De beloftenwereldkampioene in het veld tekende begin dit seizoen een contract bij ERA-Circus, het sportieve project van onder meer Marc Herremans. Daarmee werd Annemarie Worst de 1e renster van de in 2013 opgerichte Belgische ploeg. Worst kwam als een duivel uit een doosje op het WK 2017 in Luxemburg, gezien het haar 1e jaar was in de crosswereld na een carrière in het mountainbiken.
Annemarie, waarom tekende je na het WK bij Era-Circus?
Annemarie Worst: “Ik reed bij Giant, niet echt een crossploeg. Aangezien ik me dit jaar echt vol wil focussen op het veldrijden, kan het natuurlijk wel helpen om wél in zo’n team te zitten. Iedereen in de ploeg helpt je met precies dat wat je nodig hebt. De werkomstandigheden zijn hier duidelijk beter. Waar ik me vorig jaar nog in de koude stond om te kleden naast een auto, kan ik nu rustig de bus instappen en een warme douche nemen. Als je dat naast elkaar legt, is de keuze snel gemaakt.”
Je kan nu koersen met een betere omkadering. Die overgang verliep dan wel vlot, veronderstellen we.
Annemarie Worst: “Het was wel wennen, misschien omdat het contrast zo groot was tegenover de vorige jaren. Ik ging, als Nederlandse, van een Nederlandse naar een Belgische ploeg en dat is een hele andere cultuur. In Nederland is, denk ik, alles veel gestructureerder. Bij de Belgen ‘zal alles wel komen’. Dat zinnetje komt vaak terug: ‘het komt wel’. Uiteindelijk gebeurt het altijd wel, maar het laat soms op zich wachten. (lacht) Je hebt altijd wel een aanpassingsperiode nodig. Iedereen goed leren kennen en afgestemd raken op elkaar vraagt wat tijd, maar uiteindelijk komt alles wel bij elkaar. Iedereen werkt hard voor me en we rijden met heel goed materiaal, dus het gaat nu wel vlot.”
Je bent de enige vrouw. Komt er nog versterking in de ploeg?
Annemarie Worst: “Ik weet niet of er nog versterking komt, maar we zijn met diet situatie alvast niet alleen. Bij andere ploegen is dat ook het geval: Sanne Cant bij Iko-Enertherm en Maud Kaptheijns en Loes Sels zijn ook maar met 2 bij de Crelan-ploeg. Ik denk niet dat ze met opzet maar 1 vrouw onder hun hoede nemen. Het is de dag van vandaag budgettair bijna onmogelijk om plots 5 vrouwen een contract aan te bieden. Maar aangezien de vrouwen steeds meer aandacht krijgen, willen sponsors wel op de kar springen, zij het dan met maar 1 vrouw. Maar het maakt mij totaal niet uit dat ik hier de enige vrouw ben. Ik amuseer me wel met de jongens. Afgelopen zomer heb ik een aantal keer met Wietse Bosmans en Diether en Hendrik Sweeck getraind. We reden ineens een stuk harder, wat nooit kwaad kan, en er is op zo’n moment wat meer diversiteit in de groep. Een aanrader!”
Het Nederlands kampioenschap staat voor de deur. Reken je jezelf bij de favorieten?
Annemarie Worst: “Bij de favorieten zou ik me nu niet meteen zetten. Het wordt voor mij allesbehalve makkelijk. Het is een langere wedstrijd dan we gewend zijn, dus ik denk dat niemand dat eenvoudig gaat vinden. De Nederlandse dames kunnen goed mee in de wereldbekers, dus het niveau ligt ontzettend hoog. Om Marianne Vos, Lucinda Brand, Maud Kaptheijns en Sophie de Boer te kloppen heb ik een uiterst goede dag nodig. Ik verwacht dus eerder een hele lastige cross, aangezien het daar meer 1 tegen allen is.”
Wat heb je aan je WK-titel bij de beloften overgehouden?
Annemarie Worst: “Ik heb de overstap kunnen maken naar deze ploeg, dus dat is uiteraard een heel fijne uitkomst. Voor mij persoonlijk is er uiteindelijk niet veel veranderd. Je bent bekender bij het grote publiek en dat levert wel wat meer erkenning op voor mijn werk, maar qua persoon verander je niet, hé. Het is ook niet zo dat iedereen nu plotseling heel veel druk op me legt, aangezien ik nog vrij nieuw ben. Ik heb vorig jaar 3 wereldbekerwedstrijden gereden, wat nu maakt dat ik overal voor de 1e keer start. Mijn grootste werkpunt is het kunnen indelen van de crossen, daar ben ik noodgedwongen veel mee bezig. Meestal heb ik de neiging om gewoon vol op kop te beginnen rijden, maar dan verlies je veel te veel kracht. Al heb ik nu meer dan genoeg mensen rondom me die mij daar meteen op wijzen. Dat zijn leerprocessen waar ik door moet. Het mountainbiken is op dat vlak anders, al haal ik er zeker voordeel uit. Als er veel naar beneden gereden moet worden of tijdens korte klimmetjes bijvoorbeeld. Sommige parcours zijn echt voor mij gemaakt.”
Wat brengt de komende tijd?
Annemarie Worst: “Ik heb nogal een strak plan. Ik maak nu het crossseizoen af, om dan in de zomer veel op de weg te rijden en voor het mountainbiken enkel het NK en de wereldbekers te rijden. In 2018 ga ik gewoon weer crossen, om me vervolgens op het mountainbiken te storten. Ik moet dan zoveel mogelijk wedstrijden rijden en punten sprokkelen om me het jaar daarna te kunnen kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2020. Ik geloof er echt vol in dat dat combineerbaar is. Tussen crossen en mountainbiken zal ik nooit kunnen kiezen. De wegwedstrijden die ik wil rijden staan dan ook in het teken van de cross. Ik ben er niet heel ervaren in, maar daarom doe ik het net. Elke cross opnieuw merk ik dat ik op de stukken asfalt, richting de aankomstlijn, toch moeite heb om bij te benen. Daar ga ik deze zomer aan werken op de weg. Ook weer niet té intensief natuurlijk, anders sta je vermoeid aan het begin van het crossseizoen.”
Dit jaar rijd je het WK bij de elite. Is dat een doel op zich?
Annemarie Worst: “Het wereldkampioenschap is wel een doel, maar ik moet ook realistisch blijven. Ik ben in de wereldbeker nog nooit in de top 10 gefinisht. Ik zeg niet dat het niet kan. Kijk maar naar het EK in Tábor, toen ik plots 4e werd. Alles moet die ene dag gewoon goed lopen en dat wordt vooral afwachten. Het is wel een erg fijne omloop die echt bij mij past. Het gaat nu niet exact dezelfde zijn dan vorig jaar, maar wel heel vergelijkbaar. Toen heeft het me de wereldtitel opgeleverd, dus dat zegt al wel iets.”
Fotomateriaal: Kristel Van Gilst.