De Cyclists’ Alliance is een feit! Deze organisatie binnen het vrouwenwielrennen wil rensters beschermen en ervoor zorgen dat rensters betere voorwaarden krijgen om te koersen. Enkele verduidelijkende vragen en antwoorden. Onder het interview met initiatiefneemster Iris Slappendel leest u meer over de alarmerende cijfers die het renstersonderzoek heeft opgeleverd.
Wat is de Cyclists’ Alliance?
Iris Slappendel: “The Cyclists’ Alliance is een organisatie die alle internationale wielrensters vertegenwoordigt. We streven ernaar zowel de carrièrekansen als de economische situatie van de rensters te verbeteren. We pleiten voor eerlijke en gelijkwaardige behandeling, bieden hulp bij geschillen en ondersteunen rensters op allerlei vlakken tijdens en na hun professionele carrière.”
Wat is de drijfveer?
Iris Slappendel: “Dit project is geboren uit onze zowel positieve als negatieve ervaringen als rensters en onze drijfveer en passie om onze sport naar een hoger plan te tillen. Discussies over de huidige issues groeiden uit tot grote ideeën. Vrouwenwielrennen is een unieke sport met een enorm potentieel. Wij geloven dat vrouwenwielrennen binnen een aantal jaren 1 van de grootste vrouwensporten in de wereld kan worden. De afgelopen jaren is de sport bezig aan een zeer positieve opmars, waar we niet meer dan enthousiast over kunnen zijn. Maar we merkten ook dat er vraag was naar een organisatie die de belangen van de meest belangrijke mensen in deze sport vertegenwoordigt, met name de rensters zelf.”
Wie zit er achter de oprichting van deze organisatie?
Iris Slappendel: “Het bestuur bestaat naast mijzelf uit Carmen Small en Gracie Elvin. Daarnaast hebben we een adviesraad met experts op allerlei verschillende vlakken. (Daar kan je hier meer over lezen, red). Binnen het bestuur hebben we de verschillende taken verdeeld en wij zullen de dragende rol vervullen.”
Welke rol zullen enerzijds de UCI en anderzijds de UCI-teams spelen?
Iris Slappendel: “De UCI en de teams zijn belangrijke stakeholders binnen onze sport. De UCI als regelgever, de teams als werkgevers (en vergeet de wedstrijdorganisatoren niet!). Vooral de teams zijn erg belangrijk. Met beide partijen hebben we al contact gezocht. Het succes van onze organisatie is zeker niet afhankelijk van de UCI, maar veel meer van de rensters zelf. Het zou natuurlijk wel prettig zijn als de UCI ons zou erkennen. We hebben al gesprekken gevoerd met meneer Lappartient en ook gedurende het afgelopen jaar hebben we de UCI op de hoogte gehouden van de progressie. Daarnaast heb ik zelf een plek in de UCI Women’s WorldTour-commissie en Marianne Vos, die 1 van onze adviseurs is, heeft een plaats in de Athletes en Road Commission.
De teams zijn erg belangrijk als het gaat om het verbeteren van de werkomstandigheden en bijvoorbeeld een minimumsalaris. Wil je iets dergelijks realiseren, dan zullen de rensters met de teams aan tafel moeten gaan. Wij zetten hiermee een 1e stap door ons te organiseren en we hopen dat de teams snel zullen volgen, zodat we met deze gesprekken kunnen beginnen.”
Wie kan lid worden?
Iris Slappendel: “Alle huidige UCI-rensters en rensters die in de afgelopen 5 jaar ‘met pensioen’ gegaan zijn.”
Verontrustende onderzoeksresulttaten
De Cyclists’ Alliance deed een onderzoek bij 400 UCI-rensters, waarvan 196 rensters de 1e online vragenlijst hebben ingevuld. Daarbovenop gaven 128 rensters economische details vrij in een 2e deel van het onderzoek. Vooral de cijfers over de salarissen doet huiveren. De helft van alle professionele rensters op het allerhoogste niveau verdient minder dan €10.000 per jaar, waarvan het overgrote deel zelfs minder dan €5.000. Er zijn zelfs 12 rensters die zeggen helemaal niks te verdienen, hoewel ze bij een UCI-team koersen en zogezegd professioneel renster zijn. Wellicht zijn er nog meer van deze rensters onder degenen die forfait gaven voor dit onderzoek.
Nog een alarmerend cijfer over centen is dat meer dan de helft van de rensters ooit een vergoeding heeft moeten betalen aan haar team voor mechanische assistentie, medische testen of zelfs om verplaatsingskosten te dekken. 16% van de rensters heeft zelfs ooit haar team moeten betalen voor kledij of materiaal. Meer dan 1 op de 10 dames heeft zelfs betaald voor medische assistentie. Het lijkt dan ook logisch dat meer dan de helft van de rensters verplicht is er nog een 2e job bij te nemen. 97% vindt dan ook dat salarissen en prijzengeld veel te laag zijn voor de inspanningen en opofferingen die ze maken.
9 op de 10 rensters heeft zelfs al een contract getekend bij een UCI-team zonder dat een advocaat dit vooraf had nagelezen. Bijna iedereen gaat er dan ook mee akkoord dat de UCI op bovenstaande vlakken een oogje in het zeil moet houden bij de teams.
“Wat ik heel opvallend vond, was het hoge aantal rensters (48%) dat teams gedurende hun carrière terug heeft moeten betalen voor dingen als materiaal, medische kosten of reiskosten”, bevestigt Iris Slappendel. “Daarnaast was er veel vraag voor een goede verzekering en ondersteuning in post-carrièreplanning.”
Meer info over het onderzoek vind je op de website van Cyclists’ Alliance.
Fotomateriaal: Cyclists’ Alliance.