In heel wat belangrijke crossen dit seizoen zit ze mee vooraan in het peloton, Alice Maria Arzuffi. De nauwelijks 22-jarige Italiaanse rijdt op de weg voor het Lensworld-team van Heidi Van de Vijver en in het veld voor Guerciotti. Haar fluogele tenue valt op, maar dat doen ook haar resultaten. Arzuffi werd onder meer 3e in Zeven en 4e in Namen.
Welk type renster ben je eigenlijk, Alice?
Arzuffi: “Ik houd het meest van vlakke stroken waar ik heel hard op de pedalen kan pushen. Niet voor niets stond ik in Zeven op het podium. Dat was bijna het perfecte parcours voor mij. Ik ben ook wel technisch goed, kan goed draaien en keren. Maar lopen en steile hellingen zijn bijvoorbeeld helemaal niks voor mij.”
Hoe kijk je terug op je seizoensstart?
Arzuffi: “Het eerste deel van mijn seizoen was enorm goed. Zelfs als het seizoen er nu al moest opzitten, zou ik blij zijn. Ik ben positief aan het seizoen begonnen en heb die lijn gewoon doorgetrokken. Er zijn niet alleen de resultaten, ik heb ook mijn individuele niveau gevoelig weten op te krikken. In vergelijking met vorig seizoen heb ik een serieuze stap gezet. Eigenlijk is het begonnen met het wegwielrennen, waar ik in 2016 eveneens veel progressie heb gemaakt. De wedstrijden op de weg zijn wel heel anders, maar ik heb er enorm veel vertrouwen getankt en dat heb ik mee het veld in genomen. Als je vertrouwen hebt, rijdt je gewoon sneller. En de eerste resultaten waren goed, wat voor een nieuwe boost zorgde. Het gaat nu verrassend snel.”
Namen springt er misschien wel uit. Ben je zelf niet verrast dat je daar zó goed was?
Arzuffi: “Eigenlijk wel. Ik had al 4 of 5 keer eerder gecrosst in Namen. De 1e keer, herinner ik me, had ik echt schrik van het zware parcours. Ik had nooit gedacht dat ik daar ooit zo hoog zou finishen. Ik heb daar geleerd om anders tegen de cross aan te kijken. Ik heb ook fiets, hoofd, lichaam en benen, net als de andere dames. Dus waarom zou ik ook niet hard kunnen rijden? Dat is mijn nieuwe filosofie. Die instelling motiveert me echt. Ik let nu nog beter op mijn voeding en elk detail wordt gecheckt. Ik ben pas 22 en kan alleen maar beter worden.”
Kijk je uit naar de nationale kampioenschappen?
Arzuffi: “Heel erg zelfs. Al wordt winnen zeer moeilijk. Als ik met Eva Lechner – een legende in Italië, zowel in het veldrijden als het mountainbiken – kan meestrijden voor de overwinning, zal ik tevreden zijn. Het kan een heel mooi duel worden tussen ons beiden. Ik ken Eva behoorlijk goed, we zitten al jaren samen bij de Italiaanse ploeg. Ik kijk wel op naar haar, ze inspireert me met haar professionele aanpak en hoe ze de fiets in haar leven integreert. Ze is een rolmodel voor mij.”
Is de combinatie van weg en veld niet té zwaar?
Arzuffi: “Vroeg of laat zal ik inderdaad een keuze moeten maken. Je kan niet beiden op het allerhoogste niveau doen. Nu probeer ik zowel in het wegseizoen als in de cross een aantal races te schrappen. Anders zou ik mijn lichaam verbranden. Ik ben zo het crossseizoen begonnen na de States. Na het EK op de weg in Frankrijk heb ik rust genomen en ben ik rustig aan opnieuw begonnen. Dat is belangrijk, want mijn focus op de weg ligt in de zomermaanden en niet in het voorjaar. Ik kijk naar de lastige etappewedstrijden, zoals de Giro Rosa.”
Wat wil je de komende maanden nog presteren in het veld?
Arzuffi: “De belangrijke weken komen eraan. De kampioenschappen, nationaal en het WK in Bieles. Maar daarnaast wil ik in elke wedstrijd waar ik aan de start kom goed presteren. Elke cross is nu belangrijk voor mij. Je zal me nog wel zien.” (lacht)
Fotomateriaal: WielerVerhaal.