Een goed stel benen, een portie zelfvertrouwen en een simpel sms’je: meer heb je als wielerprof soms niet nodig om een overwinning te scoren. Voor de nuances in dit verhaal tekent een ploegleider van IAM Cycling, die de passagierszetel in zijn volgwagen een dag afstond. Live verslag van rit 4 in de Tour de l’Eurométropole, de vroegere Franco-Belge, maar dan anders bekeken.
‘IAM Cycling. IAM Cycling. Je répète: IAM Cyling’. Radio-koers doorbreekt de muziek in de volgwagen van Thierry Marichal, ex-prof en sinds januari 2014 als ploegleider aan de slag bij de Zwitserse World Tour-formatie IAM Cycling. In het ongewisse of het om een lekke band gaat of een IAM-renner die een truitje wil afgeven, stuurt Marichal zijn 4×4 break door de sliert volgwagens heen. Doorheen, dat is zonder omwegen. Onder luid getoeter duiken voorliggers naar de kant van de weg, langs beide zijspiegels van de wagen keren renners terug naar het peloton. De onooglijke dorpskern van het West-Vlaamse Vijfwegen, gehucht van Staden, staat heel even op zijn kop. Marichal opent aan het stuur een blikje frisdrank en blikt opzij: ‘Niet te geloven, de andere ploegleiders lijken wel nerveuzer dan de renners vandaag. Gekke boel.’
Mama, het bloemenmeisje
Het is een opgave om het logement van de Tour de l’Eurométropole op zaterdagochtend ook maar mis te lopen. De parking van Hotel Altia in Neuville-en-Ferrain is een mengelmoes van opzichtige kleuren: ploegbussen en laadwagens, uitgestalde fietsen, renners in hun bonte plunje. Vandaag staat de vierde rit op het programma: van Blankenberge naar Nieuwpoort, 176 kilometer via de polders, met drie lokale rondes van 17 kilometer als afsluiter. Op tafel in de ploegbus van IAM Cycling staat een bos bloemen te pronken. Jonas Van Genechten wil zijn zegetuil van een dag eerder in Poperinge graag wegschenken. “Jonas stuurde me dat hij goeie benen had en zeker zou winnen”, legt de gelukkige – zijn eigenste moeder (zie foto) – uit aan de start. “Ik doe dat af en toe, maar kan ook niet altijd woord houden”, voegt de sprinter uit Lobbes er grijnzend aan toe. “Na gisteren heeft mijn moeder die bloemen echter meer dan verdiend.”
Oorlog in de polder
Tussen Blankenberge en Nieuwpoort peddelt Van Genechten opnieuw vlot mee, als kanshebber voor de ritzege wordt hij beschermd door zijn ploegmaats. Marichal geeft opeens plankgas, passeert met een tuut de jurywagen en gaat even langs zijn poulain rijden. “Lotto trekt straks de kaart Jürgen Roelandts, dat was duidelijk in de bonificatiesprint. Eén wiel dus straks, dat van Roelandts!” Een bidon met sportdrank erbij, en Van Genechten knikt van ja.
Tussen uitgestrekte velden koolzaad, hop en prei, winkels met landbouwgerei en tientallen kleine gehuchtjes, blijft de wedstrijd lang gesloten. Er is dan ook geen wind, en dat vindt Marichal doodjammer. Spiegel aan spiegel met Frédéric Guesdon van FDJ, een ex-renner van zijn generatie, vindt hij een mede-nostalgicus. “Ons moesten ze maar een zuchtje wind geven om in de polders alles aan gort te rijden. Waaiers trekken, het mooiste wat er is!” Met een knipoog schuiven de zijraampjes opnieuw naar beneden en nemen beide heren hun plaats in de karavaan in.
Un gosse qui pisse
Net buiten Middelkerke, over halfweg koers, steekt dan toch de wind op. Vooraan het peloton regent het versnellingen, en vormt zich de vlucht van de dag: een groep van 6, met Leukemans en Vanbilsen als aanstokers. Hun voorsprong groeit snel, zo meldt de wedstrijdjury krakend over de radio. Na de rotvaart van het eerste uur, waarin meer dan 50 kilometer werd afgehaspeld, gaat het peloton even op de rem staan. Letterlijk, tot stilstand toe. Bij de haag van een West-Vlaamse voortuin trekt IAM-sprinter Sondre Holst Enger, een krachtpatser van 21, zijn elastische koersbroek naar beneden. Van achter het raam in de woonkamer kijken twee kopjes verbaasd op. In de ploegwagen schudt Marichal meewarig het hoofd. “Wat kunnen ze toch plassen tegenwoordig.”
In een zoveelste dorpskern is het dringen geblazen in het peloton van volgwagens. Zoals de renners door elkaar heen krioelen, zo kunnen ook deze ploegleiders in gaatjes rijden die er eigenlijk niet zijn. Enkel ex-wielrenners lijken het circusnummer te beheersen. Marichal hoeft niet in zijn spiegels te turen om de gedragingen in te schatten. Marc Wauters van Lotto Soudal roept door een open raam enkele felicitaties toe voor de zege van gisteren. Aan de klink hangt een guitig kopje, dat van Holst Enger. “I’m hungry, man!” Mecanicien Julien, die op de achterbank enkele reservewielen bewaakt, stopt een zakje pannenkoeken toe. “Sweet! You’ve got any more of these?” Holst Enger blijft maar zakjes aannemen, tot zijn achterzakjes uitpuilen en Julien plat van het lachen gaat. “Quel gosse formidable!”, giechelt hij.
Finaleplannen
“Voorsprong: 1 minuut 27. Voorsprong: 1 minuut 25. Opgelet, we beginnen aan de lokale rondes. Alle wagens aan de linkerkant, foutgeparkeerde wagens aan de rechterkant op 200 meter”. Marichal geeft gehoor aan de richtlijnen van de jury, terwijl drie tractoren geduldig wachten tot de koers gepasseerd is. Dries Devenyns, de 32-jarige ouderdomsdeken en wegkapitein van het IAM-gezelschap, heeft de consignes gekregen om samen met Lotto Soudal de jacht in te zetten op de vluchters. Aan de kop van het peloton wordt er duchtig rondgedraaid, maar niet door de renners van IAM. Even doorduwen, tot boven 100 kilometer per uur, Marichal galmt naar buiten. “Matthias (Brändle, 3e in de stand), more to the front. Sondre, you in support!” In de voorhoede van het peloton rijdt de Zwitserse IAM-domestique Simon Pellaud zich volledig leeg. De voorsprong van de vluchters slinkt, een massasprint is in de maak.
Marichal en zijn mecanicien plannen het ideale verloop. Ter hoogte van de jachthaven van Nieuwpoort is het nog een kilometer tot de meet. Vlammen langs de verhoogde trambedding, een ruime bocht naar rechts, de laatste rechte lijn telt slechts 300 meter. Net voor een u-bocht is het koersverloop in een oogopslag te vatten. Ook voor het peloton zijn de vluchters in zicht. Pellaud haakt moegestreden af, en krijgt heel wat bijval uit de wagen. “Bien fait Simon, trés bien fait!”, echoën Thiery en Julien. Intussen is de lange vlucht teniet gedaan en stormt het peloton naar de meet. Rond de volgwagen zwermen heel wat groepjes van gelosten. Olivier Chevalier van Wallonie Bruxelles, mee in de vlucht, recht de rug. “Qu’est-ce que t’as fait?”, roept Marichal hem toe. Chevalier blikt even terug, zonder emotie. Murw gereden, het grijs voor de ogen.
“Theunske, wie anders?”
Bij elke pedaalslag schiet het duo van IAM Cycling dichter naar de kop. Australisch kampioen Haussler vangt de wind op, in zijn wiel maakt Holst Enger zich op om de lead-out te verzorgen voor Van Genechten. “Niet te vroeg, niet te vroeg”, prevelt Marichal, turend met het hoofd uit het raam. Het peloton snelt de bocht in. De laatste voor de finish, hoogst cruciaal in de finaleplannen. Net voor de finishlijn draait de volgerskaravaan een woonwijk in, en valt alle communicatie weg. De koersradio zwijgt, geen gejoel meer van supporters aan de kant.
“Ik vrees dat het niet voor vandaag is.” Marichal sist tussen zijn tanden. “Merde alors.” Zelf was Marichal in 2000 succesvol in de Franco-Belge, in de vierde etappe van Leuze-en-Hainaut naar Tournai. Hij beseft maar al te goed hoe hard een renner zelfs voor een overwinning in een 2.1-wedstrijd moet strijden. En hoe ploegleiders vaak machteloos staan in de koers. “Aanwijzingen geven is makkelijk, ze uitvoeren is een ander paar mouwen. Geloof me vrij.”
Aan de ploegbussen druppelen de renners binnen. Uit verschillende monden klinkt het dat Marcus Burghardt van BMC heeft gewonnen, anderen geven de bevestiging dat Topsport Vlaanderen-Baloise aan het feest is. “Theunske, wie anders?”, lacht een medewerkster van Wanty – Group Gobert ietwat groen. Edward Theuns, volgend jaar aan de slag bij Trek, verstevigt zijn leidersplaats in de Europe Tour. Een dag later zal Alexis Gougeard van AG2R de Tour de l’Eurométropole op zijn naam schrijven.
Winst noch verlies
In de namiddagzon lijkt het gehele IAM Cycling niet stil te staan bij de misgelopen winst, noch bij mogelijke verklaringen voor verlies. Holst Enger is de beste man, op een 6e plaats. Morgen wacht een laatste etappe. De fietsen moeten opnieuw de wagens op, de terugrit naar het hotel is op til en de renners mogen zich in de ploegbus tegoed doen aan een verse quinoasalade.
Marichal leunt op zijn volgwagen, en geniet van de laatste zonnestralen. Met een half oog keurt hij de stalen benen van zijn renners. Als laatste springt Holst Enger de stoep op. Met de voorrem dichtgeknepen draait hij met zijn achterwiel een halve cirkel in de lucht. De ploegleider klopt hem lachend op de rug. “Allé bonne course, demain on essaie de nouveau.” Samen stappen ze de bus op, achter hen gaat het gordijntje dicht.
Een bijdrage van Fran Herpelinck.