Het is lang geleden, al zeker een volledig jaar, dat Joris Nieuwenhuis nog eens al zijn fysieke kwaliteiten heeft kunnen uitspelen in wedstrijdverband. Maar hey, de 22-jarige Nederlander uit Zelhem is naar eigen zeggen weer helemaal de oude en klaar om een hele winter lang te knallen in het veld. Dat Van der Poel en Van Aert er straks een te geduchten concurrent bijkrijgen….
“Het is een lange zomer geweest met heel veel lange trainingen”, opent Joris Nieuwenhuis ons gesprek. “Ik ben in vorm en het gevoel is ook veel beter dan vorig jaar, het gaat dus pakken beter met mijn gezondheid. Ik ben eigenlijk volledig klaar om te knallen in het komende crossseizoen.” Iets wat vorige winter nauwelijks lukte. “Vorig jaar was het echt lastig, met eerst die sleutelbeenbreuk en dan dat ziek zijn. Het bleef allemaal maar aanslepen (lees hier).”
“Gelukkig ging het in januari beter. Eerst won ik het Nederlands kampioenschap bij de beloften in Surhuisterveen. Dat was al een belangrijk teken voor mij. Op het WK in Valkenburg pakte ik dan zilver bij de beloften. Ok, ik kon mijn wereldtitel van de winter voordien dan wel niet verlengen, maar dat zilver was voor mij wel een overwinning op zich. 2 keer een lichtpuntje, het bewijs voor mezelf dat ik het nog wel degelijk kon.”
Meulebeke en Ronse
De beknelde liesslagader aan het linkerbeen moest na het veldritseizoen onder het mes. “Daardoor duurde het behoorlijk lang eer ik opnieuw op de weg mocht gaan fietsen”, verklaart Nieuwenhuis zijn aanpak voor de zomer. “Eigenlijk heb ik begin augustus alleen de Tour Alsace gereden en dus het voorbije weekend mijn 1e echte koersen, met de Brussels Cycling Classic en de Antwerp Port Epic (waarin hij 9e finishte, red). In Brussel moest ik vooral werken voor onze Duitse kopman Niklas Märkl, terwijl ik zondag meer mijn eigen ding kon doen.”
Het was een lange zomer voor de jongeman uit Zelhem. “Ik heb echt heel veel getraind”, zegt hij. “Dat was bij momenten mentaal soms lastig omdat ik niet echt een doel voor ogen had om naar toe te werken. Na de koersen die er nu geweest zijn, doe ik nog de Olympia’s Tour en dan kunnen we eindelijk beginnen crossen. In Meulebeke en Ronse wil ik er al staan. Hopelijk kan ik een mooi crossseizoen draaien. Ik verwacht ook niet naar het WK op de weg in Innsbruck te gaan – wegens te zwaar, ik heb me er in ieder geval niet op voorbereid. Ik wil me vooral laten zien in het veld en kijk dan ook uit naar mijn 1e seizoen bij de profs. Tijd voor revanche, ja!”