Verrassend podium daar donderdag op het BK tijdrijden in Anzegem. Dat Ann-Sophie Duyck voor de 3e keer op rij zou winnen, leek bijna vanzelfsprekend. En Lotte Kopecky op plaats 2 lag evenzeer binnen de verwachtingen. Maar veldrijdster Ellen Van Loy op haar 37e op het 3e schavotje met ene bronzen medaille om haar nek…. Chapeau!
“Het was een gevecht met mezelf, maar ik heb het gewonnen”, lacht Ellen van Loy haar tanden bloot in de garagebox van het BK tijdrijden in Anzegem die de hot seat moet voorstellen. “Mijn conditie is goed, dat wist ik. Maar er is een verschil met een hele dag in het peloton te zitten en alleen te moeten strijden. Het was constant vechten tegen de pijn. Ik heb me zo goed mogelijk voorbereid om een goeie prestatie neer te zetten. Ik draaide goed rond, het zat mee. Ik ben geen specifieke tijdrijdster, dus ik ben echt wel blij met dit resultaat, misschien zelfs ook wel een beetje verrast.”
Palmares
“Ik kende mijn tegenstandsters wel, maar ik kon hun TT-kwaliteiten moeilijk inschatten”, geeft Van Loy toe. “En je moet natuurlijk ook altijd rekening houden met de vorm van de dag. Maar ik doe dit graag: afzien en grenzen verleggen. En pijn doet het bij iedereen. Misschien is het met de leeftijd dat ik dit eigenlijk graag doe. Met die specifieke blokkentrainingen ben ik er alvast sterker door geworden. Dat zal in de winter ook wel zijn vruchten afwerpen.”
“Als ik me er op zou toeleggen, zou het nog wel beter kunnen”, vindt de Kempische. “Maar het is geen echte ambitie om nog beter te worden in het tijdrijden. Het is gewoon mooie publiciteit voor de ploeg en leuk meegenomen voor mezelf. En het staat natuurlijk netjes op mijn palmares.”
Pieken
Van Loy denkt er wel aan om komende winter serieus in haar seizoen te snoeien. “Ik denk inderdaad heel hard na over hoe lang ik mijn carrière nog wil rekken”, bekent ze. “Ik doe het nog wel graag, maar ik voel dat ik vorige winter te veel wedstrijden heb gereden. Misschien doe ik er nog 1 volledige winter bij, maar misschien moet ik ook wel al gaan afbouwen en duidelijk mijn wedstrijden uitkiezen. Daar moet ik nog zien uit te geraken. Ik voel wel dat mijn lichaam de weg beter af kan, maar focussen op beide disciplines, dat gaat gewoon niet. Mijn agenda zit nu al vol en ik heb ook maar 24 uur in een etmaal.”
“Het veldrijden laten voor wat het is, wil ik evenmin. De jongere meisjes die eraan komen zullen misschien wel beter zijn, maar de mensen zien me blijkbaar nog altijd graag crossen. En dat ondanks mijn leeftijd, dus dat is leuk. Maar laat ons maar stellen dat ik bij deze bewezen heb dat ik nog verre van afgeschreven ben. Zoals het er nu naar uitziet, zal je mij nog wel een paar jaar aan het werk zien.”