Begin januari kwam er plots onheilspellend nieuws vanuit het kamp van Bart De Clercq. De talentvolle klimmer maakte afgelopen winter na 7 jaar Lotto Soudal de overstap naar Wanty-Groupe Gobert, maar al op zijn 2e dag in het blauwe truitje sloeg het noodlot toe. De Clercq liep bij een val op training een heupfractuur op en stond voor een maandenlange revalidatie. Hoe gaat het nu met de Oost-Vlaming?
Terwijl zijn ploegmaats in Oman, de Algarve en Ruta del Sol strijden voor de 1e Wanty-overwinning van 2018, heeft De Clercq nog geen kilometer op de fiets gezeten sinds zijn val. Alles staat voorlopig in het teken van zijn revalidatie. “Rust staat momenteel nog centraal bij mij”, verduidelijkt De Clercq. “Op zich gaat alles wel goed met mij. Mijn lichaam evolueert zoals ik het zou willen, maar natuurlijk had ik liever in een andere situatie gezeten. Al het harde werk dat ik in de winter heb geleverd, is in een fractie van een seconde weggevallen en dat is bijzonder pijnlijk. Vooral omdat ik net van ploeg veranderd was. Dat geeft altijd toch net iets meer motivatie om je te tonen.”
De Clercq mag dan wel pas nieuw in de ploeg zijn, aan steun heeft hij geen gebrek. “Ik was eigenlijk heel positief verrast, moet ik toegeven. Meteen na de valpartij heb ik contact gehad met veel verschillende mensen binnen de ploeg. Sportdirecteurs, trainers, en renners: allemaal dachten ze aan mij. Ik heb de indruk dat er meer menselijk contact was dan destijds bij Lotto Soudal. Daarnaast blijft de ploeg mijn situatie opvolgen via de dokters. De man die mij geopereerd heeft, bepaalt mijn schema’s – al was dat in de 1e 5 weken eigenlijk alleen maar platte rust – en staat ook continu in overleg met de ploeg. Vanaf nu mag ik zonder intensiteit eindelijk weer wat trappen.”
Aaneenschakeling van pech
Het is voor de ex-ritwinnaar in de Giro en de Ronde van Polen niet zijn 1e tegenslag in zijn carrière. Tussen zijn hoogtepunten door was er altijd wel een spelbreker in de vorm van pech of blessures. Hoe vindt De Clercq toch telkens weer de moed om ervoor te gaan? “Natuurlijk heeft elke wielrenner weleens pech, maar het klopt dat ik mijn deel meer dan gehad heb”, lacht De Clercq. “Blessures zijn een deel van topsport en je weet dat het erbij hoort. Mijn grote sterkte is dat fietsen iets is wat ik heel graag doe. Op het moment dat je niet mag rijden, wil je zo snel mogelijk weer op die fiets kruipen. En als het even kan natuurlijk ook prestaties neerzetten, je laten gelden op jouw terrein. De verslaving om een koers te winnen en je handen in de lucht te mogen steken, dat heb ik wel.”
Wanneer was nu eigenlijk de laatste keer dat we de allerbeste Bart De Clercq aan het werk hebben gezien? “Ik dacht eerst aan de Ronde van Polen van 2015, maar het jaar nadien was ik richting de Vuelta ook echt in een heel goede conditie. Ik was aan het toewerken naar de Tour, maar viel net buiten de selectie. Ik ben mij toen wel goed blijven verzorgen en in de Tour de l’Ain werd ik 2e in het klassement op amper 1 seconde van Sam Oomen. Dat heb ik doorgetrokken in die Vuelta en ik voelde in die 1e week dat ik tot mooie dingen in staat was. Op een heel steile aankomst kon ik in het wiel van Alberto Contador als 12e over de streep komen, op een terrein dat mij niet lag. Maar nog geen etappe later kwam ik weer ten val en was ik weer een schim van mezelf.”
Afgelopen jaar was het allemaal een beetje minder voor De Clercq, maar ook daar heeft hij een verklaring voor. “Mijn rechterbeen wou om 1 of andere reden niet meewerken. Dat heeft toch een redelijk grote invloed gehad op mijn prestaties. Het was niet iets waar je echt voor aan de kant kon blijven, maar de pijn bleef wel aanslepen en was altijd aanwezig. Dan is het natuurlijk moeilijk om je beste niveau te halen. Aan het eind van vorig jaar was er gelukkig beterschap te zien. Ik voelde het euvel nog, maar in de Vuelta leden mijn prestaties er niet heel hard meer onder. Ik denk dat die pijn langzaam weg zal gaan en misschien helpt het wel dat ik nu een lange tijd stillig.”
Kleine kans op de Tour
Het is nu afwachten wanneer De Clercq zijn comeback kan maken in het peloton. Meteen na de valpartij werd er gesproken over een revalidatietijd van enkele maanden. Een richtdatum heeft de Oost-Vlaming voorlopig niet. “Het is eerst en vooral nog even afwachten hoe alles eruit ziet bij de volgende controle. Om te kunnen denken aan bijvoorbeeld de Tour de France moet alles in het meest gunstige scenario blijven lopen. Vanaf dat er een punt komt dat ik door omstandigheden een stapje terug moet zetten, dan denk ik dat het bijna onmogelijk wordt. Maar als ik goed blijf evolueren en ik binnen afzienbare tijd weer voor de volle 100% mag trainen, dan mag ik misschien beginnen dromen. Ik schat de kans vrij klein in, maar ik wil er wel een doel en motivatie van maken.”
Fotomateriaal: Kinepraktijk Ben Wynendaele.