Na een dagje in De Kuil van Zonhoven weet je hoe het er in een Romeins amfitheater aan toe ging. Wat heb je nodig? Een diep gat ter grootte van een voetbalveld, mul zand, een warme zon op het gelaat, opstaande kanten die bezet worden met een joelende menigte en strijdende veldheren die met open vizier een tactisch steekspel opvoeren. Eigenlijk te mooi om waar te zijn en toch komen alle elementen samen in het pareltje van het veldritcircuit: Zonhoven.
De Kuil richt zich eerst op het WK in Qatar. Nog 1 kilometer, het lawaai verstomt. De Belgen liggen met Boonen in een kansrijke positie. De sprint begint, een splinterbom ontploft wanneer Boonen aan het front verschijnt, De Kuil roept en brult… maar ziet een beresterke Sagan op zijn eentje opnieuw wereldkampioen worden. Ai, ontgoocheling nummer 1… Geen Belg.
Hectische sprongen
De Kuil is als een diep soepbord. Iedereen smult gretig van het spektakel dat opgelepeld wordt door de beste veldrijders van het moment: Wout Van Aert, Mathieu Van der Poel en Laurens Sweeck. Geroezemoes stijgt op wanneer de renners De Kuil naderen. Spontaan applaudisseren de duizenden aanwezigen bij iedere gewaagde afdaling. Ze beseffen goed genoeg wat het is, want om aan of in De Kuil te geraken hebben ze zelf al enkele hectische sprongetjes en schuivertjes moeten maken in het zware zand. Er 20 maal op 1 uur tijd induiken en ook weer terug uit kruipen lijkt onmogelijk, maar dat is net wat de renners doen. Ongelooflijk.
Underdogs
Opvallend: er zijn heel wat supporters van underdogs. Vlaggen, petjes en sjaals van Van der Haar, Pauwels, Sweeck en vooral Meeusen zijn er voldoende te bespeuren. Van de twee keizers van het veld, Van Aert en Van der Poel, zie je nauwelijks symbolische steunbetuigingen. Alsof de Vlaamse veldritliefhebber ook in het veld doet wat een Vlaming overal doet: sympathiseren met de outsiders en minder met de favorieten. Dat merk je vooral wanneer Laurens Sweeck uit de achtergrond terugkeert en in de laatste ronde nog een alles-of-nietspoging onderneemt. Gejuich op alle banken van het amfitheater, want de knaap met lef zet de grote talenten een neus. Even snel lost hij weer, maar hij kan blijven rekenen op handgeklap. Alsof het veld hem toeroept: ‘Jongen, wij weten tegen wie je moet strijden, maar diep respect voor wat je doet’. Zoiets…
Holland-België
Van Aert en Van der Poel vechten een ouderwetse Holland-België uit. Van der Poel rijdt in de 2e ronde weg en lijkt op een solo af te stevenen. Dat is zonder Van Aert geteld, die uitgerekend in De Kuil en voor de ogen van duizenden meelevers het gat in 1 trek dicht. Weer kabaal, applaus en blijheid, want… ‘den Belg zet den Hollander op zijn plaats’. Opnieuw dat underdoggevoel dat bovendrijft. ‘Van der Poel is momenteel de beste, maar we hebben toch liever dat onze Van Aert wint’. Het lijkt er ook op dat Van Aert het laken naar zich toetrekt, want hij heeft op 200 meter een kleine voorsprong. De Kuil zucht en blaast, bidt en bedekt de ogen. Maar het loopt alsnog mis. Van der Poel wint. De Kuil buigt en jammert. Een kreet van ongeloof uit duizenden kelen, akoestisch versterkt door de natuur. … Ai, ontgoocheling nummer 2… Geen Belg!
De Kuil loopt leeg… Geen Belg… maar we hebben wel brood en spelen gekregen. En daar draait het om in een amfitheater.