Chun Kai Feng (26) mag zich dit seizoen de eerste Taiwanees noemen in de UCI WorldTour. Dat betekent dat hij onder de vlag van Team Lampre-Merida in Parijs-Roubaix ook zijn eerste kasseistroken te verwerken kreeg. Een kasseivreter zal Feng echter nooit worden.
Hoe kijk je terug op Parijs-Roubaix, jouw eerste koerservaring met de kasseien?
Feng: “Nog nooit eerder reed ik op kasseien, dus het was een hele aanpassing. Wedstrijden op kasseien vind je in Azië nergens. En bovenal, een koers als Parijs-Roubaix is uniek, dat bestaat nergens anders ter wereld. Maar die kasseien, goh, de confrontatie was hard. Je voelt nog voor de start de spanning in het peloton. Vanaf het startschot wil iedereen proberen wegrijden. De gemiddelde snelheid was in mijn eerste editie al meteen indrukwekkend: meer dan 50 km per uur! Door de wind in de rug was er geen tijd om rustig op gang te trekken. Ik heb zwaar afgezien, maar ik heb mijn best gedaan.”
Je had het parcours toch verkend?
Feng: “Op vrijdag voor de race verkenden we met het team de belangrijkste stroken. Ik besefte onmiddellijk dat Parijs-Roubaix een speciale koers is en dat kasseien het er niet makkelijker op maken. De verkenning was best wel nuttig. Ik kreeg van mijn teamgenoten goede tips over hoe de kasseien te bedwingen, hoe ik mijn stuur moest vasthouden, en zo meer. Dat was best handig. Er wordt zo hard gekoerst dat je op het moment zelf geen tijd hebt om na te denken en last minute beslissingen te nemen. Bovendien is de koers zo lang en zijn er veel rijders die als leeuwen vechten om op die kasseien te overleven.”
Op 130 km voor de piste in Roubaix gaf je er de brui aan. Had je er genoeg van?
Feng: “Ik benaderde de eerste ‘pavées’ in het achterste gedeelte van het peloton en helaas waren er enkele valpartijen net voor mij. Ik moest verschillende keren van mijn fiets en één keer diende ik zelfs in het veld te lopen om voorbij de renners te geraken die op de grond lagen. Ik verloor kostbare seconden. Wat later moest ik mijn Sloveense ploegmakker Luka Pibernik uit de nood helpen. Hij was lek gereden en ik moest mijn voorwiel afstaan. Toen was mijn hoop om terug te keren in de koers helemaal weg.”
Hoe vreemd zijn die Europese eendagswedstrijden eigenlijk voor een Taiwanese wielrenner?
Feng: “Die kunnen bizar lijken voor wie nog nooit van deze koersen gehoord heeft. Ik had het geluk om de voorbije jaren met veel Aziatische renners te trainen die al in Europa hadden gereden. Door met hen te spreken, kon ik me ook goed voorbereiden op wat mij te wachten zou staan. Dat was nodig, want het verschil met koersen in Azië is groot. In Europa zijn er zoveel veeleisende koersen en het tempo van het peloton ligt hier veel hoger dan in Aziatische wedstrijden. Bovendien is het indrukwekkend om zien hoe de koers zo populair is in Europa. Mijn fans waren heel enthousiast dat ik Parijs-Roubaix ging rijden en ik moest met veel van hen op de foto. Dat maakte me erg blij, want zo behoorde ik even tot het centrum van de professionele wielerwereld.”
Schuilt er een ‘Flandrien’ in jou?
Feng: “Ik ben er me van bewust dat ik nooit tot de favorieten zal behoren voor een koers als Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen. Daar zijn verschillende redenen voor. Maar ik vond de uitdaging om de kasseien te temperen toch wel heel bijzonder. Ik zou dan ook graag nog eens terugkeren. De ervaring die ik zondag heb opgedaan, zal dan beslist van pas komen.”
Hoe is je seizoen begonnen en wat mogen we dit jaar nog verwachten van jou?
“Ik ben begin februari begonnen in de Dubai Tour, mijn eerste koers voor Lampre-Merida. Ik kon er meteen mooie prestaties neerzetten. Zo was ik mee in de belangrijkste vlucht van de tweede etappe. Dat gaf me veel vertrouwen en moed om hard te trainen. Het belangrijkste doel in mijn debuutseizoen is om de kopmannen van het team naar de best mogelijke resultaten te leiden. Ik besef dat ik nog heel wat moet leren en sta dan ook te popelen om mijn eigen niveau nog op te krikken. De ervaring die ik nu kan opdoen zal me zeker helpen. De volgende hoofddoelen zijn de Ronde van Turkije, de Ronde van Japan, de Ronde van Zwitserland en de Ronde van het Qinghaimeer in China. Ik hoop ooit in het shirt van nationaal kampioen van Taiwan een koers te kunnen winnen voor Lampre-Merida. Zij gaven mij de kans om in Europa te koersen en daar ben ik hen dankbaar voor.”
Fotomateriaal: Davy De Blieck.