Iedere topcoureur zal er wel eens door moeten. Een ‘snertseconde’ die een heel (voor)jaar naar de verdoemenis scheldt. Cancellara en Boonen maakten het in 2015 allebei mee: een knal op de grond terwijl ze alle lijstjes als favorieten topten. Greg Van Avermaet weet er ondertussen ook alles van. En John ‘Beton’ Degenkolb zag het hele voorjaar letterlijk door zijn vingers glippen toen een onvoorzichtige chauffeur hem en zijn teamgenoten eind januari op training van de weg maaide. Ei zo na verloor hij een wijsvinger, maar dat onheil werd hem uiteindelijk bespaard. Wel is die vinger nog steeds ferm ingetapet, konden we met eigen ogen zien.
Hoe kijk je terug op Parijs-Roubaix van vorig jaar, waar je als eerste over de meet reed op de mythische wielerbaan?
Degenkolb: “Emotioneel eigenlijk. Het was een schitterende ervaring en dat maakt het eens zo pijnlijk dat ik dit jaar niet kan meedoen.”
Waar heb je toen de race gewonnen? Wat was voor jou de beslissende ingeving?
Degenkolb: “Het moment dat ik besloot om achter Van Avermaet en Lampaert aan te gaan. Ik voelde me sterk en nam het initiatief op een kasseistrook. Dat heeft in mijn ogen het grote verschil gemaakt. Dat was de weg plaveien naar de overwinning, bleek later.”
Vanwaar komt die liefde voor de kasseien?
Degenkolb: “Het zijn races waar je heel sterk voor moet zijn en ik ben daar het type renner voor, zoveel is wel duidelijk. Ik had vanaf het begin van mijn carrière al veel succes en een goed gevoel op de kasseien en kon ook resultaten rijden in de klassiekers. Vanaf dat moment werd het een passie, een obsessie om die kasseimonumenten op mijn palmares te zetten. Parijs-Roubaix winnen was een grote droom die werkelijkheid werd. Dat hoef ik niet onder stoelen of banken te steken.”
Hoeveel heb je nu echt afgezien de laatste maanden?
Degenkolb: “Heel veel! (monkellachje) Het ongeval gebeurde in januari, maar ik mocht pas half maart weer beginnen met fietsen. Op dat moment luidde de voorspelling dat ik nog 8 tot 10 weken nodig zou hebben om in competitie te komen, maar dat is ook nu nog altijd niet duidelijk. Dan zijn de klassiekers al lang voorbij.”
Zit je er nog mee in je hoofd dat je je titel niet kan verdedigen in Roubaix?
Degenkolb: “Dat is vanzelfsprekend heel pijnlijk, maar ik beschouw het als case closed. Ik heb een streep getrokken onder het voorjaar. Het heeft een tijdje op me gewogen dat ik zelf niet kan fietsen en ook mijn ploeg niet kan steunen, maar ik heb het leren accepteren. De klassiekers waren voor mij al voorbij nog voor ze begonnen waren. Ik zal de koers nu thuis op tv bekijken, tussen de trainingen door.”
Met welke prestaties kan je je seizoen redden?
Degenkolb: “Eerst moet ik afwachten wanneer ik terug in competitie kan komen. Niemand kan me op dit moment vertellen wanneer dat het geval zal zijn. Ik hoop in ieder geval weer 100 procent topfit te zijn voor de Tour de France. Daar zou ik graag een rit meepakken en als me dat lukt zou het al een flinke opsteker zijn voor het gemiste voorjaar. Een etappe in de Tour, dat was ook vorig jaar al een doel op zich. Nu is het mijn grootste ambitie voor het hele seizoen. We zien wel of het lukt.”
Vielen dank, Dege!
Fotomateriaal: WielerVerhaal – Team Giant-Alpecin