waar er gevaarlijke obstakels zijn. In mijn vertrouwde regio ken ik alle gevaarlijke punten en vertraag ik sowieso als ik weet dat er een zijstraat aankomt.”
Heb je in dat opzicht een risicoberoep?
Toon Aerts: “Als je kijkt naar de trainingsomgeving en het verkeer, dan hebben we zeker een risicoberoep, ja. Maar we kunnen natuurlijk zelf al veel risicofactoren uitschakelen. Zo rijden wij zelfs overdag met fietslichten om de zichtbaarheid te verhogen. En als je een keer meer in het bos gaat trainen, dan wordt het risico op een ongeval al serieus beperkt.”
Is het verkeer veranderd de voorbije 5 jaar?
Toon Aerts: “Ja, dat merk ik vooral als ik naar de Ardennen wil gaan trainen. Vroeger was ik er op anderhalf uur, nu doe ik er 2 uur over. Het is drukker geworden en dat merken we ook op de fiets. Daarom probeer ik drukke omgevingen te vermijden. Ik fiets liever een paar kilometer om dan tussen de wagens te springen.”
Veel renners trainen met oortjes in. Jij ook?
Toon Aerts: “Als ik in het centrum van het land fiets, dan is dat gewoon levensgevaarlijk. Dus dat doe ik niet. In Nederland durf ik het wel doen, maar enkel op lange rechte wegen zonder verkeer.”
Is er een verschil tussen alleen trainen of in groep?
Toon Aerts: “Alleen of met 2 moet je altijd op het fietspad rijden, dat is niet altijd evident. In mijn regio valt het trouwens nogal mee met de kwaliteit van de fietspaden; in Oost- en West-Vlaanderen heb ik al ergere dingen gezien. In een groep kunnen we met een volgwagen erachter al eens op de baan fietsen en dat is soms wel leuker. ”
Heb je zelf al onveilige situaties meegemaakt in het verkeer?
Toon Aerts: “Ik heb op training nog nooit een ongeval gehad, maar ik heb er wel al een aantal zien gebeuren. Soms is het de fout van de renner, soms van de automobilist. Je kan als fietser wel goed opletten, maar als een automobilist een fout maakt, is de fietser wel de pineut. Voorlopig ben ik nog gespaard gebleven, gelukkig.”
Moeten wielrenners op de weg meer respect krijgen?
Toon Aerts: “Ja, dat is wel een belangrijke. Zeker in groep merken we dat bestuurders agressief gedrag vertonen, door kort op ons te rijden of te claxonneren tijdens het inhalen. Ik denk trouwens niet dat ze daar echt gelukkig van worden. Het lijkt erop dat mensen geen tijd meer hebben als ze achter het stuur kruipen. Dan moet alles snel-snel gaan. Maar ergens anders verdoen ze wel hun tijd op hun smartphone. Ze zouden toch beter eens nadenken over het feit dat ze wielrenners serieus in gevaar brengen.”
Fotomateriaal: Fabienne Vanheste.