Na 10 jaar onder dak bij de ploeg van Sport Vlaanderen heeft Kelly Druyts eind 2017 de knoop doorgehakt om niet aan te sluiten bij diens opvolger Experza-Footlogix. Daarom lonkt voor de oudste van de koersende zusjes uit Wilrijk een heel nieuw avontuur. En dat brengt wat vraagtekens met zich mee.
Kelly, een nieuwe ploeg. Na al die jaren bij Sport Vlaanderen wel opvallend….
Kelly Druyts: “Het was tijd voor verandering. Ik denk dat het niet slecht is om eens een nieuwe omgeving op te zoeken. Ik kreeg een mooie aanbieding van Doltcini-Van Eyck Sport en omdat ik bij Experza-Footlogix niet aan dezelfde financiële voorwaarden kon blijven, heb ik beslist om die nieuwe kans te pakken. Ik vond toch dat ik bij Sport Vlaanderen had bewezen een meerwaarde te zijn voor de ploeg, helaas werd dat in mijn ogen niet beloond. Maar goed, verse lucht zal sowieso wel eens goed doen.”
Je wordt nu gesplitst van 2 van jouw zussen. Gaat dat iets veranderen?
Kelly Druyts: “Als er iemand op het Belgisch kampioenschap wegrijdt, zullen de 2 anderen niet zomaar meer de benen kunnen stilhouden. Dat is een feit. Maar voor de rest…. We blijven zussen, hé. En we zitten nog altijd in quasi hetzelfde peloton. Voor mij hoeft dat niet zoveel te veranderen, nee.”
Je hebt een rijk verleden als baanwielrenster. Hoe zit het met jouw ambities voor de piste?
Kelly Druyts: “Eigenlijk heb ik in het najaar van 2015 beslist om enkel nog voor de weg te gaan. Mijn lichaam gaf toen signalen dat de combinatie van beide disciplines niet meer haalbaar was. Het herstel was niet meer voldoende. Dan kan je niet anders dan de knoop doorhakken. Het baanseizoen duurt maar een aantal maanden en het wegseizoen kan je rekken over bijna het ganse jaar. In mijn ogen was de keuze daarom snel gemaakt.”
Geen heimwee naar die piste?
Kelly Druyts: “Ik probeer er niet meer aan te denken. Het is een keuze die ik heb gemaakt en daar sta ik nog altijd voor de volle 100% achter. Dit hoort gewoon bij het leven van een topsporter.”
Jouw wegseizoen is nu alvast begonnen….
Kelly Druyts: “Ik ben begin deze maand begonnen in Turkije met de Tour of Eftalia Hotels & Velo Alanya, waar ik in de 2e etappe in lijn naar de 2e plaats sprintte (achter de Wit-Russische Savenka, red). Ik vertrek nu op stage naar Spanje en rijdt daarna in Valencia.”
Met de sprint heb jij een sterk wapen. Ga je daar in 2018 alles op zetten?
Kelly Druyts: “Dat zal wat afhangen van hoe de koers verloopt. Niet iedereen kan het in een groep of zelfs in peloton ook afmaken. Ik wel, en dat is natuurlijk een mooie eigenschap waarover ik beschik. Maar ik hoop vooral beter te worden op de lastigere parcoursen in België. In dat opzicht moet mijn beste periode eraan komen richting mei. Tot dan heb ik tijd om en stevige basis te leggen. De Ronde van Vlaanderen, Gooik en de Westhoek zijn heuvelachtige parcours waarin ik wil laten zien wat ik waard ben.”
Op Belgische wegkampioenschappen heb je al een aantal mooie ereplaatsen gereden in je loopbaan. Droom je ervan om ooit die tricoloretrui te veroveren?
Kelly Druyts: “Dit jaar in Binche wordt het sowieso moeilijk, maar op ene parcours zoals vorig jaar in Antwerpen kan ik het in principe wel afmaken. Alleen vind ik het heel moeilijk om dat te verwezenlijken (in Antwerpen moest Druyts de duimen leggen voor D’hoore een Kopecky, red). Het zou natuurlijk mooi zijn, maar het is niet evident.”
Wanneer zal je tevreden zijn over je seizoen bij Doltcini-Van Eyck Sport?
Kelly Druyts: “Als ik een internationale podiumplaats kan rijden. Daarnaast wil ik ook als team presenteren, want het draait niet alleen om degene die wint, vind ik.”
Slotvraagje. Je zit al lang in het peloton. Hoe oordeel jij over het niveau?
Kelly Druyts: “Het is heel hard gestegen de voorbije jaren en dat maakt het niet altijd makkelijker voor mij. Het is moeilijk om aansluiting te maken met de top als je bijvoorbeeld niet vroeg op het jaar kunt of mag koersen in bijvoorbeeld Australië. Tegen dat het seizoen hier in België op gang schiet hebben de wereldtoppers al zoveel wedstrijdkilometers gereden dat je hun vorm nooit kunt bijbenen. Je hebt dan een achterstand die je nooit kunt goedmaken.”
Fotomateriaal: Paul Hinninck.