Voor een continentale ploeg te zijn hebben ze bij Tarteletto-Isorex een zeer professionele structuur uitgebouwd. Dat is grotendeels het werk van manager Peter Bauwens. De Wetteraar laat zich omringen door keien in hun vak en dat lijkt de juiste manier te zijn op weg naar het verwezenlijken van straffe doelen. Met als eindpunt de Tour de France van 2025, zoals Bauwens ons eerder al wist te melden (lees hier).
“Op continentaal niveau is onze ploeg uniek”, durft Peter Bauwens scherp te stellen. “Ik organiseer de ploeg als een goed draaiend bedrijf, met aan het hoofd een algemeen manager en zijn assistent. Bij Tarteletto-Isorex heb ik als manager de touwtjes in handen en is Rony De Vos mijn trouwe rechterhand. Dan zijn er de takken naar het sportieve – de sportdirecteurs Rony De Vos, Danny De Bie en Steven De Landtsheer – en de mensen die het moeten uitvoeren op de werkvloer, met name de renners, mecaniciens en soigneurs.”
Bauwens geeft meteen ook wat duiding over de invulling van die taken. “Ik zorg er zelf voor dat er centen beschikbaar zijn. Daarnaast coördineer ik de sportieve – kwaliteit van de rennerskern – en logistieke – onder meer service course – luiken. Alles moet draaien, en liefst zo vlot mogelijk. Daar ben ik verantwoordelijk voor. Mijn assistent Rony De Vos stuurt rechtstreeks Danny De Bie aan, die coach is van de crossers binnen het team.”
Opmerkelijke strategie
Opvallend is dat de ploeg niet alleen een weg- en veldrit-afdeling heeft, maar dat er met Bryan Boussaer ook een zeer beloftevolle pistier én met Ruben Scheire een Olympische mountainbiker deel uitmaakt van de ploeg. “Het idee achter die strategie is dat we het merk Tarteletto-Isorex zo veel mogelijk in beeld willen brengen, en dat mag heel ruim gaan. De sponsors moeten tevreden zijn, dat is van prioritair belang. Zonder hen kunnen we dit project niet voortzetten. Coureurs zijn uiteindelijk levende publiciteitspanelen.”
Visbiliteit verzekert, als je een partnership sluit met de ploeg van Bauwens. “We hebben als wegploeg bijzonder goed gescoord tijdens de veldritwinter, onder meer dankzij de prachtige ontbolstering van Kim Van de Steene. Die lijn gaan we de komende maanden met onze versterkte ploeg op de weg doortrekken, daar ben ik rotsvast van overtuigd. En dan is er nog de lange opbouw van Ruben Scheire richting de Olympische Spelen van 2020 in Tokio die breed belicht zal worden in de media. Tot slot is er Bryan Boussaer, een opkomend talent dat al heel wat Toekomstzesdaagses heeft gewonnen. Hij zal de komende jaren bij de profs meerijden en ook daar zijn mannetje kunnen staan. Zo zijn we betrokken in alle belangrijke takken van de Belgische wielersport.”
Crisis in de koers
Veel staat of valt natuurlijk met resultaten, iets wat Bauwens zelf ook wel beseft. De winter was een voltreffer, maar ook op de weg moet de ploeg anno 2018 gensters kunnen slaan. “We hebben een sterkere en homogene ploeg waarbij de renners op dezelfde lijn zitten. Als we nu ook nog kunnen scoren, zijn we 1 van de betere continentale teams. En dat is ons doel: de beste in België zijn op ons niveau. Dat móet gewoon lukken.”
Bauwens droomt al een tijdje luidop van procontinentaal niveau in 2020 – en bij uitbreiding WorldTour en Tour de France in 2025. “De stap van een half miljoen euro budget naar 3 en een half miljoen of zelfs 5 miljoen is echter enorm”, beseft de manager. “Qua rennerspotentieel zitten we zo goed als op procontinentaal niveau, het gaat nog louter over budgetten. De economie fleurt nu wel een beetje op, maar het is nog altijd crisis in de koers.”
Fotomateriaal: MediaQ.