Hij pakt zijn koffer. Voor de zoveelste keer op een jaar. In België blijft het maar regenen. Hoop bloeit dat het in Frankrijk beter weer is. Dat het asfalt er veilig is. Dat de concurrentie het verstand gebruikt. En dat hij zelf die écht goede benen mee kan nemen. Daar heeft hij toch alles aan gedaan. Het BK eindigde 2e trapjes lager dan gehoopt. Maar mentaal was hij klaar voor die 3 stressvolle weken richting Parijs.
In de wetenschap dat hij dit jaar iets meer tijd heeft om zijn graantje mee te pikken. Er is namelijk geen tweede baby op komst. Die zal volgende keer ietsje beter getimed worden. Voor oktober, of zo. Dit jaar is het volle focus op een koers waar de hele wereld met een vergrootglas naar kijkt. De koffer zorgvuldig ingepakt. Met pijn in het hart dat hij Fleur toch weer een maand lang moet missen. Kinderen leren zo veel. Op zo korte tijd. Maar Greg gaat fietsen. En Greg wil gaan winnen.
De gedachten dwalen af naar Rodez, een jaar eerder. Het zou toch mooi zijn om dat nog een keer te kunnen. Winnen in de Tour. Verdomd, dat voelde goed. Daar kreeg de rest van de wereld de bevestiging van wat hij zelf al zo lang wist: Greg kan ook winnen. De gretigheid van Greg was niet langer gedoemd 2e te eindigen. Het elan zette zich door. Omloop het Nieuwsblad. Tirreno-Adriatico. Die Ronde van Vlaanderen, ze kwam zo dichtbij. Het gevoel was zo goed. De mentale weerstand zo groot.
De valpartij zo onwelkom.
Terwijl hij een T-shirt opplooit en bij de rest van zijn kleren stopt, glimlacht hij zelf. Die 3e plaats op het BK in Les Lacs de L’Eau d’Heure had hem bevestigd wat hij al voelde. Ze zijn goed. Dat smalle, bruine paar dat onder zijn koersbroek komt piepen. Ze zijn klaar om de wereld weer een beetje meer ‘Greg Van Avermaet’ te tonen. Om nog iets meer van zijn kunnen vanonder de sluier te laten ontwaken. Dit keer zou hij het groots aanpakken.
Greg droomt nooit luidop. Greg lacht gewoon altijd. Cherbourg was allesbehalve wat hij ervan verwacht had. Die sprint die er geen geworden was. Voor de etappe en die trui. Dat geel. Dat hield hem ‘s nachts stiekem ook bezig. Het zou toch zo mooi zijn als… Als hij zou kunnen meeglippen in rit vijf waar ene Thomas De Gendt mee de pk’s in een kopgroep verzorgt. Waar de tête de la course zo ver zou kunnen uitlopen over een parcours dat te pittig zou zijn als hij in het peloton bleef vertoeven. Daar, waar het geel nog steeds om de hoek lag te loeren.
De rest moest weg. De bagage over boord. De benen wilden wel mee. Oef. Het kopje was fris. Klaar voor een strijd over 216 kilometer. Waar plots een gat gaapte van een kwartier. Ah, De Gendt. Dankjewel, zegt Greg beleefd. Jij bent de jongen die mee moest zijn vandaag. Jij kreeg de bollen. Maar zijn zinnen stonden op dat geel. Hij moest en zou die trui pakken. Dat was wat al die ellendig lange, soms steile kilometers aan hem afdroop. De grinta om een droom werkelijkheid te zien worden.
Greg had het vertrouwen. In zichzelf. En wist dat toen hij op zo’n 17 km zijn landgenoot achterliet. In dat bochtje waar hij weg fladderde van Thomas. Die trouwens ook zo verdomd hard een Touretappe verdient. Maar we weten dat ook Thomas 3 keer kan sterven en weer 7 keer rechtstaat. Dus zijn beurt komt nog wel. Eerst genieten we van Greg. In dat geel. Dat zo mooi afsteekt bij zijn bruine velletje. Terwijl Fleur voor televisie naar haar papa zwaait. Die nu al het mooiste cadeau voor haar gewonnen heeft: een Tourleeuwtje.
Greg ging fietsen. En moest dan alleen nog heel hard trappen.
Zo zei hij achteraf.
Toen Greg al was gaan winnen.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.
Heeft u dit verhaal al gelezen? Dan was het op de persoonlijke blog van onze columniste.