Het was ferm koud met die wind in Bredene, maar Wout van Aert reed er zaterdag wel overtuigend naar de winst. Wij volgden zijn mecanicien Kristof Cop, die sinds dit najaar fulltime de fietsen van de wereldkampioen onderhoudt. Het werd een rustige namiddag in het veld, met de kroon op het werk in de vorm van de dagzege. Maar Cop weet momenteel nog niet hoe lang hij kan blijven. En dat knaagt een beetje.
Ruim voor het startschot staat vader Henk van Aert al in de materiaalzone. Kristof komt even later want hij gaat altijd nog mee met Wout naar de start. “Ik ben vanmorgen om 8 uur thuis in Nijlen vertrokken en de camper met vader Henk en schoonvader Roger De Bie zijn een kwartier later gevolgd”, vertelt Cop. “Wout en Sarah rijden altijd samen met de wagen. Meestal rijdt Sarah zodat Wout kan rusten, zeker in periodes dat de crossen elkaar kort opvolgen, zoals dezer weken.”
Fietsenwinkel
De 1e passages van Van Aert langs de materiaalpost zijn niet vele belovend, maar dat is natuurlijk maar het voorgerecht. “Zijn gevoel? Geen idee, hij zegt daar nooit iets over. Ik denk dat alleen Sarah dat weet”, grinnikt hij. “Ik werk voor Wout sinds het seizoen 2013-2014, het jaar dat hij bij de beloften in Hoogerheide wereldkampioen werd. Ik ben die winter in november begonnen. Voordien ging ik altijd mee met Sanne en Jelle Cant en ik heb dan eens voor de Koppenbergcross aan Wout gezegd dat hij mij altijd iets kon vragen indien nodig. Er waren toen nog 2 materiaalzones in Oudenaarde, vandaar. En zo is dat een beetje gegroeid.”
“Ik heb zelf altijd in een fietsenwinkel gewerkt, dus ik kende wel wat van mechaniek, ja. Ik heb ook zelf gecrosst, dus dan weet je ook al wat een crosser verlangt. Ooit heb ik 1 keer tegen Wout zelf gereden. Dat was op het Provinciaal kampioenschap in Vorselaar dat Wout natuurlijk won. Ik geloof dat ik daar zelf heb opgegeven”, grijnst Cop al lachend. “Het crossen ging steeds minder voor mij, de motivatie was ook wat weg nadat ik mijn schoonvader was verloren. Eind 2016 ben ik dan bij Veranda’s Willems aan de slag gegaan als mecanicien in het spoor van Wout en sinds november werk ik nog enkel voor hem. Zelf crossen doe ik af en toe nog voor het plezier bij de masters.”
Cop is van Wechelderzande, een deelgemeente van Lille. En dan is de naam Van Aert kortbij. “Maar sinds een jaar of 3 heb ik zelf gebouwd in Nijlen”, zegt Cop. “De fietsen van Wout staan allemaal bij mij thuis in de kelder. Voordien stonden die bij zijn vader, maar sinds ik vol voor Wout werk, staan ze natuurlijk beter bij mij. Wout heeft thuis in Herentals maar 1 fiets om te trainen. Al het materiaal is aan mij toevertrouwd. Ik ben er continu mee bezig. Soms kuist hij zijn fiets wel zelf nog eens, maar zet die ‘kuist’ maar tussen aanhalingstekens”, lacht hij.
4 keer op rij?
Van Aert is ondertussen naar de kop van de cross gereden en ook zijn versnelling is al geplaatst. Cop is blij, want winnen is altijd plezant”, zegt hij. “Mijn mooiste moment met Wout is zijn 1e titel als Belgisch kampioen bij de profs. Voor eigen volk in Lille, was dat. Magisch!” Of Wout ook een 4e keer wereldkampioen op rij kan worden, straks in Denemarken? “Daar geloof ik rotsvast in”, knikt hij. “Van der Poel is een heel seizoen lang de betere, maar Wout kan enorm goed pieken. En je weet, op 1 dag kan alles.”
Daarna volgt snel het wegseizoen. Maar Cop weet niet of hij bij Van Aert kan blijven. “Wout rijdt vanaf 1 maart voor Jumbo-Visma. Tot dan blijf ik bij Wout, maar wat daarna komt is ook voor mij een groot vraagteken. Die onzekerheid is natuurlijk wel wat vervelend. Het liefste ga ik gewoon voor Jumbo werken. Er is al over gesproken met de ploeg, maar een beslissing is er nog niet genomen. Hopelijk volgt die snel.”