“Hoe kan je een wielerverhaal vertellen over iemand die bij zijn geboorte een voetbal krijgt?” Het is de eerste vraag die Gino Campenaerts, vader van Victor (Team LottoNL-Jumbo), zich stelt wanneer we hem vragen hoe zijn zoon door de jaren heen geëvolueerd is. Maar het is gelukt. Portret van een toptalent.
Gino Campenaerts: “Victor was een kerel die op zijn 6 jaar dik tegen zijn goesting 3 keer per week moest gaan zwemmen. Dat zwemmen bleek vanaf het begin niettemin best intensief. Victor probeerde wanneer mogelijk een training te ontlopen, maar als ouders zijn we hem steeds blijven motiveren om niet op te geven. Een wedstrijd voor toekomstig potentiële wedstrijdzwemmers betekende een keerpunt voor Victor. Hij eindigde nipt 2e op de 100m crawl en kreeg daar het competitiegevoel te pakken dat hem sindsdien niet meer heeft losgelaten. Hij werd competitiezwemmer en de trainingen werden opgedreven naar 5 sessies per week. En Victor werkte ze met plezier af. Zijn gedrevenheid werd steeds opvallender en hij kon aansluiten bij de elitegroep van Brabo, waar toen de basis werd gelegd van wat we nu kunnen zien met onze Belgische zwemtop. Tijdens die zwemjaren ontwikkelde Victor inhoud, trainde hij dagelijks met een coach naast het bad, kweekte wedstrijdmentaliteit en leerde leven voor zijn sport.”
Gino Campenaerts: “Ik moet wel vermelden dat Victor tijdens zijn zwemperiode weinig of niets met wielrennen te maken heeft gehad. Hij keek nooit naar wedstrijden op tv en al zeker geen klassiekers omdat hij dan meestal een wedstrijd aan het zwemmen was. De enige renner waar hij op dat moment al eens over sprak, is Sven Nys. Victor liet in die periode blijken dat hij graag eens een cyclocross wilde rijden. Zijn vader zijnde – en ik ben wel altijd een wielerfreak geweest, herinnerde ik me dat Victor al op zijn driewieler met zuivere souplesse tekeer ging. Dus ging ik een tweedehands crossfiets kopen. Er werd een licentie aangevraagd bij de nieuwelingen met de bedoeling een aantal crossen te rijden. Victor mocht als zwemmer geen fietstrainingen doen; zijn enige voorbereidingen waren zijn dagelijkse fietsritjes naar school. Dat bleek echter niet voldoende om in de crosswereld iets te presteren. Sean De Bie zwaaide er de plak en Victor miste techniek om mee te kunnen strijden. Toch kon hij die wedstrijden makkelijk uitrijden. Maar daar toonde hij ook al zijn winnaarsmentaliteit. Meedoen om de de bende aan te vullen, heeft hem nooit geboeid. De cross werd snel vergeten, maar er was toch interesse gewekt voor de fiets. Toen tijdens een vakantie, Victor was toen 14, het plan rijpte om samen met mij vanuit Bedoin de Mont Ventoux te beklimmen, bleek duidelijk dat hij over straffe benen beschikte. Hij kwam op die leeftijd en puur op zwemconditie boven in 1’30”. Kenners weten genoeg.”
Gino Campenaerts: “Terug naar het zwemmen. Zijn inzet werd er niet minder op, maar mede door zijn constitutie stootte hij meer en meer op zijn limieten en voelde hij dat de zwemtop niet voor hem was weggelegd. Die conclusies deden hem besluiten de zwemwereld vaarwel te zeggen, maar niet de sport. Hij slaagde met verve in de toelatingsproeven van de topsportschool triatlon en ging nog meer voor de sport leven, nu met een professionele begeleiding. Vanaf toen kon hij samenwerken met Kurt Lobbestael, een trainer die wetenschappelijk te werk gaat en Victor kon motiveren om op details te gaan werken. Een aanpak die Victor beviel, waardoor die nauwlettend alle schema’s van Kurt uitvoerde. Als triatleet volgden er snel prestaties. Sterke zwemmer en op de fiets had hij in die wereld zijn gelijke niet. Nationaal of internationaal, Victor begon steeds als eerste te lopen. Maar ook daar kwamen zijn limieten snel naar boven. Het lopen bezorgde hem frustraties, blessures en gemiste overwinningen. Het idee rijpte om een koerslicentie aan te vragen. Na een paar plaatselijke clubs te hebben gecontacteerd en te zijn weggelachen omdat hij liet verstaan dat hij profambities had, leken de Dijlespurters de meest interessante club. Nog steeds als leerling aan de topsportschool triatlon reed hij als 18-jarige zijn eerste wedstrijden. Het ontbreken van koersinzicht en positioneren maakte het niet makkelijk voor hem. Oud-profrenner Benny Van Der Auwera merkte hem op toen hij samen met Victor in de koers zat. Hij sprak de legendarische woorden ‘zelden iemand zo sterk, maar o zo dom weten rijden’. Belangrijk moment, want Benny nam Victor mee naar Nieuwe Hoop Tielen, een ploeg die bij de beloften de betere wedstrijden mocht betwisten.”
Gino Campenaerts: “Nog steeds onder de strakke schema’s van Kurt Lobbestael werkte Victor verder en kon zijn eerste wedstrijden winnen. De manier waarop wekte de interesse van het jeugdteam van Lotto Belisol en Victor mocht daar zijn laatste jaar als belofte afwerken. Betere omkadering en materiaal inspireerden hem om nog meer voor zijn sport te leven. Ondertussen stopte hij zijn studies industrieel ingenieur, omdat hij de combinatie niet haalbaar vond. Zijn specialiteit is het tijdrijden geworden.Zijn opleiding als zwemmer en triatleet, waarbij het vechten tegen zichzelf een evidentie is, komen hier goed van pas. Nationaal selectieheer Jean-Pierre Dubois had hem al opgemerkt bij NHT en Victor voor de eerste maal geselecteerd voor het Europees Beloftenkampioenschap. In het Nederlandse Goes stelde Victor teleur, maar Jean-Pierre hield zijn vertrouwen en Victor bedankte in 2013 met de Europese titel in het Tsjechische Brno. Een prachtige prestatie die bevestigde dat hij echt wel iets kon gaan betekenen in deze mooie sport. Later werd hij ook Belgisch kampioen in deze discipline.”
Gino Campenaerts: “Topsport Vlaanderen diende zich aan en een profcontract was een logisch gevolg. Dit opleidingsteam was een goede keuze om zo de stiel steeds meer te gaan beheersen. Zijn eerste jaar was een bevestiging dat hij zeker profwaardig was, maar positioneren, durf en inzicht bleven werkpunten. Tijdens zijn tweede profjaar zette hij in vele opzichten een stevige stap voorwaarts. Zijn begeleidingsteam werd verstevigd met een kinesist, arts en embedded scientist. Victor reed constant mooie uitslagen. Met een 4e plaats in de Ster ZLM Toer en een schitterende 2e plaats in de Ronde van Wallonië werd zijn droom werkelijkheid. De mensen van LottoNL-Jumbo hebben zijn prestaties op de voet gevolgd en lijfden hem nu in bij hun WorldTour-team. Een lange weg van hard werken brengt Victor waar hij thuishoort. Maar die voetbal kan hij nog steeds niet controleren.”
Fotomateriaal: Team Campenaerts.