Ze heeft intussen haar laatste koers gereden, en dus zien we Tara Gins in 2019 niet meer terug in het wielerpeloton. Toch niet als renster, want een bezige bij als ze is, heeft de Oost-Vlaamse al een nieuwe challenge gevonden in de koers. Maar dat ze zelf is gestopt als renster, verdient ook wat aandacht. Zo’n drastische beslissing wordt niet zomaar genomen.
Kan je iets vertellen over de verschillende breuken die je de voorbije jaren hebt opgelopen en hoe dat herstel telkens verliep?
Tara Gins: “Tijdens de koers brak ik eens mijn schouder, samen met een barst in mijn elleboog. Voor de rest heb ik eens 3 maand gesukkeld met een rib na een val, maar ik ben daarvoor nooit naar het ziekenhuis geweest. Mijn schouder was toen begin augustus in Erondegem en mijn seizoen was over. Dat was zwaar omdat ik nog maar net recent was teruggekomen na een knieoperatie. Ik heb daarvoor 3 maand intensief bij de kine moeten revalideren. Nadien duurde die opbouw nog eens zo lang met ups en downs. Ik brak ook mijn pols, maar dat kwam door een nogal lompe uitschuiver in de douche. (lacht) Exact 4 weken later reed ik met een brace mijn thuiskoers in Ninove. Die rib was vrij zeker ook gebroken maar in mijn redenering haalde ik toch geen voordeel met naar ziekenhuis te gaan.”
In welke mate heeft jou dat telkens energie gekost om terug te keren? En wat was je motivatie?
Tara Gins: “Het was wel zwaar, maar ik zag elke blessure ook als een uitdaging om er sterker uit te komen. Eigenlijk niet evident, want ik had ook een fulltime job. Om 6 uur in de ochtend uit bed om 40 km te gaan trainen – richting werk – en ‘s avonds opnieuw terug. Neem die 2 avonden per week kiné erbij en je begrijpt dat dat gaat wegen. Maar ik had wel de motivatie om terug te keren bij een UCI-ploeg. Dat lukte ook na 2015, ik was erg gedreven enr eed toen mijn beste seizoen ooit.”
Die motivatie was nu weg. Wat was de druppel?
Tara Gins: “Een druppel wil ik het niet zo noemen. Ik heb van Patrick van Gansen de kans gehad om thuis te werken voor de ploeg. Ik vond die combinatie staff/renster niet evident maar had wel voldoende tijd om te trainen. In maart was ik sterk begonnen met een 12e plaats in de 1e kermiskoers en een ontsnapping in de 2e kermiskoers in Zwevezele. Maar ik kon de vorm niet vasthouden en geraakte eerlijk gezegd meer geïnteresseerd in andere dingen. Het besef dat ik het niet meer kon opbrengen heeft mij doen beslissen om ermee te kappen. Ik wil geen genoegen nemen met uitrijden. Ik wou altijd proberen koers maken, ook al was ik geen winnaar.”
Wat heeft jou de voorbije jaren het meeste plezier beleefd aan de koers?
Tara Gins: “Het meeste plezier had ik in 2015, omdat ik toen mijn goesting kon doen bij Sprinters Malderen. Ik werd niet uit de top 20 gereden en zat vaak mee in een ontsnapping. Slim koersen was niet altijd mijn sterkte, dus hoe beter ik was, hoe meer ik mijn krachten verspeelde tijdens de koers. Ik heb wel wat vriendinnen overgehouden aan het wielrennen, zoals Fien De Paepe en Sarah Borremans. Ik kon mijn passie delen met mijn vader, die ook gekoerst heeft, en uiteraard leerde ik dankzij de koers mijn vriend Dries De Bondt (nu bij Veranda’s Willems-Crelan, volgend jaar Corendon-Circus, red) kennen – op de ploegvoorstelling tijdens Velofollies was dat.”
Wat ga je doen met de vrijgekomen tijd?
Tara Gins: “Met de Brothers on Bikes (klik hier), een eigen concept dat we uitgewerkt hebben rond de fietsbroers Jérôme Baugnies (klik hier) en Julien Van den Brande (klik hier) beginnen we een gemengde ploeg. We hebben de komst van 2 renners reeds bekendgemaakt, met name ex-prof Kevin Van Impe en Niels Platteau. Renster Fien De Paepe, de partner van Julien, is er ook bij betrokken. Andere namen volgen komende week. Zelf zal ik fungeren als ploegleidster, een spannende uitdaging dus. Ik begin binnenkort ook een praktijkje voor (sport)massages en verzorging. Naar de toekomst toe wil ik dat graag verder uitbouwen.”