Je hoorde zijn naam nauwelijks vallen dit voorjaar, en toch heeft Pieter Serry een fantastisch seizoensbegin achter de rug. Zijn voorjaar is tout court uitstekend begonnen. In de Brabantse Pijl nog eens beloond met een 4e plaats. En het beste zou nog moeten komen!
Wie de Procyclingstats van Pieter Serry bekijkt, ziet alleen maar mooie cijfers. “Ik ben inderdaad bezig aan een goed seizoen”, lacht de West-Vlaming van QuickStep Floors. “Ik mag af en toe al eens wat meer mijn eigen kans gaan en dat resulteert regelmatig in een top 10. Dat is natuurlijk heel mooi. 1 en ander heeft ook te maken met mijn voorspoedige winter. Ik ben liefst 5 keer op stage geweest naar Calpe, 3 keer met de ploeg en 2 keer individueel. Bovendien werk ik nu ook met de trainer van de ploeg – Remko Meeusen, waardoor er meer focus is op onder meer mijn voeding. Ik ben zo anderhalve kilo kwijt en voor een klimmer is dat natuurlijk niet nadelig. Die andere manier van werken spreekt me wel aan.”
Die investeringen werpen duidelijk zijn vruchten af. Voor Serry begon het seizoen met een 5e plaats in Murcia. Mooi, zeker als je bekijkt wie er rond hem staat in de top 10: Sanchez, Valverde, Gilbert, Trentin, Fuglsang, Jungels, Rojas. Allen mooie namen. “Klopt”, knikt Serry bevestigend. “We waren weg met een grote groep weg en wat later bleef ik nog alleen over met allemaal grote moteurs naast mij. Dat stemt me heel tevreden.”
Ook in de Ronde van de Algarve was Serry’tje in vorm. “In een rit met aankomst bergop was ik er tot het einde bij, wat me enorm motiveerde. In het eindklassement reed ik er top 20, maar dat had even goed top 10 kunnen zijn. Op de laatste dag heb ik me daar laten verrassen. Plots ontstond er een ontsnapping en ik zat achteraan te slapen. Dat heb ik me achteraf serieus beklaagd. Maar het gevoel was er wel dik in orde.”
Strade
In de Strade Bianche ging alle aandacht naar de weergaloze prestatie van Tiesj Benoot en Wout van Aert, maar wat iedereen gemist heeft: de geweldige koers van Pieter Serry, inclusief 9e plaats. En dat slechts 2 plaatsen achter zijn kopman Zdenek Stybar. “Ik stond in de Strade toch wel met wat schrik aan de start”, bekent Serry. “De conditie was wel goed, maar ik wist niet of ik die gravelwegen wel zou kunnen verteren. Gelukkig regende het, ik hou eigenlijk wel van koude omstandigheden om in te koersen. Ik heb de koers goed overleefd, maar het was wel zwaar.”
“Al op de 1e strook moest ik uit mijn kot komen om een gat toe te rijden. Wat later heb ik Styby geduwd terwijl hij aan het plassen was en om zijn botjes uit te doen. Daarnaast moest ik hem in goeie positie brengen en verschillende keren gaten toe rijden. En toch was ik op het eind nog altijd heel goed. Die progressie dank ik aan het feit dat ik vorig jaar veel gewerkt heb voor de ploeg en 2 weken op kop gereden heb in de Giro. Ik word precies nog elk jaar wat sterker, dat motiveert.”
Ook in de Ronde van het Baskenland stond Serry er, mede door de afwezigheid van zijn revaliderende ploegmakker Laurens De Plus. “Ook daar was het gevoel goed, alleen zat ik op de laatste dag al na 7km in een valpartij. Ik ben zelf niet tegen de grond gedaan, maar mijn fiets was wel kapot. Ik zat in laatste positie en lag aan de voet van de 1e klim al 3 minuten achter. Dan weet je dat het over is. Maar geen erg, want ik reed toch enkel voor Alaphilippe. Voor mezelf had ik ondanks die top 25 geen klassementsambities voorzien, en dus reed ik die laatste rit op reserve.”
Geen revanche
2017 was nochtans een kloteseizoen geweest, om het met de woorden van Serry’tje uit te drukken. “Maar het is nu niet dat ik daar revanche voor wil nemen. Ik bouw gewoon verder en probeer nog stappen te zetten. Ik amuseer mij in de koers en bij deze ploeg en geef het maximale van mezelf. We zullen dan wel zien waar ik uitkom, hé.”
En hoewel 2018 al voortreffelijk is begonnen, zou het beste nog moeten komen. “De periode die er nu aankomt, daar heb ik naartoe gewerkt”, geeft Serry toe, een uurtje voor de start van de Brabantse Pijl. Dat blijkt op het einde van de middag ook. Serry wordt 4e op de Brusselsesteenweg in Overijse, een plaatsje lager dan zijn podium van 2012. En vanaf nu is het nog anderhalve week werken geblazen. In zijn topvorm! “In de grote Ardennenklassiekers zal ik alles geven voor Julian Alaphilippe”, besluit de veel te bescheiden West-Vlaamse knecht.
Fotomateriaal: QuickStep Floors/ Sigfrid Eggers.