Zondag 18 december 2016 stond het BK beachrace op het programma. Deze discipline is dan wel niet zo bekend bij het grote publiek, want er is minder aandacht dan voor het veldrijden, de weg of de piste. Toch stonden 100’en deelnemers aan de start en kregen we met Bert Vanlerberghe een bekende winnaar. Onder de wielrenners worden de beachraces steeds populairder. Briek Beuselinck (19) uit Koekelare, in 2015 nog Belgisch kampioen bij de junioren, werd 10e bij zijn elitedebuut.
Briek Beuselinck: “Ik koers nog niet zo heel lang, maar wou altijd al eens meedoen aan een strandrace. Toen ik 3 jaar geleden begon met koersen besloot ik meteen om dit te combineren met de strandraces. Op de weg vond ik redelijk snel mijn draai en ook in de strandraces kon ik mijn mannetje staan. De inspanningen zijn kort en krachtig. Het BK was 60 km, maar de meeste strandraces zijn korter. Maar het is wel heel intensief. Heel eerlijk ook: de beste renners komen sowieso naar voren, wie een offday heeft zakt door het ijs. Alhoewel tactiek de laatste jaren ook aan belang heeft gewonnen.”
“Daarbovenop geniet ik ook heel erg van de sfeer op zo’n wedstrijd. Er heerst een ‘iedereen-kent-iedereen’ gevoel. En iedereen kan meedoen: profs zoals Dupont en Vanlerberghe (de Belgische kampioen van 2015), elites zonder contract, amateurs, dames,…. We starten dan ook allemaal samen. Soms gebeurt het dat er met verschillende startboxen wordt gewerkt, waardoor de beste vooraan mogen starten. Maar eigenlijk is dat niet nodig, want uiteindelijk komt iedereen op zijn plaats terecht.”
Iedere strandrace is anders
Briek Beuselinck: “Iedere strandrace is ook anders, in tegenstelling tot wat je misschien zou denken. Het BK in Bredene is vooral op hard zand. Er zijn maar weinig stroken in het mulle zand, wat een groot voordeel is voor de wegrenners. Koksijde heeft dan weer heel veel mulle stroken, wat het supertechnisch maakt. En in Middelkerke rijd je veel in de duinen en op singletracks. Je hebt dus net zoals in het veldrijden verschillende parcoursen en elke wedstrijd heeft zijn eigen kenmerken.”
“Ik kan op elk parcours wel mijn plan trekken. In de eerste plaats moet de conditie goed zijn. Het komt er simpel gezegd op neer om zo lang mogelijk een hoog wattage te blijven trappen. Daarnaast heb je ook een goede techniek nodig om vlot door het zand te klieven. Goed materiaal is natuurlijk ook heel belangrijk, al kun je hier wel eindeloos mee variëren. De meesten rijden wel met een mountainbike met 29 inch wielen en een voorvork zonder vering. Ikzelf kies voor een vrij smal stuur, wat aerodynamischer is in de lange rechte stroken. Met een breed stuur ben je dan weer beter af in de mulle zandstroken. Dan kun je nog gaan variëren qua bandenprofiel, bandenspanning, verzetkeuze,…. Het hangt van de renner zelf af waar hij zich het beste bij voelt.”
Belgisch kampioen bij de junioren in 2015
Briek Beuselinck: “Het Belgisch kampioenschap van 2015 was het hoogtepunt van mijn, voorlopig korte, wielercarrière. Ik had ook niet verwacht om te winnen. Voor mij was Jorden De Haes de grote favoriet. Ik wist wel dat ik een kleine kans maakte, maar dan moest alles in z’n plooi vallen. En dat gebeurde ook die dag. Mijn medaille kreeg een mooi plaatsje in de living. Het blijft toch een Belgische titel, 1’tje waar ik heel trots op ben. Al blijf ik natuurlijk ook realistisch, want het niveau bij de grote jongens ligt toch een pak hoger dan bij de junioren. Tegen de echte toppers zoals een Frederik Decaesteker of Maarten Himpens kom ik nog tekort, maar ik heb dit jaar toch wel een serieuze stap vooruit gezet en mijn strandraces voorlopen super. Ik heb al in elke wedstrijd top 20 gereden, wat gezien het huidige niveau van het deelnemersveld al een hele prestatie is. Enkel in De Panne was het wat minder, maar dat waren toen ook uitzonderlijke weersomstandigheden.”
“Mijn beste prestatie volgde dan dit weekend, alweer op het Belgisch kampioenschap. Ik eindigde onverhoopt op een 10e plaats en kon lang mee met de kop van de koers. Mijn hoofddoel was om mijn ploegmaat Frederik Devolder, die ook in de kopgroep zat, aan een titel bij de masters te helpen – wat ook lukte. Ik ben daarom vol blijven rijden in de kopgroep. Op het einde zakte ik er dan wel een beetje door, maar ik ben supertevreden met mijn 10e plaats. Vooraf had ik op top 20 of misschien top 15 gehoopt.”
Briek Beuselinck: “Toch zullen de strandraces niet direct mijn hoofddoel worden. Er zijn jammer genoeg maar een 7-tal wedstrijden in België. In Nederland zijn er wel meer, maar dan moet je telkens 4 uur per dag in de wagen zitten en dat zie ik niet elk weekend zitten. Ik rijd ook op de weg en mijn eerste seizoen bij de beloften verliep met ups en downs, maar over het algemeen ben ik er wel tevreden over. In april start ik op de weg en misschien stop ik al in september om me voor te bereiden op de strandraces. Dat heb ik dit jaar door omstandigheden ook moeten doen en het is blijkbaar goed uitgedraaid.
Trainen is wel niet altijd even gemakkelijk, omdat ik ook nog moet werken. Tijdens de week kom ik pas rond 18 uur thuis. In de winter is het dan al lang donker als ik moet gaan trainen. Ik doe daarom veel alternatieve trainingen tijdens de week, zoals zwemmen, lopen of skeeleren. Fietstrainingen doe ik dan in het weekend en 1 keer in de week. In het donker met een lichtje op het stuur en samen met Dennis Delmotte, 1 van mijn beste maten. Zo motiveren we elkaar en worden ook onze avondritjes plezant.”
Fotomateriaal: Pol Demeyere Pomer.