Bekijk even dit wegprogramma van deze zomer: Gent-Wevelgem, Pajot Hills Classic, Amstel Gold Race, Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, Festival Elsy Jacobs, Gooik-Geraardsbergen-Gooik, Energy Women’s Tour, Giro del Trentino, nationaal kampioenschap op de weg en tegen de klok, Giro Rosa – “Als Italiaanse kick ik op die koers”, La Course en de Prudential Ride London. Lijkt toch het seizoen van een wegrenster, niet? Niet dus.
“Ik rijd deze wedstrijden louter als voorbereiding op het crossseizoen”, meent de Italiaanse Alice Maria Arzuffi, die als wegrenster trouwens even bij het Lensworld-team van Heidi Van De Vijver reed. “Het is inderdaad een drukke kalender, maar ik heb een mooi zomerseizoen afgewerkt. Vooral de Women’s WorldTour races hebben me gesterkt.” Het was nochtans niet zo goed begonnen, met een schouderblessure in april. “In Gooik ging ik tegen het asfalt en dat leverde mij een mircofractuur op. Ik ben toen naar Tim Aerts van T-Care geweest in Heist-op-den-Berg en vervolgens ben ik met mijn revalidatie-oefeningen ver gekomen. In die mate dat de blessure bijna vanzelf hersteld is. Amper een week ben ik toen van mijn fiets gebleven.”
Slechts maandje rust
Voor de meeste crossers begon het seizoen al begin september in Eeklo, maar Arzuffi was wel zo slim om die Bricomanche over te slaan. “En ook de wedstrijden in de Verenigde Staten kwamen eigenlijk te vroeg”, voegt ze er aan toe. “Ik besloot om pas vanaf Neerpelt het veld in te duiken.” Dat deed ze overigens meteen behoorlijk, met een 5e plaats op zaterdag in Neerpelt en een 9e stek een dag later in de Superprestige van Gieten. “Na mijn wegseizoen had ik inderdaad wel iets meer tijd nodig om te recupereren. In augustus begonnen alle crossers al met de specifieke crosstrainingen, terwijl ik eerst nog 2 weken vrij heb genomen om bij mijn familie te zijn in Italië. Daarna, begin september, ben ik pas weer beginnen opbouwen richting het veld. Uiteindelijk heb ik een hele maand gehad waarin ik het op mijn gemakje heb gedaan. Ik denk dat dat zal volstaan om er een drukke maar succesvolle winter van te maken.”
Weg vs. veld
Het is daar, in zand en slijk, dat Alice Arzuffi haar toekomst ziet. In ons interview eind vorig jaar (lees hier) gaf ze al aan een keuze te moeten maken tussen weg en veld, en die schijnt er vroeger te zijn gekomen dan aanvankelijk verwacht. “Ik ben meer crossster dan wegrenster”, erkent ze. “Zo zien ze mij in Italië trouwens ook meer, als een veldrijdster. Ik vind het veld leuker dan de weg. Het is spectaculairder en geeft meer variatie in parcoursen. Dat is ook de reden waarom ik met Steylaerts-Betfirst voor een crossploeg heb gekozen.”
Ze wil komende winter haar prestaties van 2016-2017 minstens evenaren. Dat wordt geen evidentie, maar wel haalbaar voor de nog steeds maar 22-jarige Noord-Italiaanse. Voor Nieuwjaar vorig jaar kon ze 2 crossen winnen in haar thuisland en werd ze ook 3e in de Nacht van Woerden. Maar wat vooral opviel, was haar 3e plaats in de wereldbeker van Zeven en haar 4e plaats op de Citadel van Namen, eveneens in het WB-circuit. Na Nieuwjaar was het allemaal wat minder, liep het wat stroever, met een reeks opgaves tot gevolg. En net daar zit de winstmarge voor aanstaand seizoen!