De jonge Arno Claeys heeft er zijn 1e seizoen opzitten bij de juniores van het Isorex Cycling Team. Een carrière als profcoureur ligt nog niet meteen binnen handbereik, maar de jongeman uit Oostakker kan wel op de ervaring en steun rekenen van zijn oudere en op koersgebied doorwinterde broer Dimitri (30), prof bij de Franse procontinentale ploeg Cofidis.
Het seizoen zit er bijna op, maar voor Dimitri Claeys wordt het nog een drukke week. “Dit weekend rijd ik de Eurométropole, dinsdag Binche, dan Parijs-Bourges en zondag Parijs-Tours.” Maar we gaan het dus over zijn 13 jaar jongere broer Arno hebben. “Hij is de jongste van het gezin en woont nog bij mijn ouders in Oostakker”, zegt Dimitri. “Wij hebben een goeie band, ook al is er dat leeftijdsverschil. Hij is mijn kleine broer, hé. We horen elkaar dagelijks en zien elkaar 3 à 4 keer per week. Ik woon in Sint-Amandsberg, dus dat is niet zo ver.” De Claeysen hebben ook nog een broer van 27. “Maar hij staat in het onderwijs, geen koers voor hem”, lacht Dimitri.
“We praten geregeld over Arno zijn trainingen en wedstrijden”, zegt de oudste Claeys. “We staan dicht bij elkaar en dus volg ik hem van nabij op. Ik geef hem raad en tips, maar langs de andere kant moet hij ook zijn eigen weg zoeken. Hij is nog maar 17 en hij koerst nog maar dik een jaar, dus ik probeer hem ook een beetje te laten doen, zodat hij zichzelf leert ontdekken. Het is dus nog moeilijk te zeggen wat voor type renner hij is, maar ik weet wel dat hij een goeie tijdrit in de benen heeft en dat hij wellicht zal uitgroeien tot het klassieke type voor de Vlaamse koersen. Klimmen en sprinten zijn alvast geen sterke punten van Arno, dus dat wordt het niet.”
Social media
Arno Claeys heeft er als 1e jaars juniore een goed seizoen opzitten, meent zijn broer. “Hij heeft het goed gedaan, met een paar mooie resultaten, top 10 en podium. Hij heeft duidelijk een stap vooruit gezet. Winnen lukte nog niet, maar dat is niet zo erg. We hebben al gezien dat sommige jonge renners het in de jeugd niet zo goed doen maar het wel ver schoppen, en omgekeerd. Ik vind het vooral belangrijk dat hij gewoon zijn best doet, dat hij goed traint en zijn materiaal goed onderhoudt. Op die vlakken doet hij het alvast heel goed, we mogen tevreden zijn.”
Komt Arno geregeld advies vragen bij Dimitri. “Ja, toch wel”, zegt die laatste. “We horen elkaar vaak en ik probeer ook af en toe te gaan fietsen met hem. Ik probeer hem wel te helpen maar het moet toch vooral van hemzelf komen. We hebben het vaak over training en voeding, maar ook over gebruik van social media: wat kan en wat beter niet? Allemaal dingen die ik vroeger zelf heb moeten uitzoeken maar waarmee ik hem nu wel graag bijsta.”
Interclubs
Aan welke punten moet Arno vooral werken? “Hij is fysiek nog niet volledig volgroeid, dus het is soms wat opletten op gebied van training. Hij zit ook in een cruciale fase wat dat betreft. Uithouding moet zeker beter, maar dat is iets wat je niet kan forceren, dat komt wel met de jaren. Hij kan deze winter al extra gaan werken op kracht en explosiviteit, waardoor hij weer een stap zet. Alles op zijn tijd. Hij mag geen stappen overslaan en zijn lichaam forceren. Hoe groot die stappen uiteindelijk zijn, maakt niet zoveel uit. Zijn potentieel is ook nog moeilijk in te schatten. Hij kan wel iets, maar een voorspelling doen is lastig.”
Arno rijdt nu bij Isorex, de ploeg waarbij ook Dimitri als jonge knaap heeft gefietst. “Ik vind Isorex een heel goede ploeg voor juniores”, besluit Dimitri. “Ze kunnen een goed programma rijden en hij komt er in een aangename en gemotiveerde omgeving terecht. Het is belangrijk dat hij kan proeven van interclubs en kleine rondes. Arno zelf is alvast gemotiveerd en hij gaat er vol voor. Er zijn wel zaken die beter kunnen, maar hij heeft de wil om ervoor te gaan. Hij komt er wel.”
Fotomateriaal: Joeri De Coninck.