Onder het motto ‘de jeugd is de toekomst’ stellen we u graag enkele beloftevolle veldritmeiden voor. Of beter gezegd, we laten deze jonge dames aan de hand van een aantal vragen zichzelf voorstellen, zodat u weet wie u straks in het oog moet houden als u naar de cross trekt.
Shana Maes, 21 jaar, woont in Vorselaar
Hoe ben je begonnen met veldrijden?
“Ik ben opgegroeid in Vorselaar, naast de thuis van Bart Wellens. Ik volgde de cross natuurlijk op tv en vroeg op een dag aan mijn vader of ik ook eens mocht gaan crossen. Maar veldrijden is een relatief dure sport, en daarom stonden mijn ouders daar aanvankelijk weigerachtig tegenover. Op mijn 12e ben ik naar Bart gestapt om te vragen of hij mij kon helpen, en voilà. Hij heeft mij mijn eerste fietsje bezorgd.”
Wat spreekt jou aan in de sport?
“Het cyclocross heeft zijn eigen wereldje en heeft ook iets speciaals: in de bossen, over balkjes, dat soort dingen. Veel interessanter dan gewoon op de weg rijden.”
Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt?
“Zeker. Met mijn ploegmaten kom ik goed heel goed overeen. Wij kunnen mekaar voor een wedstrijd ook aanmoedigen en op het gemak stellen. En ook buiten de ploeg zijn er veel meisjes met wie ik goed opschiet.”
Is competitie het leukste aspect?
“Ja, toch wel. Daar doe je het uiteindelijk toch voor. De trainingen zijn zeker leuk en helemaal geen opoffering voor mij. Ik werk nu deeltijds en heb na de middag altijd vrij om te gaan trainen. Dat doet toch altijd wel goed, want anders verveel ik me snel. Maar het is wel zaak om die trainingen goed af te werken in functie van de wedstrijden.”
Welke soorten parcours rijd je het liefst?
“Ik hou van snelle en technische omlopen in het bos. Maar ik vind het niet erg als het geregend heeft en we door de wei of modderige stroken moeten ploeteren, want dat gaat me ook nog wel af. Het lopen doe ik eveneens graag, zandstroken zijn dus geen probleem.”
Welke crosswedstrijden rijd je het liefst?
“Dat varieert van de weersomstandigheden, maar vooral de kleine crossen liggen me. Dat komt omdat ik het lastiger heb met grote hoogteverschillen. Ronse, Koppenberg en Baal zijn niet mijn ding, maar wel bijvoorbeeld Mol, Hoogstraten en Hasselt. Liever korte stukken steil klimmen dan lange hellingen.”
Wat zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?
“Ik werd in 2015 9e op het BK op het loodzware parcours in Erpe-Mere. We reden toen 50 minuten over ocharme 3 rondjes. Toen heb ik beseft dat ik bij de betere Belgische cyclocrosssters behoor. Dat betekende een klik in mijn hoofd, want die omloop was veel beter geschikt voor iets oudere en meer ervaren dames. Daarnaast heb ik een aantal top 10-plaatsen gereden die ik niet had verwacht.”
Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?
“Vorig jaar lag ik door een knieblessure heel de maand juli in de lappenmand, waardoor ik pas in augustus ben begonnen aan de voorbereiding. Dat heeft me toen toch wel wat goede prestaties gekost. Nu heb ik pas te horen gekregen dat ik klierkoorts heb. Ik ben in augustus aan het seizoen begonnen, maar mijn vorige dokter heeft dat niet gecontroleerd in het bloed. Het ergste zou nu wel voorbij moeten zijn, maar het is nog even afwachten wanneer ik weer echt voluit kan gaan. Ik mag trainen maar dan vooral losrijden en duurtrainingen; voorlopig geen interval want ik recupereer niet goed. Ik mag wel een wedstrijd doen, maar maximaal 1 per week en geen al te zware crossen.”
Tess van Loy, 15 jaar, woont in Vorselaar
Hoe ben je begonnen met veldrijden?
“Ik ging destijds met een paar vrienden mee naar een veldrit in Nederland en dat vond ik zo leuk dat ik ook een crossfietsje heb gekocht. Ik ben dan in de Nederlandse bond WBVC gaan rijden.”
Wat spreekt jou aan in de sport?
“Van kleins af aan vond ik het al leuk om in de modder te spelen en me vuil te maken en zo vind ik het dus ook leuk om in de modder te fietsen.” (lacht)
Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt?
“Ik leer elk seizoen meer en meer meisjes kennen. Natuurlijk is het in de wedstrijd ieder voor zich, maar daarnaast kom ik toch wel met heel veel meisjes goed overeen.”
Is competitie het leukste aspect?
“Tijdens de wedstrijden kan ik echt mijn eigen ding doen. Dat vind ik wel het leukste, want op training mag je niet altijd voluit gaan.”
Welke soorten parcours en welke wedstrijden rijd je het liefst?
“Ik rijd heel graag de crossen met redelijk wat slijk, waar je nog net kan doorrijden. Ook de crossen met veel klimwerk vind ik heel fijn.”
Welke zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?
“Mijn Belgische titel in 2015 was het toppunt, ik weet nog dat ik zonder druk of stress aan de start stond en dat ik al in de 2e ronde een kleine kloof had en de race zo gerust kon afwerken.”
Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?
“Ik verwacht of hoop toch om dit seizoen zo constant mogelijk te rijden. Ik zou er vooral elke wedstrijd willen staan. Ik ben nog jong en wil nog rustig kunnen groeien. Natuurlijk ga ik ook mijn uiterste best doen om mijn Belgische titel te verlengen.”
Laura Verdonschot, 20 jaar, woont in Lommel
Hoe ben je begonnen met veldrijden?
“Via mijn neefje en de vriend van mijn zus. Mijn neef wou fietsen en in dezelfde tijd leerde mijn zus Maarten Craeghs kennen, die al een tijdje meedraaide. Eerst waren ze er thuis niet zo voor te vinden dat ik dat ook wilde gaan doen. Ik kreeg dan maar een bmx’je. Op een dag gingen we met de hond wandelen en zei papa me dat ik een echte koersfiets kreeg als ik die berg daar omhoog zou rijden. En ik flikte het! Ik was pas 12 toen ik meteen Vlaams kampioene werd, dus ik had de smaak snel te pakken.”
Wat spreekt jou aan in de sport?
“Je leert heel veel mensen kennen, maar ik doe het ook gewoon heel graag. Eerst reed ik enkel op de weg, maar toen ik als nieuweling begon met veldrijden wist ik meteen dat dit de sport is die ik echt graag wil doen.”
Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt?
“Natuurlijk! Mijn beste vriendinnen komen uit de cross. Maud Kaptheijns is sinds kort mijn vaste vriendin, wij zitten ook bijna dagelijks samen op de fiets om onze trainingstochtjes af te werken. Ook met Sanne (Cant, red) klikt het goed. Wij hebben elkaar leren kennen op mijn allereerste Europees kampioenschap. En ook met mijn ploegmaatje Sophie (De Boer, red) klikt het goed. En er zijn nog wel een aantal meisjes met wie ik goed overweg kan. Maar wanneer het koers is, ben je daar natuurlijk niet mee bezig.”
Is competitie het leukste aspect?
“De wedstrijden zijn natuurlijk het leukste, maar als het minder gaat, zoals in het begin van mijn seizoen, zijn het net de moeilijkste dagen. Je werkt er hard voor, maar er komt niks voor in de plaats. Zo’n momenten. Ik merk wel dat ik elk jaar wat meer supporters krijg. Ongelofelijk hoeveel mensen er nu al aan de draad staan om mij aan te moedigen!”
Welke soorten parcours en welke wedstrijden rijd je het liefst?
“Een parcours als Zonhoven en Koksijde staan bovenaan mijn lijstje. Zonhoven moest ik vorige winter laten vallen door de vermoeidheid van de trip naar Las Vegas, maar in Kokijde stond ik toen weer met veel plezier aan de start. Zolder vind ik ook een leuke cross, net als Lille. De parcoursen waar techniek en zand aanwezig zijn, liggen mij het best. Echte modder is leuk voor de cross, maar die power ontbreekt me nog. Dus voorlopig liever niet al te zware parcours voor mij.” (lacht)
Welke zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?
“Mijn eerst EK was heel speciaal en tegelijk ook belangrijk. Ik werd toen 7e en was daar heel blij mee. Mijn 3 Belgische titels zitten daar ook bij. Toen ik als 2e jaars junior 15e werd in Koksijde vond ik dat ook een cross om zeker niet te vergeten. Wanneer ik op deze omlopen rijd, fiets ik 2 km/u sneller omdat ik er alleen maar goede herinneringen aan heb.”
Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?
“Ik wil vooral nog groeien de komende maanden. Ik zou dit jaar nog graag een aantal keer mezelf verbazen in crossen waarvan ik het niet verwacht. Ik hoop de komende jaren steeds progressie te maken om zo door te kunnen gaan als prof.”
Fotomateriaal: Kristel Van Gilst.