“Ik had het niet verwacht maar er wel op gehoopt”, sprak Lotte Kopecky (22) zaterdagavond op het Sportgala in Brussel meteen na haar verkiezing tot Belgische sportbelofte van het jaar. Het deed de Nielse renster zichtbaar deugd om deze erkenning te krijgen. “En het geeft me veel motivatie om de lijn door te trekken”, zegt ze. Kopecky klopte golfer Thomas Detry en judoka Matthias Casse.
Het jaar had veel in petto voor Lotte Kopecky, met een 5e plaats in de Ronde van Vlaanderen en een wereldtitel ploegkoers op de piste, samen met Jolien D’hoore. “Ik heb zowel op de piste als op de weg mijn kwaliteiten”, beseft Kopecky. “In principe moet ik niet kiezen tussen die 2 disciplines, maar als ik wil doorgroeien op de piste richting de Olympische Spelen van 2020 in Tokio – en dat is toch de bedoeling, dan moet ik echt nog een grote stap zetten. Als ik top wil zijn in Tokio, dan zal ik moeten kiezen. Het is te zeggen, ik heb de knoop al doorgehakt, en samen met Jolien gaan we er voor. Ik weet niet hoe Jolien de combinatie weg-piste gaat aanpakken, maar ook zij is al bezig met die Spelen.”
Zelf kan Kopecky niet kiezen tussen wat ze het liefste doet. “Ik heb momenten dat ik de weg een beetje beu ben en snel op de piste wil gaan rijden, maar dat gebeurt ook in de omgekeerde richting. Na enkele maanden op de piste kijk ik altijd heel hard uit naar het wegseizoen. Ik heb nu voor de piste gekozen om uit te blinken op de Spelen, maar dat betekent niet dat ik geen doelen ga stellen op de weg. Het WK piste wordt dit jaar wel het hoofddoel, en ook het EK als 1e kwalificatiekans wordt een belangrijk mikpunt. Maar zo graag ik wereldkampioene wil worden op de piste, zo graag wil ik ook opnieuw een top 5-plaats in de Ronde van Vlaanderen.”
Top in Vlaanderen
Beide disciplines vragen wel een andere voorbereiding, een ander soort training. Dat is iets waar de Antwerpse rekening mee moet houden. “Dat klopt, maar ik kan niet wachten tot 2019 om dan pas op de piste te gaan focussen”, is ze van mening. “In augustus 2018 moet ik er al staan op de piste, dus het wegseizoen komt vanaf nu in functie van. Maar zoals ik al zei zal ik ook daar mijn doelen hebben. De weg gaat niet in de koelkast. Laat ik het zo stellen. Ik ben nu 22, doe er 2,5 jaar bij tot de Spelen in Tokio en ik ben er nog maar 24, 25. Dan ligt er nog een hele carrière in het verschiet.”
Maar ook voor de komende maanden is het plan concreet. “Tot en met het WK in Apeldoorn ga ik alles geven op de piste. Vanaf de Omloop Het Nieuwsblad heb ik dan tijd om me aan te passen aan de weg, zodat ik er op topniveau kan staan voor de Ronde van Vlaanderen. Na Vlaanderen neem ik dan even pauze met het oog op de zomer, waar de focus naar de piste zal gaan. Met het EK als 1e kwalificatiemoment.”
Medaille
“Een medaille in Tokio zou heel mooi zijn”, besluit Kopecky. “Maar het is in principe nog wat vroeg om daar nu al uitspraken over te doen. Cadeau ga ik het in ieder geval niet krijgen. Bedoeling is dat ik naast de ploegkoers ook het omnium zal rijden. Het is wel zo dat we van de ploegkoers ons hoofddoel gaan maken. Maar het hangt samen en vraagt dezelfde voorbereiding. Als ik in de ploegkoers goed zal zijn, dan zal ik in het omnium ook goed zijn.”
Fotomateriaal: WielerVerhaal.