Met Steff Cras heeft België volgend jaar een extra renner op het WorldTour-niveau. Onze 21-jarige landgenoot zal zijn profdebuut maken in het truitje van Katusha-Alpecin, waar ploegmanager José Azevedo op zijn komst aandrong. Klimtalent Cras maakte het afgelopen seizoen dan ook indruk bij de beloften, met als hoogtepunt een 5e plaats in de Ronde van de Toekomst. Vanwaar zijn keuze voor de Zwitserse ploeg en met welke verwachtingen maakt hij de overstap? Cras geeft ons de antwoorden.
Cras was het afgelopen jaar net als Jasper Philipsen actief voor de opleidingsploeg van BMC, die er aan het einde van het seizoen helaas mee ophoudt. Een overstap naar de Amerikaanse profformatie was op het eerste gezicht een logische stap geweest voor de klimbelofte. “Maar zij nemen geen neoprofs aan”, vertelt Cras. “Een neoprof moet minstens een contract van 2 jaar krijgen en die zekerheid kunnen ze op dit moment niet bieden. Dus moest ik wel op zoek naar andere oorden, zoals Katusha.”
“Ik had de keuze tussen 3 verschillende ploegen: Katusha-Alpecin, Sunweb en Cofidis. Bij Katusha had ik direct een goed gevoel. Ploegmanager Azevedo is een heel correcte man, die mij er heel graag bij wilde en mij blijkbaar al langer volgt. Dat deed veel deugd om te horen. Voor alle zekerheid heb ik ook nog wat contact gehad met Jurgen Van den Broeck, die in 2015 een jaar voor de ploeg reed en die ik goed ken. Hij wist mij nog een aantal positieve dingen te vertellen, en dan moet je niet meer twijfelen.”
Ronderenner
Cras wil als toekomstig ronderenner natuurlijk graag veel bijleren. Bij Katusha-Alpecin zal dat vooral moeten komen van Ilnur Zakarin, dit jaar 5e in de Giro en 3e in de Vuelta. “Hij spreekt niet zo goed Engels en dus zal het contact in het begin misschien wat ongemakkelijk zijn, ja”, geeft Cras toe. “Maar we gaan de meeste koersen wel samen afwerken, dus ik hoop dat we elkaar zullen verstaan. Ik heb in ieder geval van een aantal mensen gehoord dat hij een topgast is, dus ik heb echt geen schrik.”
Daarmee bedoelt de Kempenaar niet dat hij ook meteen een grote ronde zal mogen afwerken bij de troepen van Azevedo. “Daar is eigenlijk nog niet over gepraat, maar dat zou misschien wat te vroeg zijn. Ik heb de indruk dat ze mij bij Katusha traag willen brengen, er is duidelijk sprake van een langetermijnvisie. Ik zal weleens mogen proeven van de grote wedstrijden, maar met mate, zodat ik mij zeker niet kan opbranden. Beginnen doe ik normaal gezien begin februari met de Ronde van Valencia.”
Speeltijd voorbij
Maar eerst nog even terugblikken op het afgelopen seizoen. Cras maakte indruk met onder andere een 5e plaats in de Ronde van de Toekomst, een 4e in de Tour d’Alsace en een 3e in de Ronde de l’Isard en het BK tijdrijden. Geeft hem dat vertrouwen voor een succesvolle profcarrière? “Ik weet niet of ik voldoende kwaliteit in huis heb om ooit een topper te worden, maar ik weet wel dat ik nog heel wat progressiemarge heb. Nog meer dan Bjorg Lambrecht en Harm Vanhoucke, toch meer de pure klimmers, ben ik volgens mij een ronderenner. Ik heb namelijk ook een goede tijdrit in de benen.”
“Bij Katusha-Alpecin kan ik mij deze winter nog beter op die kwaliteiten toeleggen. Ik zal bijvoorbeeld meer naar Spanje kunnen gaan om bergop te trainen”, aldus de Kempenaar. “Dat moet volgens mij de grootste verandering zijn in de stap van belofte naar prof, samen met het feit dat ik nog meer voor mijn vak zal moeten leven. Bij de beloften was het soms meer spelen, dan kon je ‘s avonds af en toe nog iets gaan drinken met vrienden of laat gaan slapen. Dat zal ik nu niet meer moeten proberen.”
Fotomateriaal: Cassandra Donne.