Dat het zo hard zou gaan, dat had ook Fabio Jakobsen niet verwacht. De 21-jarige sprinter uit Gelderland debuteert dit seizoen bij de profs in het shirt van QuickStep Floors en kon al 3 keer zegevieren. Zowel Nokere Koerse, de Scheldeprijs als de openingsetappe van de Tour des Fjords waren een kolfje naar zijn hand. En zonet – maandagmiddag – won hij de openingsrit in de Binckbanck Tour.
“Ik ben trots”, zegt Fabio Jakobsen. En daar heeft de neoprof redenen genoeg voor. Afgelopen jaar was hij nog belofte bij SEG Racing Academy en won hij nog ritten in koersen als Tour Alsace, Ronde van de Toekomst en de Olympia’s Tour. De voorbije maanden schreef hij dus Nokere Koerse, Scheldprijs en een rit in de Tour des Fjords op zijn naam (interview werd afgenomen voor start Binckbank Tour). “Als je bij zo’n grote ploeg als QuickStep terechtkomt, hoop je wel eens dicht bij de overwinning te komen, maar dat het zo hard zou gaan, dat had ik zelf ook niet verwacht. 3 keer winnen in je debuutseizoen bij de profs is heel bijzonder en daar ben ik trots op.”
Wat programma betreft was er wel goed gesproken met de ploeg. “In december hadden we al een planning opgemaakt en die heb ik ook grotendeels kunnen afwerken”, zegt Jakobsen. “E3 Harelbeke of Ronde van Vlaanderen waren nog wat hoog gegrepen, maar ik zou wel mogen starten in de – met alle respect gezegd – wat kleinere koersen. Het was de bedoeling om in koersen als Nokere en Samyn het laatste uur vol te rijden en iets voor de ploeg te kunnen betekenen. Dat ik in Nokere al werd aangeduid als kopman voor de sprint, vond ik al speciaal. Daar winnen maakte het helemaal af.”
Jakobsen kon het niveau vrijwel meteen goed aan. “Het gaat nog wel harder dan bij de beloften, en het doet ook nog een pak meer zeer dan vorig jaar”, geeft hij toe. “Maar al bij al kan ik het tempo goed bijhouden en zeker met de hulp van de fantastische ploeg waar ik in fiets gaat het een stuk makkelijker. Soms zijn er 6 of 7 man mee om de sprint aan te gaan, terwijl ik er vorig jaar maar 1 of maximaal 2 had. Dat is een wereld van verschil voor een sprinter.”
Nokere Koerse vindt de Nederlander zelf zijn mooiste triomf van 2018 – tot dusver. “Het was mijn 1e koers als kopman en dan 1.1 buiten categorie…. Bovendien een heel mooie koers met een mooie geschiedenis. De echt grote namen waren er wel niet, maar ik heb er toch mijn kans gegrepen. Bovendien was mijn hele familie in Nokere aanwezig, in het thuisland van de koers en voor zoveel volk…. Een enorme ontlading. Langs de andere kant is de Scheldeprijs wel een grotere koers, dus die was ook schitterend.”
Ruimte voor verbetering
Als sprintvoorbeelden heeft Jakobsen Fernando Gaviria en Elia Viviani aan zijn zijde bij de Belgische topploeg. “Ik heb van hen vooral geleerd dat je je mannen voor jou moet volgen”, lacht Jakobsen. “Onze lead-out levert altijd goed werk, daar kunnen wij als sprinters gewoon op vertrouwen. Dat is ook de grote kracht van dit QuickStep-team.”
Hoeveel zou hij zichzelf op 10 geven voor zijn 1e seizoen? “Een goeie 8 en half, denk ik. Er zijn wel wat kansen geweest die ik heb laten liggen en ik heb ook wel hier en daar een foutje gemaakt waar ik van moet leren. Ik heb wel eens achteraan gebengeld of in de finale net de verkeerde kant gekozen. Er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering, maar als 1e jaars prof mag ik niet klagen, denk ik.”
En het seizoen is nog niet gedaan. “Ik moet de komende maanden nog wat sterker worden en er mogen altijd nog een paar overwinningen bij”, lacht Jakobsen. “Misschien kan het al deze week in de Binckbank Tour. Er staan een paar grote namen aan het vertrek waar ik me graag mee zou kunnen meten. Volgend jaar hoop ik weer wat grotere koersen te rijden om dan in 2020 een stek te kunnen opschuiven in de hiërarchie der sprinters. Een grote ronde hoeft voor mij nog niet – ook al is dat wel de planning. Ik was vorige maand de 3e week in de Tour de France, kwam op de bus bij renners waar ik naar opkijk. Ze waren allemaal goed naar de kl…. Als ik er klaar voor ben, zal ik wel een grote ronde rijden, maar als dat niet zo is, zal ik er zeker niet van wakker liggen.”